Spring naar de content

Bloedverwanten: Jules en Ari Deelder

Als het gesprek bijna is afgelopen, geeft filmmaakster Ari Deelder (27) een tip: “Ik zou gelijk in de eerste zin zeggen dat het geen lopend verhaal is.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ivo van Woerden

Goed idee. Want wie aanschuift in het naar Ari vernoemde Rotterdamse café om met de oer-Rotterdamse dichter en jazzbezetene Jules Deelder (68) en zijn dochter te praten, komt terecht in een meanderend gesprek waarin de associatie regeert. Een gesprek als een stevige jamsessie. Iedere vraag kan een vertrekpunt zijn voor een reis langs de zin van het leven, de kunst en de liefde. Tussendoor wordt er gestopt bij UFO’s, het vertalen van ‘krijg de achterwaartse touwcholera’ en drugs (Ari: “Omdat mijn ouders er relaxed over waren, heb ik er nooit het nut van ingezien. Ik ben er als kind ook niet mee geconfronteerd.” Jules: “Als mensen me ernaar vragen, zal ik niets ontkennen. Maar ik wil er niet op een wervende manier over praten”).

Ze zijn plagerig naar elkaar. Zeggen waar het op staat. En lachen. Jules wat nasaal binnensmonds terwijl zijn wenkbrauwen zich boven zijn vlinderbril met donkere glazen optrekken. Ari hard en vol overgave.

Ari begint met vertellen. Over haar film Toegetakeld door de liefde, naar een boek van Aat Ceelen. Er zitten zwevende onderbroeken in, waardoor de film geen kassucces gaat worden. Althans: zo moest Ari in gesprek met distributeurs constateren. Terwijl Ari praat, houdt Jules de krant tegen zijn neus gedrukt. Voordat hij zich in het gesprek mengt, wil hij eerst het laatste nieuws over Sparta lezen.

Ari had voor het eerst door dat er ‘iets’ met haar vader was toen ze als kind met hem naar de kermis ging en de man van de draaimolen zei: “Ah, meneer Deelder, u mag gratis.”

Ari, schertsend: “Voor de rest zijn er alleen maar nadelen aan Jules als vader.”

Tegen Jules: “Hoe is het nou voor jou om mijn vader te zijn?”

Jules: “Ik ben de vader van Ari Deelder. Mijn vader heette ook Arie. Je bent de laatste in de lijn.”

Ari: “Vergroot de druk nog maar. Ik zit toch al zo relaxed in mijn vel.”

Jules: “Of ik anders werd toen ik eenmaal vader was? Ja, Jezus. Ik was veertig toen ze werd geboren… Mijn leven werd anders, maar niet mijn manier van leven, laten we het daarop houden.”

De tekst gaat onder de foto verder.

Hij was bij de bevalling aanwezig. Jules: “Ik ben het nog aan het verwerken.”

Ari: “Mijn moeder heeft het niet makkelijk gehad met de bevalling.”

Jules: “Nee, met mij wel dan.”

Ari lacht: “Nee, met jou ook niet. Het verhaal is nog steeds dat ze tegen jou zei: ‘Het deed wel pijn hoor.’ En dat jij toen zei: ‘Nou ik ben pas bij de tandarts geweest…!’”

Jules: “Maar ik had echt een kiespijn, jongen, zo erg dat je je kop eraf zou hakken.”

Op dit moment treedt Jules op in bioscopen en clubs met De Deeldeliers. Daarbij wordt eerst een documentaire vertoond waarin hij met Bas van Lier en allerlei gasten aan het jammen is, en daarna doen ze dat live. Waar de voorkeur van zijn dochter uitgaat naar het maken van films waarin ze het verhaal naar haar hand kan zetten, houdt Jules er enorm  van iets op het moment te laten gebeuren.

Ari: “Jij wilt nooit twee keer hetzelfde doen.”

Jules: “Dat is ook het tempo van het leven. Alles moet helemaal niet alsmaar sneller, zoals iedereen blijft zeggen. Het leven is niet virtueel, maar speelt zich hier en nu af.”

Jules is er trots op dat hij geen mobiel en geen computer heeft. Maar ook Jules Deelder moet een agenda hebben waarin optredens en afspraken komen te staan.

Ari: “Dat hou ik bij. Jules kan zich veroorloven zo te leven, omdat ik de dingen regel.”

Jules: “Ten dele. Ik bedoel. Ik ben…”

Ari: “Computerfoob.”

Jules: “Zalig zijn de digibeten. Ze erven straks de echte wereld. De rest de virtuele. We staan op een kruispunt. Je kunt kiezen: naar de virtuele kant, of naar de werkelijkheid aan de andere kant.”

Ari: “Ik denk dat we dat allang gepasseerd zijn. Mensen hebben in de jaren tachtig de beslissing genomen alles met de computer te gaan doen. Dat kun je niet meer stoppen. Jij hebt er alleen voor gekozen de andere kant uit te lopen.”

Jules: “Welke kant ook. Je loopt altijd vooruit, weet je wel.”

Jules is eigenzinnig, maar volgens Ari toch iets minder solistisch dan je op het eerste gezicht denkt. Ari: “Wat ik zelf ontzettend leuk vond als kind, was om te zien hoe hij een gedicht voorlas aan Annemarie. En dat als zij een schilderij af had, ze dat aan hem liet zien. Samen kwamen ze zo verder bij het bedenken van dingen. Dat is zo gaaf! Dat zoek ik nu ook in een relatie: elkaar inspireren. Al blijkt het soort mannen dat mooie dingen maakt tot nu toe ook verschrikkelijk te zijn. Ach, je kunt met een groep vrienden net zo goed tot iets komen. Dat is te gek: je bedenkt samen iets, niemand weet meer waar het begon. Tien minuten later kan het alweer weg zijn. Dat bedenkmoment is fantastisch! Beter dan een orgasme!”

Jules: “Zo, een orgasme van tien minuten? Wat een uitstorting.”

Ari: “Nee, ik bedoel… Ach. Ik moet het niet met jou over orgasmes hebben.”

Jules: “Zo komt alles in dit gesprek voorbijvliegen. Probeer daar maar eens worst van te maken.”

In het kort

Jules Deelder (Rotterdam, 1944) was elf toen hij zijn eerste gedicht schreef, ‘Hoort, men werpt een atoombom’. In 1962 debuteerde hij in Het Algemeen Handelsblad. Hij schreef diverse dichtbundels en korte verhalen en staat ook graag op het podium om ze voor te dragen. In 1988 kreeg hij de Anna Blaman Prijs voor zijn nog immer uitdijende oeuvre. Hij trad in de jaren negentig veelvuldig op met Herman Brood en Bart Chabot. Deelder drumt zelf, en draait op talloze plaatsen jazzmuziek afkomstig uit zijn enorme platencollectie. Deelder was te zien in meerdere documentaires, waaronder recentelijk Pablo & Poëzie en De Deeldeliers. Met die laatste film gaat hij op dit moment het land door. Voor meer informatie zie www.basvanlier.nl en www.deelder.com.

Ari Deelder (Rotterdam, 1985) is  dj, kunstenares en filmmaker. Ze startte opleidingen aan de Gerrit Rietveld Academie en de Nederlandse Film en Televisie Academie, maar maakte die niet af. Sinds haar twintigste doet ze het management van haar vader. In 2007 werd haar eerste korte film Niets tegen Kees zeggen, naar een verhaal van haar vader, vertoond op het filmfestival Rotterdam. Daar zal dit jaar haar speelfilmdebuut Toegetakeld door de liefde in première gaan. Die film kwam tot stand dankzij een prijs die ze won bij het Rotterdams Filmfonds, aangevuld met crowdfunding en een enorme dosis goodwill. Zie www.toegetakelddoordeliefde.com.