Spring naar de content
bron: anp

Nederland promoten als één stad

In Amsterdam wordt gemekkerd over de drukte in de binnenstad, de rijen bij het Anne Frank Huis en het Rijksmuseum, die verschrikkelijke bierfiets niet te vergeten. Een oplossing zou zijn om de toeristenstroom over heel Nederland te spreiden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frits Huffnagel

In september 2004 presenteerde ik als wethouder van Economische Zaken in Amsterdam in de kleine zaal van het Concertgebouw het nieuwe logo voor de stadspromotie van de hoofdstad: ‘I amsterdam’. Uitgevoerd in zwart, rood en wit en ontworpen door reclamebureau KesselsKramer. Dit reclamebureau had de pitch gewonnen die mijn voorganger Geert Dales had uitgeschreven onder vijf Amsterdamse bureaus. Erik Kessels was niet de enige die op het idee ‘I amsterdam’ was gekomen, want twee andere bureaus hadden er ook mee gespeeld, maar de uitvoering van KesselsKramer was het meest strak en hun verhaal over de noodzaak van een campagne die creativiteit, innovatie en handelsgeest benadrukte, sprak het meest aan.

Volgens een ‘onderzoekje’ in Het Parool bleek een meerderheid van de Amsterdamse bevolking er niet warm voor te lopen. Waar is dat voor nodig? Kan dat geld niet beter worden besteed? Waarom is het in het Engels? Van de fractie van Leefbaar Amsterdam, bestaande uit vader en zoon Bakker van de Dappermarkt, kreeg ik een T-shirt met als opschrift ‘Ik ben Amsterdammer’. Dat vonden zij een betere slogan voor de stadspromotie. Toch duurde het niet lang voordat bewoners, ondernemers en bezoekers ‘I amsterdam’ begonnen te omarmen. Of je nu woont, werkt of op bezoek bent in Amsterdam, voor allemaal geldt: jij bent een stukje van de stad en samen maken we de stad. Na Amsterdam kozen verschillende steden voor woordgrapjes om hun stad te promoten: BeBerlin, LondON, OnlyLyon. Allemaal afgekeken of geïnspireerd door de campagne van onze hoofdstad.

Jarenlang was het idee dat toeristen enkel naar Nederland waren te lokken door Amsterdam onder de aandacht te brengen. Amsterdam heeft een grotere naamsbekendheid dan Nederland en zo’n tachtig procent van alle toeristen die Nederland voor het eerst bezoeken gaan enkel en alleen naar Amsterdam, terwijl een Amerikaanse of Aziatische toerist een stad met nog geen 825.000 inwoners eerder een wijk vindt. Dat we, hoewel klein op de wereldkaart, niet verplicht zijn tot klein denken, werd over het hoofd gezien.

Een Amerikaanse of Aziatische toerist vindt Amsterdam, met nog geen 825.000 inwoners, eerder een wijk.

Mede ingegeven door het succes van de ‘I amsterdam’-campagne zijn marketingorganisaties gaan nadenken over het spreiden van bezoekers in tijd en plaats. Natuurlijk zullen binnenlandse en buitenlandse toeristen het Anne Frank Huis willen blijven bezoeken en hoewel de rij voor de Westerkerk soms misschien wat overlast oplevert, zou het toch voor iedereen helder moeten zijn dat het goed is dat die interesse er is. En natuurlijk wil bijna iedereen de Nachtwacht een keer met eigen ogen hebben gezien, en omdat we niet allemaal een behandeling krijgen als Barack Obama of de koninklijke familie van Monaco, zorgt dat soms voor rijen bij het Rijksmuseum. Maar het gemekker daarover van types die zich voordoen als Vrienden van de Binnenstad is volstrekt onterecht. Veel van deze lieden, die in de jaren tachtig nog een huis kraakten en daarna vaak voor een habbekrats het bezit van een ander in handen kregen, gedragen zich nu als eigenaar van de Amsterdamse binnenstad. Dat de (hoofd)stad van iedereen is, en dat je als je daar gaat wonen die dus zult moeten delen, past niet in hun progressieve opvattingen. Dat de horeca en het toerisme velen aan werk helpen en de stad aan inkomsten, interesseert deze mensen ook niets. Ze willen het liefst een hek om de binnenstad en een reservaat voor zichzelf creëren. Dat reservaat mag dan alleen worden geopend voor bezoekers die via Airbnb hun woning komen huren, want op die site zijn heel wat huizen van klagende binnenstadsbewoners terug te vinden.

De meeste linkse partijen zijn geneigd deze zeurpieten naar de mond te praten, hengelend naar hun stemmen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen. De Partij voor de Dieren wil een beperking van het aantal toeristen, maar heb ik nog nooit gehoord over het leed dat hondenpoep heet. En het zijn niet de toeristen die op de stoep poepen. Hoe sociaal is het eigenlijk om in een drukke binnenstad op vaak kleine woningen honden en andere huisdieren te houden? 

Laat degenen die niet tegen de drukte van een stad kunnen lekker elders gaan wonen. Het is vaak goedkoper en rustiger en er zijn genoeg mensen die graag met hen zouden willen ruilen maar het nu niet voor elkaar krijgen. Gelukkig zijn er natuurlijk ook veel (binnen) stadbewoners die werkelijk sociaal zijn en realistisch. Bovendien zijn die er vaak juist trots op om hun mooie stad ook aan anderen te tonen. Die groep wil lekker wonen in de stad en komt enkel in protest tegen uitwassen als die belachelijke bierfi ets over de grachten. Die groep verdient het dat er niet 24/7 drukte is in de stad en daarom is spreiden in tijd en plaats verstandig.

Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen heeft onlangs zijn nieuwe beleid onthuld. Nieuw daarin is dat heel Nederland als reisbestemming wordt gepromoot. Dat de toerist die het Rijksken naar de plaats waar Rembrandt voor het eerst het licht heeft gezien (Leiden), naar het Mauritshuis in Den Haag gaat voor nog meer schilderijen van Vermeer of het Kröller-Müller Museum bezoekt, dat voor een buitenlandse toerist op een steenworp afstand van de Amsterdamse binnenstad ligt. Na een bezoek aan de Hermitage kunnen mensen ook prima naar hun hotel in Utrecht of Rotterdam. Minister Kamp van Economische Zaken riep eerder dit jaar in China touroperators op om ook het oosten van Nederland te bezoeken. Giethoorn kent al het succes van het trekken van Chinezen naar Overijssel.

Deze maand kwam ook het prachtige ko’ etafelboek Beautiful Holland uit met foto’s en uitleg over het Nederland van toen en nu. Het boek komt in meer dan tien talen uit (gelukkig ook in het Nederlands) en verhaalt over Nederlanders van Van Gogh tot Armin van Buuren. Vrijwel alle stedelijke en provinciale marketingorganisaties, die eerder vooral en enkel hun eigen stukje Nederland onder de aandacht brachten, hebben eraan meegewerkt. Nederland promoten als één stad, dat is het idee. Een stad met nog steeds veel minder inwoners dan New York, São Paulo, Mexico City, Shanghai of Seoul. Maar een mooie stad, waarin naast onze schitterende hoofdstad nog heel veel meer te zien is.