Spring naar de content
bron: ANP

Is de linkse lente eindelijk aangebroken?

De campagne voor Provinciale Statenverkiezingen is in volle gang. Een uitgelezen kans voor links – dat nu in de touwen hangt – om zijn comeback te orkestreren. Maar hoe willen ze dat doen? ‘Sociale zekerheid zal veel belangrijker worden.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Het boek van PvdA-leider Lodewijk Asscher, getiteld Opstaan in het Lloyd Hotel, zou ‘een van die zeldzame politieke boeken’ worden die ‘ontwapenend, onthullend, onderhoudend, moedig en visionair’ zijn. Tevens zou het een ‘ware verademing’ zijn ‘in een tijd waarin politici eerder een ‘merk’ lijken te willen zijn dan ‘denker & schrijver’’. Aldus het ronkende persbericht van uitgeverij Podium.

Het boek had in januari moeten verschijnen, voor de Provinciale Statenverkiezingen in ieder geval. Handig moment, want de PvdA staat er in de peilingen matig voor en zo’n boek, ach, daar kan altijd wel enige wervende kracht van uitgaan. Van Nieuwkerk, Pauw, Jensen of Huys zullen Asscher graag als eerste in hun praatprogramma willen hebben. Want de man belooft in zijn boek, wederom volgens het persbericht, de ‘politieke soundbites’ te mijden en te praten ‘vanuit zijn rijke persoonlijke ervaringen, in een stijl net zo beheerst en ontspannen als de samenleving die hij voor ogen ziet’.

Maar het boek is er niet. Lodewijk Asscher heeft het te druk. En alvast met hem praten over de thematiek – wat is er met links aan de hand, en hoe kan die stroming gerevitaliseerd worden? – behoort evenmin tot de mogelijkheden. Komt u in april maar terug, verzoekt de uitgever. Maar, werpen wij tegen, dat is ná de verkiezingen, ná de onvermijdelijk geachte nederlaag. Wie zit er dan te wachten op het boek van een loser? De uitgever geeft verder geen sjoege meer, wat natuurlijk voedsel geeft aan de gedachte dat Asscher tijdens het schrijven misschien ook niet goed meer wist wat hij met de sociaaldemocratie aan moest.

Journalist Michiel Zonneveld zou Asscher helpen bij het schrijven, maar desgevraagd kan hij ook niet meer vertellen dan dat het boek ‘net niet’ klaar is. In een ultieme poging de PvdA-voorman te spreken te krijgen, melden wij ons bij Asschers voorlichter Femke van Zijst. Zij volstaat met de mededeling dat er geen gesprek zal plaatshebben. Tekst en uitleg ontbreken, maar ze wenst ons nog wel ‘veel succes’ met het schrijven van het artikel.

De peilingen geven al een tijdje hetzelfde beeld: Pvda en SP blijven het matig tot slecht doen. In de rest van Europa (Duitsland voorop) doen de geestverwanten het weinig beter. Toch raar, want wat was de recente uitbarsting van de ‘gele hesjes’ in Frankrijk, België en een klein beetje in Nederland nou meer dan een schreeuw om sociale rechtvaardigheid, om aandacht voor de zogeheten bread and butter issues? Zaken waar links vroeger z’n rode neus niet voor ophaalde. Waar was Asscher bij de protesten in Den Haag en elders? Hij liet zich amper zien. Misschien krijgen we het antwoord nog te lezen in dat boek van ’m. Waar was SP-leider Lilian Marijnissen? We deden nog een verzoek voor een interview, maar dat zou niet meer beantwoord worden. Wel zagen we Marijnissen voorbijkomen in een quizje op tv en in een zouteloos interview in de NRC.

Misschien ligt de kiem van de neergang in de jaren negentig, toen in Europa Wim Kok en Tony Blair de ideologische veren afschudden en voor de Derde Weg opteerden, een ideologisch misbaksel dat moest verbloemen dat voortaan alle zegeningen van de markt verwacht moesten worden. Daar staat tegenover dat na Kok Pvdavoormannen als Wouter Bos en Diederik Samsom de linkse beweging aanvankelijk nog voorzagen van nieuwe impulsen. Maar toen kwam daar Rutte II, met een Pvda in de rol van ‘aangever’ van VVD-beleid.

De gifbeker bleek nog lang niet te zijn leeggedronken.

Wat is er mis met links – dat is te zeggen, met oud-links, want Groenlinks en de Partij voor de Dieren lijken nergens onder gebukt te gaan. Het is in linkse kringen een beetje een taboe, maar toch: zou het kunnen dat de Pvda zichzelf onderhand gewoon heeft overleefd? De arbeider is geëmancipeerd, het volk verheven. Missie volbracht. We vragen het historicus Dirk- Jan van Baar. “Dat is dus het soort reacties dat je na die nederlaag in 2017 voortdurend hoort. Ze hebben zichzelf overleefd. Misschien kan de partij beter aansluiting zoeken bij Groenlinks. Zo was er nog een hele trits aan doodverklaringen die eerlijk gezegd mijn pet steeds te boven gingen. Er spreekt namelijk zoveel onbegrip uit over je eigen bestaansgrond, zoveel onmacht. Zeer verontrustend.”

Maar de klassieke sociaaleconomische verschillen zijn toch grosso modo voorbij? Wie heeft het hier echt slecht?

“Aha, ik hoor de echo van al die spindoctors uit Den Haag die beweren dat de tegenstelling tussen links en rechts niet meer bestaat en dat het alleen nog maar gaat om de middenklasse. Ik kan u verzekeren dat er nog altijd veel mensen zijn die niet tot die middenklasse behoren. Die mensen noemden we vroeger gewoon arbeiders, hoor. En diezelfde spindoctors menen dat het in de huidige, postmoderne politiek alleen nog draait om culturele thema’s, de drie i’s: islam, immigratie en integratie. Onbegrijpelijk dat links zich dit rechtse verhaal heeft laten aanpraten en is meegegaan in allerlei identiteitspolitiek die de essentie van de sociaaldemocratie, namelijk het verschaffen van een minimum aan bestaanszekerheid aan álle burgers, alleen maar heeft bemoeilijkt.”

De drie i’s, daar scoort de Pvda ook niet erg hoog mee. De partij keek weg van de reeds begin jaren negentig door Frits Bolkestein en Paul Scheffer gesignaleerde multiculturele drama’s. Daarmee verwijderde het zich van de oude achterban in de volkswijken.

“Ik heb dat eerder in een stuk voor Socialisme & Democratie een giftig verwijt genoemd. Rechts, zo schreef ik, huilt net zo makkelijk mee met al die islamcritici als met allerlei vergeten groepen die als gevolg van marktgeoriënteerde saneringen in de knel zijn gekomen. Maar die groepen moeten vervolgens zichzelf zien te redden.

Onze samenleving ondervindt steeds meer concurrentie van de wereldmarkt. Daardoor zal sociale zekerheid veel belangrijker worden.

De spilzieke, linkse overheid geldt dan als een geluksmachine die haar beloften niet waarmaakt, en krijgt dus van alles de schuld.”

Wat verwijt u links zelf?

“De Pvda reageert te gelaten, ook en vooral op de kritiek van Wilders en Baudet dat de partij zou bestaan uit nepdemocraten. Ook vind ik het jammer dat de Pvda zover is meegebogen met al die economen die de verzorgingsstaat voorstellen als collectieve kostenpost. Dat de Pvda heeft laten gebeuren dat de AOW-leeftijd is verhoogd, in wezen niks anders dan een enorme lastenverzwaring, beschouw ik werkelijk als een dieptepunt.”

U schreef in Socialisme & Democratie: ‘onbegrijpelijk hoe de partij dit kroonjuweel van sociale zekerheid uit de glorietijd onder de oude Drees, de enige overheidsregeling waar álle Nederlanders belang bij hebben, heeft laten kannibaliseren in ruil voor ‘hervormingen’ die alleen de hoogopgeleide middenklasse met goede beroepsperspectieven voordeel brengen’.

“En ik voegde daaraan toe dat op deze manier de Pvda de ondergang over zichzelf heeft afgeroepen.”

Gloort er nog ergens een beetje hoop of is die ondergang onomkeerbaar geworden?

“Ik denk dat er kansen liggen, zeker. We hebben een samenleving die door flexwerk wordt gekenmerkt en die steeds meer concurrentie van de wereldmarkt ondervindt. Daardoor zal sociale zekerheid veel belangrijker worden.”

U schreef voorts dat de toekomst van de sociaaldemocratie in de ouderenzorg ligt, waarbij een beroep op de christelijke naastenliefde – hier komt het CDA weer in beeld – niet zou misstaan.

“Historisch gezien zijn Pvda en CDA volkspartijen en ik denk dat zij samen een front moeten vormen tegen het populisme, waarin een roep om sociaal protectionisme doorklinkt. Het is het blijvende belang van de sociaaldemocratie om daarvoor te zorgen.”

En da’s niet hip of sexy, concludeert u, maar noodzakelijk.

“Het alternatief is Eigen Consumeren Eerst, oftewel de politiek van de maagmens, die niet anders uitloopt dan op de nihilistische barbarij.”

Crisis, what crisis? Bij Groenlinks heeft de euforie over de zetelwinst van 2017 (van 4 naar 14) gaandeweg plaatsgemaakt voor een rotsvast vertrouwen dat de partij het electorale tij voorlopig mee zal hebben.

Rond de 17 zetels staan zij nog steeds in de peilingen, amper 5 minder dan regeringspartij VVD. Wat doet Groenlinks dan anders dan Pvda en SP? We vragen het GL-veteraan Bram van Ojik. “Er zijn meerdere redenen, maar een ervan is zeker de deelname van de Pvda aan het tweede kabinet-Rutte. De kiezer heeft daarin kennelijk geen meerwaarde herkend die hij of zij wenste te belonen met een stem. D66 heeft momenteel te maken met hetzelfde verschijnsel. Daarnaast hebben vooral Pvda en SP te maken met het effect van de ontzuiling. Politieke leiders als Kok, Bos, Samsom of Marijnissen kunnen dat effect misschien tijdelijk hebben verbloemd, maar uiteindelijk is de trend die erachter schuilt, onverbiddelijk naar boven gekomen: de ouderwetse sociaaldemocratische kiezer is niet meer trouw aan zijn partij, aan zijn zuil, waarvan ook weinig is overgebleven. Met de ontzuiling is de samenleving gedifferentieerder geworden, of negatiever gesteld, meer verpulverd en vergruisd.”

Er is nog een andere oorzaak van de werdegang, en die heeft alles te maken met linkse opvattingen over de multiculturele samenleving. “De Pvda,” meent Van Ojik, “is altijd de kop-van-jut bij dat thema.

En het gekke is dat de partij, en eigenlijk heel links, zich dat verwijt steeds laat aanleunen.”

Dat is niet onterecht, want jullie geloven in een soort sprookjesachtig multicultureel paradijs, een heilstaat, wat toch alom beschouwd wordt als achterhaald en naïef?

“Wij worden inderdaad vaak neergezet als dagdromers, als idealisten die niet met beide benen op de grond staan. Maar dat bestrijd ik ten zeerste. Wij zijn juist de realisten, ook op dat dossier. Kijk eens van welke signatuur de diverse staatssecretarissen van asielzaken zijn geweest: Teeven, Verdonk, Dijkhoff, Harbers. Allemaal VVD’ers. Het verdrag van Marrakesh is door de VVD uitonderhandeld, maar nu zijn ze er opeens tegen. Ik wil maar aangeven dat rechts minstens zoveel steken heeft laten vallen op dat onderwerp. Maar op een of andere manier kleeft het hen niet of veel minder aan dan links.”

Hoe komt dat dan?

“Ik denk dat rechtse partijen beter in staat zijn om op emotie in te spelen. Linkse mensen zijn rationeler, houden van feiten. Kijk naar een Thierry Baudet en hoe hij het debat rond dat pact van Marrakesh monopoliseert. Dat pact is volgens hem een vrijbrief om iedereen maar recht op asiel te geven, terwijl het dat toch echt niet is. Klimaat, idem. Hij ontkent gewoon dat er, als we niks doen, grote gevaren rijzen voor deze planeet. Daarmee ontkent hij simpele en alom erkende feiten. Hij schetst steeds scenario’s die ofwel mensen angst inboezemen, of die bepaalde ontwikkelingen bagatelliseren. Best griezelig.”

Vindt u Baudet gevaarlijk?

“Baudet is geen nar, geen dorpsgek. Als hij daadwerkelijk macht krijgt, dan is dat gevaarlijk ja.”

Maar kennelijk vindt Baudet gehoor voor zijn in uw ogen verwerpelijke verhaal. De vraag blijft: hoe kan dat dan?

“Wij houden met enige regelmaat meetups waar soms wel duizenden merendeels jonge mensen op afkomen. Ik heb er een paar bijgewoond, met veel van die bezoekers gesproken en dan beklijft toch het beeld van mensen die optimistisch zijn, die de problemen onderkennen maar die daar niet somber en moedeloos in wegzakken maar er juist iets tegen willen doen.

Rechtse partijen zijn beter in staat om op emotie in te spelen. Linkse mensen zijn rationeler, houden van feiten.

Zij worden niet geleid door angst of pessimisme, maar juist door pragmatisme. En nogmaals, door optimisme. Ik denk dat dat het wezenlijke verschil is: Groenlinksers staan anders in het leven.”

Groenlinks versus Forum voor Democratie, wordt dat de nieuwe tweedeling in de samenleving?

“De tegenstelling tussen links en rechts is van alle tijden. Voorheen ging het om sociaaldemocraten tegen christendemocraten. Nu hebben we aan de ene kant Groenlinks en op rechts, ver weg van de VVD, heeft Forum voor Democratie zich gepositioneerd. Daartussenin heb je het midden dat deels cultureel progressief is, deels bestaat uit de mensen die zich in de gelehesjesbeweging vinden. Het is geen tweedeling, maar een veeldeling, een multi-deling.”

Kortom, de mensen zijn op zoek.

“Dat geloof ik zeker. We zitten in een overgangsfase, maar welke kant het op gaat, weet ook ik niet. Dat maakt onze tijd tegelijkertijd zo ontzettend boeiend.”

Ooit gold D66 onder oprichter en leider Hans van Mierlo als ‘bijwagen’ van de Pvda. Die term was bedacht door Hans Wiegel en raakte de kern: het D66electoraat bestond uit onder meer mediavolk, reclamemensen, juristen, kunstenaars. Hogeropgeleiden in elk geval, met een op sociaaleconomisch vlak doorgaans links kloppend hart en voor het overige een zeer progressieve mindset. Maar progressief links en rood links zijn allang niet meer complementair, meent oud-D66- Kamerlid Boris van der Ham. Als je de uitslag van 2017 bekijkt (winst van zeven zetels), lijkt de crisis van links ook progressief links voorbijgegaan te zijn. Althans, voorlopig, want D66 krijgt straks bij de Provinciale Statenverkiezingen geheid een pak op de broek wegens algehele onzichtbaarheid in Rutte III.

“Het verschil tussen progressief links en rood links is de laatste jaren alleen maar toegenomen,” stelt Van der Ham. “Rood links heeft zich mettertijd op sociaaleconomische thema’s, maar vooral op een aantal niet-economische thema’s meer en meer vervreemd van haar eigen achterban, en die achterban is zich juist steeds meer gaan thuisvoelen bij bijvoorbeeld de PVV. Die partij staat sociaaleconomisch behoorlijk aan de linkervleugel en tegelijkertijd is men uiterst kritisch, zeg maar gerust vijandig, over de multiculturele samenleving, een onderwerp waar een deel van de voormalige Pvda-kiezer eveneens grote vraagtekens bij plaatst. En dat zijn niet alleen de zogenaamde lageropgeleide kiezers; steeds meer kiezers zijn bereid een gecalculeerd risico te nemen om op een politicus te stemmen die ze zelf objectief gezien ook niet helemaal redelijk vinden. Of het nou Trump, Duterte of Wilders is. In de hoop op wezenlijke veranderingen neemt dat deel van de kiezers de bagger voor lief die zij ook uitstrooien. Alles beter dan de status quo.”

Wat is er met progressief links gebeurd?

“D66 zit sociaaleconomisch vaak in het midden, soms wel op de rechtervleugel.

Heeft de Pvda zichzelf onderhand niet overleefd? De arbeider is geëmancipeerd, het volk verheven.

Maar op het ideële, immateriële vlak behoort D66 tot de progressieve linkervleugel. Maar ik zou het ongemakkelijk vinden als D66 alleen een partij voor academici zou worden. Voor mensen die hoogopgeleid zijn en graag praten over abstracte kwesties. Sterker, als je echt vindt dat het grove geschut niet de overmacht moet krijgen, moet je juist vanuit het midden van de politiek radicaal durven te zijn. Zorgen voor een betere inkomensverdeling, voor betere veiligheid, voor betere zorg.”

Waarom zou D66 zich niet kunnen beperken tot zeg maar de highbrow-thema’s?

“Omdat er geen onderscheid moet zijn tussen de zogenaamde highbrow en andere thema’s. Ook omdat de zogenaamde elite haar positie moet gebruiken om het voor de minder bedeelden in de samenleving beter te maken. De elite moet zich niet terugtrekken op haar eigen eilandje, maar moet actief helpen om alle lagen van de bevolking met elkaar te verbinden. Doet ze dat niet, dan krijg je gescheiden werelden, dan hangt je samenleving als los zand aan elkaar en valt tenslotte uit elkaar.”

Van der Ham stelt het klimaatdebat als voorbeeld. Het is belangrijk voor de toekomst dat we van de fossiele brandstoffen af gaan, hoewel dat voor veel mensen nog als iets abstracts, als highbrow voelt. Maar dat kan niet zonder te kijken naar de gevolgen op de zeer korte termijn. “Als de energierekening straks schrikbarend stijgt omdat wij van het gas af zijn gegaan, dan hebben we iets niet goed gedaan, dan komen mensen in opstand en breng je het doel om schoner te worden, juist in gevaar. Zo zijn er meer onderwerpen waarbij progressief links en rood links samen moeten optrekken, teneinde het evenwicht te herstellen.”

Steeds meer kiezers zijn bereid op een politicus te stemmen die ze zelf ook niet helemaal redelijk vinden.

​​​​​​​Het is slechts een vermoeden, maar zou in de vertraging van het boek van Lodewijk Asscher opzet kunnen schuilen? Dat Asscher de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen afwacht om er nog een slothoofdstukje uit te persen? Drie scenario’s staan dan open: of hij verliest gigantisch en maakt dan haast onvermijdelijk zijn aftreden bekend als politieke leider. Goed voor de verkoop. Of hij weet het verlies om te buigen in een bescheiden winst, waarna hij verder kan. Sterker, de man wordt alweer op het schild gehesen. Kassa rinkelt wederom. Drie: het verlies voor de Pvda blijft binnen de perken. Een beetje handige scribent weet daar wel een positieve draai aan te geven. “Links is op de weg terug,” en dat soort proza. Zo bezien komt dat boek nog op tijd ook.