De stijl van… Arno Kantelberg
Arno Kantelberg (1968) is hoofdredacteur van stijlmagazine Esquire en schrijft wekelijks voor Volkskrant Magazine over stijl en mode. Deze maand verschijnt zijn boek Man op z’n best bij Uitgeverij Podium: een gids die de Nederlandse man van kledingstijladvies dient.
Hoe belangrijk vindt u het kleedgedrag van mannen?
“Om Oscar Wilde te citeren: ‘It is only shallow people who do not judge by appearances.’ Het is de grootste flauwekul om te denken dat uiterlijk onbelangrijk is. Zowel mannen als vrouwen gaan op eerste indrukken af. In Nederland, waar alles altijd om de inhoud draait, is ijdelheid een groot taboe. Wij hebben nou eenmaal veel moeite om toe te geven dat uiterlijk wel degelijk een rol speelt in onze samenleving. Dat hoeft helemaal geen zware rol te spelen. Maak iets fleurigs van je uiterlijk, iets opgewekts.”
Volgt u de laatste mode?
“Niet met meer dan gemiddelde interesse. Over mannenmode kun je lang of kort praten: we hebben schoenen, een broek, een overhemd en een jas. Mannen zijn niet echt geïnteresseerd in wat de kleur van het seizoen is. Ik ook niet. Sterker nog, ik zou niet eens weten wat de kleuren van dit moment zijn. Vrouwen zijn hier veel meer mee bezig. Soms zie ik meisjes in de trein hun make-up bijwerken. Een man zou nooit zijn kam tevoorschijn halen om in de weerspiegeling van de ruit z’n kapsel bij te werken. Vrouwen zijn vaak beter op de hoogte van wat er zoal te zien is op de catwalk. Ik ga wel naar modeshows, maar die zijn voor mij lichte vormen van komedie. Mode is een wegwerpartikel. Stijl is voor eeuwig.”
Zijn er genoeg mogelijkheden voor mannen om een eigen kledingstijl te creëren?
“Stijl gaat verder dan kleding alleen. Het is de manier waarop iemand in het leven staat en zijn houding ten opzichte van andere mensen. Stijl gaat van muziek waar iemand van houdt tot aan mensen met wie hij zich omringt. Persoonlijke stijl is meer een levensstijl dan een kledingstijl. Een eigen kledingstijl moet je bouwen op een fundament. Bepaalde stijlregels en voorwaarden vormen dat fundament. Vanuit die basiskennis kun je vervolgens zelf experimenteren met kledingstukken, stoffen en kleuren. Ik probeer daar zelf veel mee te spelen. Wat is er voor lol aan om precies te doen wat de regeltjes voorschrijven? Regels zijn er om gebroken te worden. Ik heb, net als de gemiddelde Henk – van Henk en Ingrid – geen zin om te doen wat een ander mij dicteert.”
Maar u schrijft in uw columns juist voor hoe anderen zich moeten kleden.
“Jawel, maar ik belicht vooral de technische kant van stijl. Uitgaan van huidskleur en proporties is veel belangrijker dan wat de kleur van het seizoen is. Heb je een lange nek, dan zou ik je niet snel adviseren om een trui met V-hals te dragen. Ben je te dik, dan moet je geen dubbellaagse jas dragen, want dan komt er een hele lap stof bij. Ik leg in een persoonlijk advies uit hoe je de ideale versie van jezelf kunt tonen door je zwakke punten te verdoezelen. Moeilijk is het niet; je moet er aardigheid in krijgen.”