Chabot – Greatest Bits (**)
Wekelijks gaat Thom Goderie op expeditie in de natuurlijke habitat van de Nederlandse socialite, en onderwerpt hij premières, vernissages en andere feestelijkheden aan een smakelijke analyse. Deze week: Chabot – Greatest Bits.
In de Centrale Openbare Bibliotheek Amsterdam opende vorige week zaterdag de tentoonstelling ‘Greatest Bits’, over het leven en het (veelzijdige) werk van Bart Chabot. Het was even zoeken, maar het slagwerk van Golden Earring-drummer Cesar Zuiderwijk wist uiteindelijk alle genodigden naar de zevende etage van de bibliotheek te trekken.
Daar, in de theaterzaal werd de tentoonstelling (tot en met 31 augustus te bezoeken) zó geopend dat-ie nooit meer dicht gaat, aldus Chabot. Daaraan voegde hij bescheiden toe wat telefoontjes te hebben gekregen van Amsterdamse collega’s, met de vraag hoe hij dit voor elkaar heeft gekregen.
Op de feestelijke avond werd ook Chabots debuutroman Triggerhappy heruitgegeven, een uitbreiding van het origineel uit 2013 met maar liefst 19.000 woorden. Chabot meldde dat hij de pest heeft aan zijn eigen feestje. Een goede reden om de lanceringen te combineren.
De schrijver bedankte eenieder voor hun komst, maar in het bijzonder Jan Mulder en Remco Campert. Met hen vormt hij het enige trio waarvan alle leden nog in leven zijn. Althans, in het theater, grapt de schrijver, die momenteel werkt aan een script voor het theaterstuk Chez Brood, over het leven van zijn in 2001 overleden vriend Herman. (Bart, Herman en Jules Deelder vormden tot 2001 ook een theatertrio.)
De zonen van Chabot – het trio Splinter, Maurits en Storm – waren speciaal voor de gelegenheid in een outfit van modeontwerper Hans Ubbink gestoken. Bart heeft, op zijn beurt, de telefoon van Hans overgenomen. Je schijnt de voicemail van Hans nog te krijgen als Bart niet opneemt.
Eindoordeel:
Chabot heeft de pest aan zijn eigen feestjes; maar dat is helemaal nergens voor nodig. De gezelligheid zat er goed in, en saucijzenbroodjes waren er genoeg.