Spring naar de content

Rock-’n-roll met Titus Muizelaar, Leo Blokhuis & Harry de Winter

Titus Muizelaar, Leo Blokhuis en Harry de Winter delen een passie voor muziek. Of liever gezegd: voor rock-’n-roll. Al lopen de meningen uiteen over wat dat precies is. ‘Ik ben heel erg van de onderbuik.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ricci Scheldwacht

Chuck Berry (81) in Tilburg, Bruce Springsteen (58) in het Gelredome. De zestigers van Led Zeppelin in Londen. En om bij julliezelf te blijven: Titus (58) heeft net de musical ‘Route 66’ geregisseerd. Leo (46) gaat de theaters langs met een voorstelling waarin hij het publiek college geeft over popmuziek. En Harry (58) draait eind deze week plaatjes in de Melkweg onder het motto ‘Rock now Rollater’. Wat zegt dat over de status van rock-’n-roll?

Harry de Winter: “Geen idee. Maar besef wel dat wij de eerste generatie zijn waarbij de liefde voor popmuziek niet is opgehouden na ons trouwen. Vroeger maakte je dan de overstap naar Conny van den Bos.”

Leo Blokhuis: “Of naar klassiek.”

HdW: “Wij zijn de enige generatie die nog cd’s koopt. Mannen van boven de veertig. Iedereen daaronder is aan het downloaden. Het grappige is dat mijn kinderen wel naar dezelfde muziek luisteren als ik. Ze hebben een periode hiphop en rap gehad, maar dat was tijdelijk.”

LB: “Voor mijn kinderen geldt hetzelfde.”

Titus Muizelaar: “Die van mij zijn op de première van Route 66 geweest, en toen zeiden ze na afloop: ‘Ja, maar dat wisten we allemaal allang.’”

HdW: “Mijn zoon zit nu in San Francisco, en die tipt mij steeds over jonge moderne gitaarbandjes. Tijdens Crossing Border ben ik op zijn aanraden naar Black Rebel Motorcycle Club gaan kijken.”

LB: “Ken je die derde plaat van ze, Howl? Dat is bijna The Band.”

Is de nieuwe generatie weer terug bij het begin? In jullie tijd moest het allemaal nog uitgevonden worden.

TM: “Nou, nou… Sun Records is nog ver voor onze tijd.”

HdW: “Ik ben echt pas van na Elvis. Maar zeg eens, waar gaan we het eigenlijk over hebben: over rock-’n-roll als muziek of rock-’n-roll als levenshouding? Ik zag gisteren een stukje MTV waarin zo’n Amerikaanse popster zijn huis liet zien. En dan eentje van de nieuwe generatie, hè. Disturbed heette die groep.”

LB: “Ja, die ken ik.”

HdW: “Heel heavy, zo’n kerel met allemaal ringen door zijn oor en dan zie je dat huis… man, je hebt nog nooit zo’n burgerlijk huis gezien.”

LB: “Volgens mij is rock-’n-roll als levenshouding hartstikke dood.”

Is rock-’n-roll een goed onderwerp voor een musical?

HdW: “Het begrip musical is op zich al tegenstrijdig met rock-’n-roll.”

TM: “Dat komt doordat we alleen het verschijnsel showmusical kennen. Maar Route 66 is echt een rock-’n-roll musical.” HdW: “Een rock-opera heet zoiets.”

TM: “Route 66 heeft alle ingrediënten van een musical. Dus ik heb er geen enkel bezwaar tegen om het ook zo te noemen.”

HdW: “Voor mij is dat echt de grootste tegenstelling die er is. In Miss Saigon wordt een dramatische oorlog gedegenereerd tot een romantisch verhaaltje en een zootje violen. Dat is musical. En dat is zo on-rock- ’n-roll als het maar kan.”

LB: “Musical staat in de theaterwereld toch zo ongeveer op de laagste trede?”

HdW: “Op de rock-’n-roll-ladder staat de musical in elk geval onder nul.”

TM: “Route 66 is écht rock-’n-roll. De muzikanten die meedoen zijn geweldig. En zo’n Martin van der Starre is een briljante zanger.”

HdW: “Ik heb de recensies gelezen, dus ik ben enthousiast. En jij hebt als de regisseur van het geheel de muziek uitgekozen?”

TM: “Ja, op deze cd staan de nummers.”

HdW (terwijl hij de titels leest): “Hé, ik ken dit nummer van Dylan niet. She Belongs to Me. Kun je dat even zingen?

TM (zingt): “She wears an Egyptian red ring and it sparkles before she speaks.”

HdW: “O, dat nummer.”

TM: “Voor de voorbereiding heb ik alles van Dylan gedraaid, en toen viel me op hoe ongehoord goed Blonde on Blonde is.”

HdW: “De beste plaat aller tijden.”

TM: “Maar die teksten van Dylan. Geen idee waar het over gaat. Niet uit te leggen.”

Wij zijn de enige generatie die nog cd’s koopt. Mannen van boven de veertig

Harry de Winter

LB: “Bij een heleboel nummers is dat ook niet te doen. Voor Top 2000 a Gogo heb ik Ray Manzarek en Robby Krieger van The Doors geïnterviewd over Riders on the Storm. Die band speelt dertig jaar na de dood van Jim Morrison nog steeds dat nummer zonder dat ze een idee hebben.”

Wat is belangrijker? De tekst of de muziek?

LB: “Ik verzamel liedjes.”

HdW: “Ik ben heel erg van de onderbuik. De tekst gaat geheel en al aan me voorbij.”

LB: “Ik vind het ook interessant om de achtergronden van een liedje te kennen, omdat het dan beter te doorgronden is.”

HdW: “Bij het tv-programma Wintertijd was het meestal zo dat mannen van de onderbuik waren en vrouwen van de teksten.”

LB: “Dan heb ik dus een vrouwelijke benadering van muziek.”

TM: “Ik was een absolute Kinks-fanaat. Dan rende ik naar de platenzaak om Muswell Hillbillies te kopen, maar ik zette de plaat pas op nadat ik de teksten had bestudeerd.”

LB: “Bij The Kinks voegen ze ook echt wat toe.”

TM: “Dat zijn Brechtiaanse liedjes. Ik heb laatst in Groningen Ray Davies gezien. Fantastisch.”

HdW: “Terwijl er dan eigenlijk een rare oude nicht op het podium staat.”

TM: “Er werd hem gevraagd: waarom speelt u eigenlijk nog steeds You Really Got Me? En toen gaf hij het beste antwoord dat een popartiest kan geven: ‘I wrote it.’”

Is zo’n optreden niet vooral nostalgie?

HdW: “Ik ga nooit uit nostalgie. Het moet wel goed klinken. Laatst nog heb ik Leon Russell zien optreden. Nooit echt een grote naam geworden, en als je nu hem ziet is het net de Kerstman, maar verder is hij nog steeds geweldig.”

TM: “Les Paul wordt 93, en die treedt ook nog op.”

LB: “Ik heb Brian Wilson deze zomer gezien. Dat was een van mijn grote helden, maar die maakt zichzelf helemaal kapot met wat-ie nu op het podium staat te doen. In de Heineken Music Hall is binnenkort weer zo’n Back to the Seventies-concert met Smokey en The Hollies… Aan de andere kant, dat is wat die mensen doen. Dat is hun vak. Wat moeten ze anders?”

Rock-’n-roll is voor jullie meer dan alleen met deemoed terugkijken naar vroeger.

LB: “Ik kom uit een milieu waar het een issue was of je wel naar die teksten mocht luisteren. Ik ben domineeszoon.”

HdW: “Deed jij het stiekem dan?”

LB: “Nee. Maar mijn ouders vonden het al erg genoeg dat ik van popmuziek hield. Ik was zestien, zeventien. Geloof en popmuziek is dan een lastige combinatie, zeker

als je ze allebei serieus neemt. Zo’n nummer als Sheep, waarin Pink Floyd het Onze Vader door de gehaktmolen haalt, was voor mij een reden om die plaat niet te kopen.”

HdW: “Zelfcensuur. Had ik geen last van. Ik kom uit een socialistisch, humanistisch, intellectueel gezin, dus het werd gestimuleerd om naar popmuziek te luisteren. Ik zat dan wel op een patersschool, maar ik ben heel ongodsdienstig opgevoed. Mijn positie op school als de lokale heiden was heerlijk. Mijn moeder vond het hooguit niet leuk dat mijn haar over mijn oren begon te groeien.”

TM: “Ik heb mijn moeder zelfs een keer betrapt toen ze op mijn kamer stiekem naar Aftermath van The Rolling Stones zat te luisteren. Stond Going Home op, een toch tamelijk sensueel nummer. Zegt mijn moeder: ‘Ik vind dat die meneer dat zó genuanceerd zingt.’”

HdW: Mother’s Little Helper staat ook op Aftermath. Luisterde ze daar niet naar?

TM: “Mijn favoriet is Exile on Mainstreet. De beste plaat die de Stones ooit gemaakt hebben.”

HdW: “Ik zeg: Let it Bleed.”

TM: “Al iets gepolijster.”

HdW: “Ik ben echt een diskjockey. Dan heb je de taak om het publiek te laten dan- sen. Als mensen mij vragen naar mijn favoriete muziek, zeg ik: Je hebt twee soorten, dansmuziek en luistermuziek.”

Ik vind popmuziek brengen een taak van de Publieke Omroep. De NPS mag wel wat meer doen dan alleen de Top 2000

Leo Blokhuis

LB: “Wat zijn jouw favoriete dansplaten?”

HdW: “Sex Machine, Sympathy for the Devil. Heel veel soul: Sam and Dave, Aretha Franklin. Wooly Booly, dat is mijn signature-plaat, iedereen gaat geheid dansen.”

Zijn jullie eigenlijk niet stiekem het liefst muzikant in een rockband?

HdW: “Ik heb altijd gezegd: diskjockeys zijn allemaal gefrustreerde muzikanten. Omdat ik het zelf niet kon, deed ik het maar met een plaatje van een ander.”

TM: “Negen van de tien acteurs hadden popzanger willen worden. Ik kan niet zingen. Maar zo’n Frank Lammers die in Route 66 Solomon Burke zingt, daar kan ik met bewondering en jaloezie naar luisteren.”

LB: “Acteurs laten doorgaans heel goed zien dat ze zich bewust zijn wat ze zingen.”

HdW: “Een van mijn favoriete zangers is Thé Lau. Maar op het podium is hij zo verlegen. Dat is jammer, want dat gaat ten koste van de muziek.”

LB: “Een goede zanger moet zichzelf durven laten zien, vind ik, of hij nou hard of zacht zingt.”

TM: “Ik wilde drummen, maar dan moest ik eerst blokfluit en solfège doen en dat verdomde ik.”

HdW: “Bij mij hetzelfde verhaal: eerst op algemene muziekles. Mijn broertje heeft dat allemaal braaf gedaan en die speelt nu alles. Ik had een vriend die mij wel zes akkoorden kon leren. Nou, verder ben ik niet gekomen.”

Afgezien van de Top 2000 die binnenkort weer wordt uitgezonden op radio en tv is er maar weinig popmuziek op televisie. Hoe komt dat?

HdW: “Dankzij Matthijs (van Nieuwkerk – red.) is er nog steeds een bruggetje naar de popmuziek, maar dan heb je het wel gehad. In Hilversum weten ze: popmuziek op televisie scoort niet. Met Wintertijd hadden we een formule gevonden om toch een hoge kijkdichtheid te halen.”

LB: “Je moet wel zoiets bedenken. De Top 2000 is pure nostalgie. Mensen zitten te soppen in hun eigen verleden. Daarin schuilt het succes van dat programma. In de Top 2000 wordt ook een minuten-analyse gedaan. Absurd, maar de uitkomst leert dat als we twee min of meer Bekende Ne- derlanders een spelletje laten spelen de kijkcijfers op een maximum zitten, terwijl het aantal kijkers daalt tijdens een mooi filmpje waarvoor we naar LA afreizen. Heel jammer, maar ik vind dat popmuziek brengen een taak is van de Publieke Omroep, zeker van de NPS. Die mag wel meer doen dan alleen de Top 2000.

Waar komt die zendingsdrift vandaan?

LB: “Ik ben bekend geworden met een quizje, maar dat vind ik eigenlijk het stomste wat er is: muziek in een quizvorm vatten en dan elkaar de loef afsteken met kennis. Het gaat mij meer om het gunnen.”

HdW: “Het is ook leuk om een plaat in de aandacht brengen. Daarom heb ik twee keer Alex Roeka in mijn toptien van de Beste Nederlandse pop-elpees aller tijden gezet.”

LB: “Zo gaat het ook bij onze voorstelling. Ricky (Koole – red.) zingt vergeten popnummers en ik vraag aan de mensen in de zaal: Wat is jullie liedje dat niet vergeten mag worden? En als ik het in mijn laptop heb, laat ik het horen. Dat is eigenlijk wat het is: samen plaatjes draaien.”

TM: “Hier spreekt de domineeszoon.”

TM (tegen HdW): “Wat moet er op jouw begrafenis gespeeld worden? Eén nummer.”

HdW: “Sweet Marie van Dylan.”

TM (tegen LB): “En op die van jou?”

LB: “Ik denk Closer to the Light van Bruce Cockburn.”

TM: “Bij mij wordt Alcohol van The Kinks gedraaid. In de live-versie van Everybody is in Showbizz.”

HdW: “Mag ik dan ook even aandacht vragen voor de theater-cd van Thé Lau, Alcohol en tranen?”

Moeten jullie weleens huilen van popmuziek?

HdW: “Nooit. Ik heb voor het laatst gehuild toen mijn zoon geboren werd, 22 jaar geleden.”

TM: “Bij Thelonius Monk. Maar dat is jazz. Die raakt me heel diep in mijn hart.”

HdW: “Dat gevoel ken ik niet. Ik zou dat wel willen. Ik krijg wel kippevel van muziek.”

LB: “Het stomme is dat ik altijd met muziek voor mijn werk bezig ben en dat is iets anders dan dat je je in muziek kunt

verliezen. Maar ik kan best een knop omzetten en genieten. Of van slag raken. Dat kan ook huilen zijn. Al heb ik dat meer bij livemuziek, omdat dan al je zinnen geprikkeld worden.”

HdW: “Zal ik jullie eens wat vertellen? De ultieme muziekbeleving is met ecstasy. Je weet niet wat je gebeurt. Heb jij dat weleens gedaan?”

LB: “Nee.”

HdW: “En jij?”

Ik heb mijn moeder zelfs een keer betrapt toen ze op mijn kamer stiekem naar Aftermath van The Rolling Stones zat te luisteren

Titus Muizelaar

TM: “Ja, maar ik kan niet tegen drugs. Ecstasy, daar word ik gek van.”

HdW: “Ik kan er ook niet tegen. Maar omdat ik nooit begrepen heb hoe je je totaal aan muziek kunt overgeven, heb ik mij vijf jaar geleden laten overtuigen door iemand die zei: probeer het nou maar een keer. Op een gegeven moment zet iemand Protection op van Massive Attack, helemaal niet mijn muziek, en ik weet niet wat me overkomt. Wat is dit? Dat was een manier van naar muziek luisteren die ik niet kende; ik was altijd aan de oppervlakte gebleven.”

LB: “Wil je echt overrompeld worden door muziek, dan moet je niet afgeleid worden. Dus je niet hoeven verhouden tot anderen. Het beste is dat het donker is. Maar als ik naar livemuziek luister, kan het voor mijn gevoel al donker zijn. En dat is altijd zonder drugs.”

HdW: “Het is natuurlijk een sideline, maar rock-’n-roll had daar vroeger toch veel mee te maken? Tussen ’70 en ’75 waren we toch altijd stoned?”

TM: “Ik niet. Ik rook niet.”

LB: “Ik kom het weinig meer tegen, en als het zo is, zijn het vooral de oudere muzikanten.”

TM: “Het werkt ook andersom. Als je heel erg verliefd bent en je hoort een bepaald nummer op de radio, dan kun je soms enorm geraakt worden door wat je hoort. Maar vaak is dat gevoel er dus al en wordt het versterkt door de muziek. Het is vaak moeilijk te bepalen waar het begint. Bij een liedje of bij jezelf.”

HdW: “Ik denk dat het ook wel te maken heeft met het jachtige leven. Echt de tijd nemen om naar muziek te luisteren, dat kunnen we toch allang niet meer?”