Spring naar de content

‘Lieve Adèle, ik heb het heerlijk met je gehad’

Adèle Bloemendaal (1933) was actrice, cabaretière en zangeres. Ze overleed op 21 januari. Eric Beekes schrijft haar een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Eric Beekes

Lieve, dierbare Adèle,

Negentien moet ik zijn geweest toen ik eind jaren zestig jouw show Aaahdèle op tv zag. Onder de indruk was ik. Tot mijn verbazing werd ik later gevraagd voor een piepklein rolletje in een van je shows. Ik zou je in levenden lijve ontmoeten. Helaas werd de scène opgenomen zonder jou.

Tien jaar later zag ik je op een feest bij travestie-artiest Olivetti. Dit is mijn kans, dacht ik. Onopgemerkt was je ineens verdwenen. Weer niet gelukt.

Wéér tien jaar later zat ik dicht bij je aan een diner. Dit is mijn grote kans, dacht ik. Weer was je ineens verdwenen.

In 1982 was Adèles keus een triomf. Ik zag de show zes keer en ik bezorgde bloemen. Niets op gehoord. Na een paar jaar bloemen bezorgen heb ik de moed opgegeven. Ik zou je nooit ontmoeten. Toch kwam volledig onverwacht de ommekeer. Ik speelde in de Stadsschouwburg, en herkende je beroemde lach vanuit de zaal. Tot mijn schrik kreeg ik na afloop van de portier het bericht dat mevrouw Bloemendaal op mij wachtte in Hotel Américain. “O Eric, ik heb een uur lang gekird en gekrijst als een kind.” Het begin van een lange vriendschap. Algauw belden we elkaar dagelijks op. Jij ’s ochtends, ik ’s avonds. Veertien jaar lang, dat moeten duizenden telefoontjes zijn geweest. Je werd een deel van mijn leven, mijn vriendin, mijn grote theaterliefde en muze.

Boodschappen, wandelingen, lunches en premières. Bij alles liep ik naast je, in jouw schaduw. We lachten samen veel.

“Goedemiddag mevrouw Bloemendaal, fijne middag gehad?”

Jij: “O ja, we hebben zo heerlijk liggen neuken.”

Of: “Eric, stop even de auto.” Ik schrok. “Vanaf heden zie ik af van seks. Als je zo rond de 68 bent, helpt zelfs aangepast licht niet meer. Je kunt nu doorrijden.”

En: “Eric, ben ik nou je vriendje of je vriendinnetje?” Allebei, Adèle.

Verdrietige momenten waren er ook. Je kreeg in de loop der jaren vele beroertes en een hersenbloeding. Maar onze vriendschap werd steeds dieper en hechter. De tijd kwam dat je het verstandig vond naar een verzorgingshuis te gaan. Niet lang daarna kreeg je ‘de gróte beroerte’. Je verloor je spraakvermogen en kon beperkt lopen.

Wekelijks bezocht ik je en keek ik vol bewondering naar je rustige uitstraling. Je had het ziek zijn volledig aanvaard. Tijdens onze ontmoetingen keken we in stilte, hand in hand, naar het uitzicht over je geliefde Nieuwmarkt.

Thuis lees ik je kaartje: “Voor Eric, mijn gesprekspartner, steun en toeverlaat, tot den dood.” Lieve Adèle, ik heb het heerlijk met je gehad.

Eric