Spring naar de content

Youp van ‘t Hek: ‘Ik zie veel mensen gelukkig op een manier waar ik diep droef van word’

Youp van ’t Hek (Naarden, 1954) is cabaretier en leidt de eenmalige glossy YOUP. Tot 9 december staat hij in Carré met Schreeuwstorm.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Youp van ‘t Hek

Wat is uw huidige gemoedstoestand?

Vrolijk. Heel erg vrolijk zelfs. En verkouden.

Wie zijn uw helden?

Toon Hermans omdat hij deed waar hij goed in was, Nelson Mandela omdat hij niet wraakzuchtig is en Piet Keizer omdat hij zo schitterend kon scharen.

Aan wie ergert u zich?

Aan bijna iedereen, maar dat is mijn tweede natuur en ook mijn manier van leven.

Lijkt u op uw vader?

Mensen die mijn vader goed gekend hebben, zeggen dat ik op het toneel steeds meer op hem begin te lijken. Innerlijk heb ik meer van mijn moeder.

Wat is uw grootste angst?

Dat ik op het moment dat ik door mijn eigen schuld geen publiek meer heb, net zo zuur ga zeiken als een oudere collega van me.

Bidt u weleens?

Ja. Maar ik heb een eigen god geschapen die niemand heeft. Een god met één gelovige. Dus ik bepaal de regels. Je zou ook kunnen zeggen dat ik mijn eigen god ben.

Heeft u ooit een mystieke ervaring gehad?

Op 21 januari 1994 keek ik om tien voor twee op een klok en besloot spontaan om naar mijn oude moeder in het verpleeghuis te gaan. Toen ik binnenkwam, werd ik gecondoleerd omdat mijn moeder was overleden. De receptioniste wist niet dat ik dat nog niet wist. Ze dacht dat ik juist daarom kwam. Toen ik later aan de verpleegster vroeg hoe laat ze was overleden, was het antwoord: tien voor twee.

Lijkt u op uw vrienden?

Gelukkig niet.

Bent u aantrekkelijk?

Voor de bank, de uitgeverij, de VARA, de NRC en het publiek wel. En mijn eigen vrouw vindt me nog leuk genoeg. Meer heb ik niet nodig.

Wat is uw definitie van geluk?

Geen idee. Ik weet alleen dat er een kleine duizend vormen van zijn. Ik zie veel mensen gelukkig op een manier waar ik diep droef van word.

Mensen die mijn vader goed gekend hebben, zeggen dat ik op het toneel steeds meer op hem begin te lijken

Bent u monogaam?

Thuis altijd.

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?

Twee weken geleden bij de film The Diving Bell and the Butterfly. Vlak voor het eind hield ik het niet droog. Is bij mij geen kunst. Mijn tranen biggelen ook bij Kruimeltje.

Hoe moedig bent u?

Moedig genoeg om mijn grote bek open te trekken, en als er klappen vallen, ben ik weg. Als eerste.

Wat is uw grootste ondeugd?

Dropjes, dames, alcohol.

Welke eigenschap waardeert u in een man?

Humor en zelfspot.

Welke eigenschap waardeert u in een vrouw?

Dat ze ons bijna altijd doorhebben.

Als u iets aan uzelf zou kunnen veranderen, wat zou dat dan zijn?

Iets meer geduld. Ik verveel me zo gauw. Op feestjes, etentjes, verjaardagen, vergaderingen. Mijn geest gaat vrij snel geeuwen, en dat is ronduit onaardig.

Wie is uw grootste liefde?

Debby.

Van wie heeft u het meest geleerd?

Joop Koopman. Dat elke grap duidelijk verteld moet worden. Dat je de juiste afstand moet bewaren om niet te botsen, dat je vooral op het rechte eind vaart moet maken en in de bocht moet remmen. En dat je met humor meer zegt dan met dikke rapporten of lange betogen.

Gelooft u in God?

Ja, want ik geloof in mezelf.

Wat is de beste plek om te wonen?

Amsterdam, omdat ik hier werk. Maar ik vrees dat ik ook nog weleens een jaar in Parijs ga wonen.

Wie hoopt u nooit meer terug te zien?

Ik wil iedereen terugzien. Ruzie is een momentopname. Er langer mee zitten is zonde van je tijd en kleinzielig.

Hoe is ongeluk te vermijden?

Door niet te leven.

Wat is uw devies?

Neem jezelf niet te serieus en anderen helemaal niet.