Spring naar de content
bron: anp

Even bellen met… Charles Groenhuijsen

Het einde van de basisbeurs is nabij; ouders van studerende kinderen mogen hun borst natmaken. Wie al begonnen is aan een opleiding, zit veilig, maar studenten die per 1 september 2015 starten, kunnen de basisbeurs op hun buik schrijven. Lenen of papa lief aankijken, wat wordt het? We vroegen het aan Charles Groenhuijsen, vader van drie studerende kinderen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Sebas Bouquet

De studiebeurs wordt een lening. Een goede zaak? 

“Dat lijkt me wel. Het is een scheve situatie als je mensen die straks veel meer gaan verdienen – duurbetaalde werknemers, advocaten, consultants – niet laat meebetalen. Er mag door studenten best iets aan worden bijgedragen. Zelf je studie betalen, dus. Of lenen, als dat niet lukt. Neemt niet weg dat ik vind dat mensen met een ontzettend laag inkomen vooral hulp moeten krijgen. Afgestudeerden met een laag inkomen moeten leningen kwijtgescholden krijgen. Anders is het niet redelijk.”

U heeft drie studerende kinderen. Zit u veilig? 

“Ik zal je zeggen, dat mag je best weten, dat ik behoorlijk krom moet liggen om mijn kinderen te sponsoren. Die studeren in Canada en de VS, plusminus tien keer zo duur. Maar dat doe ik met alle liefde. Ik werk als freelancer, het is behoorlijk leuren. Maar als ik ze straks zie stralen als ze hun diploma hebben gehaald, dan doet me dat veel. En ik vind dat iedereen zo zou moeten denken. We moeten koesteren dat het op veel aspecten zo goed gaat met de wereld. Daar mag best voor betaald worden.”

Dat doet u dus ook. 

“Als je iets kunt bijdragen, dan vind ik dat je dat moet doen. Gisteren heb ik voor mijn oudste zoon nog de huur voor zijn kamer overgemaakt. Toevallig is hij net afgestudeerd als ingenieur, in Montreal. Hij wil misschien verder studeren in Londen. De andere twee studeren ook in Amerika, onze dochter nog een jaar; de jongste nog drie. Mochten ze verder willen studeren, waar dan ook ter wereld, dan moeten we het wel over de fi nanciën gaan hebben.”

Aan tafel bij Pauw zei u onlangs: “Studeren is immers prijzig, en dat wordt betaald door anderen. Studenten hebben dus de plicht om hun studie snel te doorlopen.” 

“Het gaat om een morele plicht. Als je uitrekent wat men betaalt om jouw studie mogelijk te maken – daar staat een plicht tegenover. En die morele verantwoordelijkheid – denk aan het gemak waarmee sommigen van studie wisselen – ontbreekt nog weleens.”