Spring naar de content
bron: anp

Bloedverwanten: Cor en Dennis van der Geest

Cor van der Geest (Haarlem, 1945), ooit zelf judoka, was een Nederlandse judotrainer en werd in 2005 coach van het jaar. Samen met zijn zonen Dennis en Elco runt hij de sportschool Kenamju in Haarlem. Voormalig Nederlands judoka Dennis van der Geest (Haarlem, 1975) werd twee keer Europees kampioen. Tegenwoordig is hij ook bekend als televisiepersoonlijkheid en dj.
 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Sophie van Os

Cor van der Geest: “Ik ben als coach van mijn jongens Dennis en Elco nooit bezig geweest met het moeten creëren van topsporters. Ik denk dat dát de reden is  waarom ze zo succesvol zijn geworden. Tot hun veertiende of vijftiende levensjaar waren ze gewoon onderdeel van het judoën. Elco won altijd al veel, maar bij Dennis kwam dat pas later.

“Dennis is altijd al een heel intelligente jongen, heel erg nieuwsgierig en een beetje in zichzelf. Mede door de sport is het met die eenzelvigheid helemaal goedgekomen. Het was ook niet de makkelijkste jongen. Als hij iets wilde hebben, dan wist hij prima dat hij dat niet bij zijn moeder moest halen, maar bij zijn vader. Maar ik was wel heel duidelijk en waar nodig streng. Er zijn bij mij grenzen, en daar moet je niet overheen gaan. Als ik zei dat de jongens naar bed moesten, dan gingen we daar echt geen drie keer over doen! Daar is Dennis wel iets makkelijker in dan ik. Ook is hij iets geduldiger dan dat ik ben.

“Toen Dennis een jaar of zestien was, kreeg hij de motivatie om echt goed te worden en kwam zijn talent tot uiting. Daarna ging het heel snel met zijn carrière. Als hij zich ergens in vastbijt, dan gaat hij daar echt voor. Dat heeft hij van mij.

“Prachtig was het moment dat Dennis en Elco op één kampioenschap allebei Europees kampioen werden. Dat is heel erg zeldzaam in de judowereld. Als vader ben je dan euforisch! En als je me een beetje kent, dan weet je dat ik nogal euforisch kan zijn.    

“Maar we hebben ook grote teleurstellingen en tegenslagen te verwerken gehad. Ik dacht ook weleens dat iets op een bepaalde manier moest, terwijl Dennis daar een heel ander idee daarover had. Dat kan soms heftig zijn. Of wat dacht je van zware blessures, of Dennis die bij een WK-finalein de pan werd gehakt. We zijn dan wel heel even in de war, maar daarna gaan we ook weer door. Het verleden heeft ons al met al gevormd tot wie we nu zijn, en daar ben ik trots op. Ik had namelijk niets anders willen doen, als ik zo terugkijk. Ik denk dat ik altijd een goede vader ben geweest.

“Als voormalig judoka en vader en coach begreep ik als geen anderdat de jongens soms gingen slapen in de middag als ze in de ochtend krachttraining hadden gehad. Niet alle ouders begrijpen dat, maar judo is hard. Niet alleen voor Dennis en Elco, maar ook voor veel andere judoka’s was ik soms meer hun vader dan hun eigen vader. Als coach van je zonen die op het hoogste niveau judoën, kom je wel heel dicht bij elkaar. We hebben samen de hele wereld rond gevlogen. Ik ben stapelgek op Dennis en Elco. Ik doe alles voor ze.  

“Ik weet ook zeker dat er wel mensen jaloers geweest zijn op ons gezin. In 2005 werd ik coach van het jaar in Europa. En dan ga ik op de foto met mijn twee zonen. Ja, wie wil dat nou niet? En waarom werd ik coach van het jaar? Omdat mijn jongens zo goed zijn! Dat zijn wel cadeautjes in het leven.

“Als we een borreltje op hebben, willen Dennis, Elco en ik nog weleens opscheppen over onze prestaties, maar die jongens liggen altijd op de grond van het lachen als ik trots vertel dat ik twee keer derde van Nederland ben geworden. Nou, ik ben nog nooit een Cor van der Geest tegenkomen als coach! Die had ik trouwens sowieso op de grond gelegd.”

Dennis van der Geest: “Mijn succes is te danken aan mijn vader. Een groot gedeelte van mijn leven is sport geweest, al van jongs af aan. Ik ben op mijn vierde begonnen met judoën, omdat mijn pa dat deed. Het was mijn mazzel dat Cor al een raamwerk had neergezet, waardoor mijn succes mede mogelijk werd gemaakt. Bovendien zat ik destijds in een groep pupillen met erg veel talent. Mijn vader is niet voor niets op zo’n jonge leeftijd coach geworden. Hij heeft talent voor lesgeven, hij kan mensen aan zich binden, laat mensen dingen voor hem doen – in de positieve zin van het woord dan, hè – en hij helpt mensen graag hun grenzen te verleggen. We hebben geleerd dat als we op de mat stonden, het leven op de mat het belangrijkste is. Naast de mat is sport de belangrijkste bijzaak.

“Waar ik veel last van heb gehad als jochie en waar mijn zoon nu mee kampt, is het feit dat je vader een bekende judoka is. Ik merkte dat er als zoon van Cor van der Geest meer op je gelet werd en meer van je werd verwacht. Daar heb je nou eenmaal mee te maken.

“Ik doe veel dingen hetzelfde als mijn vader, maar mijn pa was strenger dan dat ik ben. Ik heb meer tijd voor mijn kinderen en ik doe meer met ze dan dat mijn vader destijds deed. Maar ik heb ook een ander leven dan dat van Cor, iets waar ik bewust voor heb gekozen. Mijn vader haalde ook weleens de kinderen van school, maar ik heb overdag meer tijd. Overdag gaf Cor les en ‘s avonds moest hij conditietraining geven. Maar ik heb met mijn vader veel meer contact gehad dan met ieder ander. Er waren mooie en moeilijke momenten net als bij iedereen, maar toen ik wereldkampioen werd, zat mijn vader aan de rand van mijn mat. Dat zijn de mooie momenten van het leven.

“En nu focust mijn pa, inmiddels bijna zeventig, zich volledig op de sportschool en zorgt hij ervoor dat deze toko blijft draaien. De ervaring die we hebben opgedaan met judo gebruiken we in het bedrijfsleven, Cor in de sportschool en ik bij lezingen in bedrijfsculturen waarvan je denkt: die zouden veel kunnen leren vanuit de topsportgedachte. Net als in het bedrijfsleven moet je in de sport afspraken maken, afspraken nakomen en dingen laten voor je werk. En net als in de sport, moet je in een bedrijf na een teleurstelling weer vooruitgaan. Als ik eerder een wedstrijd verloren had, dan was de stemming thuis niet super. Je richt je hele leven in om ergens een succes van te maken, en als dat dan niet lukt, is dat vervelend. Onafhankelijk van elkaar wilden we presteren, als sporter en als coach. 

“Ook al is hij gestopt als coach, ‘die ouwe’ maakt zich nog steeds druk over van alles en nog wat, ook over dingen waar hij geen bal verstand van heeft, zoals het aantal bezoekers en de sfeer in een stampvol Ahoy waar ik moest draaien als dj. Maar als er een lamp opgehangen moet worden, dan komt die ouwe ook.”