Spring naar de content

‘Ook de hemel kan niet zonder je columns’

Jan Blokker (1927) was columnist. Hij overleed op 6 juli. Bert Wagendorp schrijft hem een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bert Wagendorp

Beste Jan,

Ik neem aan dat je na je hemelvaart de Heregod aantrof, die snel Er was eens een God erbij had gepakt nadat hem ter ore was gekomen dat een van de auteurs Zijn kant op kwam.

Ik denk dat het snel klikte, tussen jou en de Eeuwige. Dat je naast hem plaatsnam om eens een gezellig potje te gaan mopperen. Je zag er op het laatst ook uit als een strenge God de Vader, dus Hij heeft je vast als een broer welkom geheten; de Vader, de Zoon en de Broer, allen voorzien van de Heilige Geest.

Twee oude bromberen, niet gehinderd door al te grote bescheidenheid. Beiden niet zo gediend van het softe geleuter van de Zoon, toch een soort van bebaarde agoog avant la lettre met zijn ‘oordeelt niet, opdat ge niet geoordeeld wordt’. Onmogelijke positie voor goden en columnisten, zeker voor die van jouw generatie.

En allebei met een zeker dedain voor het menselijk gewriemel, en het sterke gevoel daar ver boven te zijn verheven. De een als Schepper van het Al, de ander als schrijver van een eindeloze reeks columns – ook de schepper van een eigen universum dus.

De niet-columnist klampt zich vast aan het aloude ‘Wij zien het, maar doorgronden ’t niet’ (psalm 118), maar daar lacht de columnist om. Die doorgrondt alles. En nadat hij het heeft doorgrond velt hij er een feilloos oordeel over, scheidt de bokken van de schapen en verwijst naar hemel of hel.

Daar was ik, toen ik je opvolgde als columnist van de Volkskrant, wel onzeker over. Het ontbrak mij aan die absolute zekerheid van het eigen gelijk. Ik wantrouw gelijkhebbers, ik wantrouw columnisten, ik wantrouw mezelf.

Dat had jij misschien voor één keer ook moeten doen, voor je beledigd de Volkskrant verruilde voor een achterafpagina in nrc.next. Of deed je dat om vast te wennen aan de vergetelheid? Het liet in elk geval zien dat je ook maar een gewoon mens was en niet de onfeilbare Columnist der Heirscharen, noch de man die het patent had op de waarheid.

Het speet je me dat je vertrok, ik had het een eer gevonden nog een paar jaar samen met de grote Blokker op onze pagina drie te staan.

Ik denk dat je alweer columns aan het schrijven bent in de Hemelbode en dat je de hemelpoortwachter al hebt weggezet als Mannetje Petrus. Jij kon niet zonder de column, en ik vermoed dat je er altijd van overtuigd bent geweest dat de wereld niet zonder jouw columns kon – laat staan de hemel.

Bert Wagendorp