Spring naar de content

‘Ik denk heel vaak aan je’

Wim Brands (29 maart 1959 – 4 april 2016) was dichter, journalist en vooral bekend als presentator van het tv-programma Boeken. A.L. Snijders schrijft hem een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door A.L. Snijders

Beste Wim,

HP/De Tijd vraagt me je een brief te sturen. Ze denken daar kennelijk dat je nog ergens bent. Er zijn miljarden mensen die dat denken; ik hoor daar niet bij. Het is mij onmogelijk om serieus aan een paradijs, een hel, een hemel of een vagevuur te denken. Het ergens waar je nu bent, kan ik alleen verbinden aan de tijd en ruimte van voor je geboorte, dat noem ik het nergens. Waar je voor je geboorte was, daar ben je ook weer na je dood, nergens.

In de brief mag het om een herinnering of een anekdote gaan. De herinnering heeft iets te maken met de eerste verjaardag van Bobbie. Omdat dit, ondanks de omstandigheid dat jij hem niet zal lezen, toch een echte brief is, hoef ik je niet te vertellen wie Bobbie is, want dat weet je wel. Ze wordt in december achttien. We zaten dus zeventien jaar geleden samen aan een tafeltje op een kinderpartijtje, het gesprek kabbelde. Plotseling, zonder enige aanleiding, zei je dat je Salinger en Nescio bij nader inzien toch geen goede schrijvers vond. Daarna stond je op en ging naar huis. lk bleef verslagen achter, ik had je een paar weken daarvoor verteld dat S. en N. mijn favoriete schrijvers waren.

Kort voor je dood zaten we samen achter een tafel op een podium in een bibliotheek. lk houd van een globale voorbereiding, dat wil zeggen een paar blaadjes met zkv’s. Terwijl jij me aankondigde, haalde je de blaadjes weg. Zulke dingen deed je om te zien hoe ik me eruit redde. Dat lukte altijd, ik pakte andere blaadjes uit mijn tas of praatte wat voor de
vuist weg.

Toen je dood was, wist ik niet hoe ik zou reageren. Nu weet ik het wel: ik denk heel vaak aan je. Dat je altijd in verschillende toonaarden benadrukte dat je een boerenjongen uit een disfunctioneel gezin was, die het harde leven kende. Terwijl ik in een verwend rijkeluismilieu in Amsterdam-Zuid was opgegroeid en dus niets van het leven begreep. Dat hoorde ik graag, deze tegenstelling was me lief en daarom mis ik je.

A.L. Snijders