IJsstadion Thialf in Heerenveen in zwart-wit
Het was erop of eronder voor Thialf, en eigenlijk is het dat nog steeds. Het Friese ijsstadion wordt gerenoveerd, zoveel is zeker na de injectie van 50 miljoen euro die door de provincie is toegezegd. Maar daarmee is de accomodatie nog niet verzekerd van haar toekomst als hét ijspaleis van Nederland waar internationale topwedstrijden worden gereden.
De KNSB wil namelijk dat er naast het nieuwe Thialf (voor internationale wedstrijden en recreanten) nog een tweede baan wordt geopend in Heerenveen die is bedoeld voor de topsporters. Daarvoor zoekt de provincie financiering in het bedrijfsleven die nog allerminst zeker is. Mocht het niet lukken om die tweede baan te realiseren is het allerminst zeker dat het de internationale status weet te behouden liet de KNSB doorschemeren. In mei zal de KNSB, sportkoepel. NOC*NSF en het rijk beslissen voor welke locatie men gaat, waarvoor ook Almere en Zoetermeer in de race zijn.
Thialf werd in 1986, als tweede baan ter wereld, overdekt. In dat eerste seizoen werden er meteen tien wereldrecords gevestigd en gold het als de snelste baan ter wereld. Na de komst van overdekte ijsbanen in Calgary en Salt Lake City, die op grote hoogte zijn gebouwd waardoor de luchtdruk lager is, is het die status kwijt. Het laatste wereldrecord dat in Thialf werd gereden stamt uit 2007 toen Sven Kramer een toptijd op de 10 kilometer noteerde van 12.49,88. Nog geen maand later reed hij daar in Salt Lake City echter bijna 7 seconden van af.
Maar Thialf heeft meer historie dan dat. Al in 1892 werd in Heerenveen een natuurijsbaan aangelegd, en in oktober 1967 werd het eerste ijsstadion door prinses Christina geopend in Heerenveen-zuid.