Spring naar de content
bron: ANP/Beeldbewerking HP/De Tijd

Kees van der Staaij: ‘Polygamie brengt alleen maar ellende’

Kees van der Staaij (Vlaardingen, 1968) is fractievoorzitter van de SGP. De partij bestaat sinds april honderd jaar.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Kevin van Vliet

Wat is uw huidige gemoedstoestand? 

Kalm en ontspannen. 

Aan wie ergert u zich? 

Van de zomer zaten we tien uur vast op het vliegveld van Rome, op weg van Sicilië naar Amsterdam. Het vliegtuig was overgeboekt. De mevrouw aan de balie zei: “Ja, dat kan gebeuren.” Er was geen enkel spoor van empathie of verontschuldiging over de gang van zaken. Dat vind ik zwaar om te verdragen. 

Wie zijn uw helden? 

Mensen die met eindeloos geduld mantelzorg verlenen aan hun dementerende echtgenoot of echtgenote, door toewijding en zelfverloochening. Zij verrichten heldendaden. Op politiek vlak denk ik aan Guillaume Groen van Prinsterer, grondlegger van de christelijke politiek in Nederland. Hij pionierde en werd weinig toegejuicht door tijdgenoten. Zijn werk helpt mij om vanuit mijn eigen overtuiging tegen de tijdgeest in te gaan.

Lijkt u op uw moeder? 

Toen ik net in de politiek zat, kwam de burgemeester van Barneveld naar mij toe. Hij kende mijn ouders nog van vroeger en zei: “Jij hebt de bescheidenheid van je moeder en de vlotte babbel van je vader.” Daar zit wel wat in, denk ik. 

Lijkt u op uw vader? 

Het verbale, de liefde voor discussiëren en stevig debatteren, heb ik van mijn vader. Hij is recht voor zijn raap. Ik ben wat diplomatieker en voorzichtiger. 

Wat is uw grootste angst? 

Het plotseling overlijden van geliefden. Als ik aan mijn ontbijt zit en sirenes hoor, net als de kinderen een kwartier de deur uit zijn, dan komt die angst weleens bovendrijven. Mijn moeder overleed in 2010. Ik vond het heel bijzonder dat ik nog afscheid heb kunnen nemen van haar. Dat is ongelooflijk waardevol geweest. 

Bent u aantrekkelijk? 

Die vraag stel ik mij nooit. Ik ben blij dat mijn vrouw mij aantrekkelijk genoeg vond om mij haar ja-woord te geven. 

Wat is uw definitie van geluk? 

Een aangename toestand van vrede en vreugde. 

Waar schaamt u zich voor? 

Gebrek aan zelfcontrole. Ik ben een gedisciplineerd mens en vind het belangrijk om niet allerlei impulsen zomaar te volgen. Ik kan me schamen als ik ’s avonds te lang doorga met de borrelnootjes. In onmatigheid komt al snel iets destructiefs los. Dronkenschap ken ik niet en heb ik nooit gekend, al kan ik wel genieten van een goed glas wijn. 

Gelooft u in God? 

Ja, ik geloof in God. In mijn studententijd heb ik aan mijn geloof getwijfeld. Ik las toen Sartre, Camus, Simone de Beauvoir, en hun kritiek op religie nam ik serieus. Ik begon me af te vragen of mijn geloof er wel tegen bestand was. Die twijfel heeft tot verdieping geleid, en uiteindelijk tot een versterking van mijn geloof. Er mag dus best tegenaan getrapt worden. 

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild? 

In een diep religieuze ontroering op Goede Vrijdag. Ik zat wat te mediteren over het sterven van Christus en dacht aan alles wat scheef en verkeerd en mis is in de wereld, en hoe Jezus dat overwon. Er kwamen tranen van verdriet en van vreugde. 

Van wie houdt u het meest? 

Mijn vrouw Marlies en mijn kinderen Michaël en Camilla. 

Bent u monogaam? 

Zeker, met overtuiging ga ik voor de exclusieve liefde. Polygamie brengt alleen maar ellende, is mijn overtuiging. 

Welk leed heeft u anderen berokkend? 

Ik heb onlangs op de fiets een mevrouw van haar fiets gereden. Gelukkig was de schade beperkt, maar het was wel erg dom en ongelukkig. Dan heb ik het over daden. Met woorden heb ik ook mensen leed berokkend. In het debat over hulp bij levenseinde bijvoorbeeld. 

Wie hoopt u nooit meer terug te zien? 

Ik heb eigenlijk een diepe aversie tegen het afschrijven van mensen. Ieder mens is een kostbaar schepsel van God. Al moet ik wel zeggen dat ik een hekel begin te krijgen aan colporteurs. Ze doen een inbreuk op mijn persoonlijke levenssfeer en er wordt dan ook nog van mij verwacht dat ik mijn ‘nee’ beargumenteer. 

Hoe is ongeluk te vermijden? 

Ongeluk is te vermijden, de mens heeft er zeker zelf invloed op. Als ik een auto heb met slechte remmen, dan ga ik daar niet in rijden met het geloof dat God mijn leven leidt, en dat ik – zolang het mijn tijd niet is – geen ongeluk krijg. Dat vind ik een rare manier van geloofsbelijdenis. Zorg dat je goede remmen hebt. 

Wat is uw devies? 

Ora et labora. Bid en werk.

Onderwerpen