Spring naar de content
bron: anp

‘Jij was het die mij ooit voorstelde om samen een briefwisseling te beginnen, waarvan de bedoeling was die ten slotte te publiceren’

Gerrit Komrij (30 maart 1944 – 5 juli 2012) was dichter, schrijver, vertaler, polemist en samensteller van poëzie-bloemlezingen. Jeroen Brouwers schrijft hem een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jeroen Brouwers

Zeer goede Gerrit,

Jaren terug, eind vorige eeuw, werd in het Letterkundig Museum een foto gemaakt. Vier letterkundige heren naast elkaar. Voordat de prent voor de eeuwigheid werd gemaakt, vroeg een der heren zich nog hardop af: “Wie van ons sterft het eerst?” Op dat moment bliksemde het fotolicht. De vraagsteller was Frédéric Bastet. 

De eerste van het viertal die er voorgoed bij ging liggen was Harry Prick in 2006, twee jaartallen later gevolgd door Bastet zelf, beiden in de tachtig. En de derde blijk nu jij te zijn, Gerrit. 

Ik mailde je nog begin dit jaar. Geen idee dat je toen niet meer in je paleis in Portugal resideerde, maar in Amsterdam lag te sterven. In ieder geval vernam ik niets van je, waar ik eigenlijk niet echt verbaasd over hoefde te zijn. Jij was het die mij ooit voorstelde om samen een briefwisseling te beginnen, waarvan de bedoeling was die ten slotte te publiceren. Wat zouden wij elkaar in onze brieven niet allemaal te vertellen hebben, getoonzet in briljante bewoordingen en stijl! Geroffel en geschal, polemisten onder elkaar. Waarom Harry Mulisch geen groot schrijver is en de Vijftigers niets vertegenwoordigen dan een stilstaand watertje vol eendenkroos. En moeten we het niet ook over ‘Siebeltje’ hebben? Daarnaast zouden we natuurlijk over onszelf berichten. Hoe we leden en streden, stand hielden en bleven lachen. Boodschappen die we elkaar als boemerangs zouden toegooien: bij terugkeer zat er steeds een nieuwe brief aan. 

Alleen: jij bleek helemaal geen briefschrijver te zijn. Je kreeg er in zes jaar tijd geen tien op papier. Je zette je gemopper en plagerijen weg in je columns in NRCH die, schreef je me, moesten worden gelezen als ‘brieven aan vrienden’. En ik maar wachten op een echte brief van je. Waar bleef de boemerang? Hoe jij toch tobde en draalde en moedeloos naar het blanco blijvende papier staarde voordat je na zeeën van stilte tot een antwoord kwam. “De stilte bestaat uit zoveel antwoorden.” 

Onder deze titel, citaat uit een van je brieven, is onze correspondentie verduurzaamd in een dun uitgevallen boekje. Het woord boemerang reserveerde je voor de morseseinen in de dichtbundel die je zelf niet meer in druk hebt gezien. “Alleen de dood heeft toekomst” lees ik in het gedicht ‘Eeuwigheid’. En die foto? Die is mislukt en bestaat dus niet. De vierde persoon die erop te zien zou zijn geweest ben ik, die met heimwee en zachte gevoelens aan je terugdenkt.

Jeroen Brouwers 

Jeroen Brouwers is schrijver.