Spring naar de content
bron: anp

Maurice de Hond: ‘Het is hier Kazachstan aan de Rijn’

Hij is de beroemdste opiniepeiler van Nederland, maar de laatste tijd stopt hij meer tijd in de Deventer Moordzaak en het redden van de rechtsstaat. ‘Ik was liever ook niet in deze positie beland.’ Honderd vrijpostige vragen aan Maurice de Hond (59).

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Tom Kellerhuis

U zit er de laatste tijd met uw voorspellingen behoorlijk naast, zowel in de Deventer Moordzaak, als in de exit- poll bij de afgelopen verkiezingen: veertien zetels mis.

“Eén: ik heb nooit gezegd dat er een mes in het graf zou liggen. En twee: veertien zetels mis is historisch gezien een normale score. Wat betreft het mes was mijn stelling: het zou er kunnen liggen. Als het er lag, prima, en als het er niet lag, hebben we in ieder geval vastgesteld dat het er niet lag.”

U had natuurlijk wel gehoopt dat het moordwapen in het graf van de weduwe zou liggen.

“Kijk, als onderzoeker weet ik dat ik ook onderzoek doe om dingen te kunnen uitsluiten.”

Dan die veertien zetels van de 150 mis: da’s omgerekend negen procent ernaast.

“Nee, je rekent verkeerd. Je telt nu procenten bij elkaar op die je niet kunt optellen.”

Leg mij dan eens uit hoe het wel werkt?

“Ik kan er 0,1 procent naast zitten, maar dat kan wel een hele zetel schelen. Je moet niet optellen, maar gemiddelden nemen. Maar veel crucialer is dat alle belangrijke trends in mijn prognose zaten: het CDA valt terug, de PvdA komt op de tweede plaats, de SP wordt groter dan de VVD, Wilders gaat het goed doen, D66 zal het slecht doen, GroenLinks doet het matig, de LPF verdwijnt. Alle trends zaten erin. Punt. Meer dan dat kun je niet verlangen van peilingen.”

Daar dacht uw Nipo-collega die de exit-poll peilde voor RTL Nieuws heel anders over. Per partij mocht er volgens hem hooguit een verschil van één zetel zijn.

“Dat was een gênante uitspraak van hem, dat had hij nooit mogen zeggen. Ik snap ook niet dat hij dat gedaan heeft.”

Jullie opiniepeilers gooien al jaren modder naar elkaar. Schaadt dat de beroepsgroep niet heel erg?

“Dat zal best. Dan moeten ze er een keer mee ophouden.”

Want u doet er niet aan mee?

“Nee. Ze hebben het wel steeds over mij. Luister. Ik begon in 2003 met dagpeilingen en internet. Ik voorspelde in 2003 dat het een nek-aan-nekrace werd tussen CDA en PvdA, terwijl Interview-NSS destijds nog een verschil van twaalf zetels peilde. Toen begon directeur Reinier Heutink op mij af te geven, maar een dag voor de verkiezingen had hij ook een nek-aan-nekrace. En de afgelopen verkiezingen deed hij opeens ook dagpeilingen via internet. Dus hij doet sinds zes maanden precies datgene waar hij drie jaar geleden nog op afgaf.”

Vindt u zichzelf eigenlijk de beste opiniepeiler?

“Doordat ik het al dertig jaar doe, heb ik zo veel ervaring dat ik een groot deel van de informatie goed kan plaatsen.”

Maar bent u de beste?

“Ja, ik geloof het wel. Nou kijk, door die ervaring dus. En af en toe zie je volledig onwaarschijnlijke zaken bij de anderen waarvan ik zeg: wat jullie nu doorgeven is niet zozeer de werkelijkheid, maar dat zijn fouten in jullie materiaal.”

Je weet toch niet meer welke peilingen je moet geloven, zo groot zijn de verschillen.

“Het zij zo. Ik heb een tijd geleden aangeboden: jongens, waarom gaan we niet met z’n drieën om tafel zitten en geven we het gemiddelde? Dat zal altijd het beste zijn.”

Waarom willen ze dat niet dan?

“Omdat ze eigenwijs zijn en denken dat ze beter zijn.”

Of omdat het big business is?

“Nee, dat is het niet. Nooit geweest.”

U bent al dertig jaar het gezicht van de politieke peilingen in Nederland. Waarom besloot u met uw kop op de buis te gaan?

“Ik deed het eerst vanaf 1976 voor het VARA-radioprogramma In de rooie haan. Pas vijf jaar later vroeg de actualiteitenrubriek Achter het nieuws me of ze met enige regelmaat onderzoeken via de televisie mochten laten zien.”

Streelde die tv-bekendheid uw ego?

“Ja nou, ik vond het werk gewoon leuk. En wat natuurlijk ook leuk was, zeker bij In de rooie haan, dat je achter de schermen eigenlijk iedereen ontmoette. Alle belangrijke politici, alle hoofdrolspelers van en uit het nieuws. En ik was een nieuwsjunkie, dus ik vond het leuk die mensen in de praktijk te zien en te spreken.”

Was het voor u als onafhankelijk onderzoeker niet link bevriend te raken met politici?

“Nee, want ik ben niet echt bevriend geraakt met wie dan ook daar. Maar los daarvan: wat zou dat?”

Je zou bijvoorbeeld van belangenverstrengeling beschuldigd kunnen worden.

“Ja, nou goed, er is altijd wel iets te bedenken op dat front.”

U bent er nooit bang voor geweest?

“Nee, omdat ik altijd heel transparant in mijn doen en laten ben geweest. Ik heb een basisafkeer van journalisten en consorten die voor de verkiezingen gevraagd wordt wat ze gaan stemmen en dan zeggen: dat vertel ik u niet. Ik vind dat je dan heel beledigend bent voor de toehoorder.”

Hoezo – dat is toch ieder zijn recht?

“Maar ik geef er antwoord op om de ander in de gelegenheid te stellen zich af te vragen of mijn politieke voorkeur mijn werk beïnvloedt. Dus als ik niets vertel, ontneem ik iemand de mogelijkheid om in te schatten of ik te vertrouwen ben.”

Heel lang heeft u een linkse voorkeur gehad. U zat decennialang in het VARA-nest. Daardoor is bij veel mensen de indruk ontstaan dat u de boel ter linkerzijde manipuleert.

“Nou ja, dat is hun probleem dan.”

Is het nou wel verstandig om dat te zeggen?

“Ja dat is verstandig. Blijkbaar heeft het feit dat ik altijd transparant ben geweest mij niet geschaad, want ik doe mijn werk nog steeds.”

Heeft u nooit politieke aspiraties gehad?

“Nee, want binnen dit systeem haal ik geen enkel rendement. En ik word er absoluut niet gelukkiger van.”

Geen zin dus om de tegenpartij MdH op te richten?

“De gevestigde machten in de politiek en in de media zijn zo sterk dat ik absoluut weet dat ik er kapot op loop. Het enige wat ik altijd gedaan heb en nog steeds doe: ik publiceer over mijn politieke ideeën. Dat heeft meer effect dan met zeven man in die Kamer te gaan zitten.”

Er wordt van u gezegd: hij is heel goed in het bedenken van ideeën, maar heel slecht in de uitvoering. Klopt dat?

“Ik denk dat het niet helemaal waar is. Ik heb op diverse werkplekken succes gehad. Bij Interview begin jaren tachtig ging het heel goed, en bij de Gouden Gids idem. En ook het bedrijf dat ik met Hedy d’Ancona heb opgezet, ging goed.”

Toch heeft u veel zakelijke teleurstellingen gekend.

“Als je probeert in een nieuwe wereld nieuwe dingen te doen, goed, dan lukt het soms wel, en soms niet.”

Even een paar feiten checken. Bent u met de beursgang van Interview in 1986 miljonair geworden?

“Ja.”

En daarna ging het bergafwaarts met de koers van Interview.

“Maar ik was als commissaris toen niet meer bij de dagelijkse leiding betrokken.”

Dat is u wel aangewreven.

“Natuurlijk had ik daar als voorzitter van de raad van commissarissen een verantwoordelijkheid voor. Maar als ik de dagelijkse leiding had gehad, was het misschien ook niet goed gegaan.”

Die dagelijkse leiding had u wel bij Newconomy. Daar bent u in 2001 min of meer afgezet.

“Daar ben ik weggegaan – of afgezet – of hoe je het ook noemt. Newconomy is gewoon helemaal fout gelopen en dat is mijn verantwoordelijkheid. Punt.”

Rekent u dat zichzelf eigenlijk wel aan? Want u hebt vaak geroepen: het kwam niet door mij.

“Dan lees je niet goed. Ik ben daar de baas geweest en het is niet goed gelopen. Dat was mijn verantwoordelijkheid, wat wil je meer weten?”

Heeft u na het Newconomy-debâcle al die Interview-miljoenen weer verloren?

“Nee, want alles wat ik bij Newconomy bezat, stond alleen maar op papier. Ik mocht mijn aandelen ook niet verkopen. Op papier stond ik even in de Quote 500, op basis van de beurswaarde.”

U was destijds volgens Quote goed voor 110 miljoen gulden.

“Ik had zeventien procent van Newconomy. Maar ik mocht het niet verkopen en ik heb het ook niet verkocht. Daarna is het bedrijf vrijwel nul waard geworden. Dus ook het bedrag dat in Quote stond, is verdampt.”

Bent u nog miljonair?

“Ik kan er goed van leven.”

Dat vroeg ik niet.

“Ik weet niet wat het criterium is, maar kijk om je heen hier in mijn huis en oordeel zelf.”

Waar leeft u goed van?

“Van mijn huidige werk en wat ik door de jaren heen heb gedaan. Maar ik kan financieel niet de rest van mijn leven op een mooi eiland gaan zitten. En dat wil ik ook niet.”

Waar bestaan uw werkzaamheden eigenlijk uit?

“Wat ik tegenwoordig via internet doe.”

Dus u bent in 2003 weer fulltime onderzoeker geworden?

“Maar alleen nog op dingen die met de actualiteit samenhangen. Ik heb een halve assistent, die heb ik anderhalf jaar geleden aangenomen en sindsdien heb ik hem niet meer gezien – ik zou hem bij wijze van spreken niet eens meer herkennen, want we doen alles via mobiele telefoon en internet.”

Bent u niet eenzaam?

“Nee, want met de mensen met wie ik intens contact wil hebben, heb ik wel contact.”

Dat ik altijd transparant ben geweest over wat ik zelf stem, heeft mij niet geschaad, want ik doe mijn werk nog steeds

U lijkt wel een computernerd – zo de hele dag achter dat beeldscherm.

“Maar dat is helemaal niet waar! Ik ga met mijn vrouw vaak naar de bioscoop, ik zie mijn kinderen… Ik ben meestal om half zes ’s morgens wakker. Dan zet ik mijn dvd-recorder aan en kijk alles wat ik de avond daarvoor heb opgenomen, De wereld draait door, de actualiteitenrubrieken, Pauw & Witteman. Lekker in de huiskamer, drie uur lang mijn dingetjes doen.”

U heeft eigenlijk permanent vakantie.

“Zo zou je het wel kunnen zeggen.”

En de hele dag thuis.

“Nee, ik ben er ook veel op uit. Maar ik ga niet twee uur in de auto zitten naar Rotterdam, een uur met iemand praten, twee uur terugrijden en dan roepen: o, o, o, wat heb ik hard gewerkt.”

U heeft weleens geroepen dat al die miljarden van de Betuwelijn beter in de digitale snelweg hadden kunnen worden gepompt.

“De Betuwelijn is een van de grootste schandalen van onze politieke besluitvorming van de afgelopen vijftig jaar. Vijf miljard euro in het water gegooid.”

Ondertussen heeft bijna iedereen internet, en nog immer slibben de wegen dicht…

“Maar dat is omdat we er nog steeds niet goed mee omgaan.”

U blijft erbij dat meer asfalt niet nodig is?

“O, jawel. Op 14 oktober vorig jaar was er in heel Nederland een staking van het openbaar vervoer en werd er voorspeld dat het land één grote file zou worden. Het tegendeel gebeurde. Je kon ge- woon in één uur en een kwartier van Eindhoven naar Amsterdam rijden. Want een groot deel van de mensen bleef thuis werken.”

En u denkt dat ze daar ook echt werken?

“Tuurlijk. Ik werd laatst gevraagd voor een AT5-uitzending van Yoeri Albrecht over twee bijzondere plekken in Amsterdam. Toen ben ik met hem naar de Zuid-as gegaan, hier vlakbij. Ik zeg: hier zie je de Betuwelijn van de toekomst. De komende twintig jaar gaan ze hier het ene grote gebouw na het andere neerzetten. Niet begrijpend dat je over tien, twintig jaar niet zulke massale hoofdkantoren zult gebruiken waar mensen naartoe gaan om samen te werken.”

De Zuid-as, volgens vele deskundigen een van de belangrijkste economische aders van Nederland, is volgens u dus een farce?

“Het is gewoon niet toekomstgericht nadenken. En als daar wel mensen gaan zitten, komt in de rest van de stad alles leeg te staan.”

Maar de prikklok is toch niet voor niets uitgevonden?

“Ja, en waar kom je die nu nog tegen? Dat heette georganiseerd wantrouwen tegenover je werknemers.”

Zou hij juist niet zijn uitgevonden omdat mensen de natuurlijke neiging hebben de kantjes ervan af te lopen?

“Ook die opmerking getuigt weer van een gebrek aan vertrouwen in mensen.”

U denkt echt dat mensen die voor iemand anders werken, dat thuis net zo hard zullen doen?

“Nee, je snapt het niet. Het gaat niet om thuis of niet-thuis – maar het gaat erom wat je dóet. Je kunt bovendien via de computer ontzettend goed de output van mensen meten, hoor. En daar gaat het toch om, en niet om de tijd waarin hij het doet? Bovendien zitten veel mensen op kantoor te e-mailen met hun collega’s.”

Of spelletjes te doen…

“Nee, geen spelletjes… Waarom zouden mensen spelletjes doen? Het grootste deel van de mensen is verantwoord bezig.”

U gelooft in de goedheid van de mens.

“Mijn punt is dat als je geen vertrouwen aan mensen geeft, je het ook niet terugkrijgt.”

Heeft u er nooit spijt van gehad dat u, ondanks het advies, niet naar het gymnasium bent gegaan?

“Absoluut niet.”

Waarom niet?

“Om drie redenen. Het was zes jaar in plaats van vijf. Twee: ik zou Grieks en Latijn moeten leren, waarvan ik dacht: waar heb ik dat in godsnaam ooit voor nodig? En ten derde merkte ik dat niet de kinderen, maar vooral de ouders trots waren: mijn kind zit op het gymnasium… Dat vond ik afschuwelijk.”

U zou er uw eigen kinderen niet naartoe sturen?

“Mijn kinderen mochten zelf besluiten. Maar ik heb ze het zwaar afgeraden.”

Had die afkeer niet ook met uw eenvoudige komaf te maken?

“Nee, dat niks. Het gymnasium was een prachtige school voor de gegoede burgerij anno 1880, maar niet meer voor mensen in 2007. Ik ben er absoluut voor om mensen met een hoge begaafdheid bij elkaar te zetten om ze beter onderwijs te geven. Maar ik ben ertegen om een heel schoolsysteem in stand te houden waar je tien uur per week Grieks en Latijn krijgt, louter omdat het in de negentiende eeuw zo’n goed deel van je opleiding was. Het is de oude sfeer van de bourgeois.”

Hopeloos verouderd dus?

“Hopeloos verouderd, ja. Zoals trouwens ons hele schoolsysteem. Omdat het de beeldvorming is van vooral oudere mensen, laten we zeggen: de Jan Blokkers van deze wereld. Die hun beeldvorming als maatstaf stellen voor mensen die zeventig jaar jonger zijn en nog de hele 21ste eeuw moeten leven.”

Wat is er volgens Maurice de Hond met de Nederlandse politiek aan de hand?

“Er woedt een veenbrand die niet wordt begrepen door de politiek en de media. Daar heerst een veel te grote afstand tot de samenleving. Ze hebben niet door wat er in steeds grotere mate misgaat. Het vertrouwen van de burger in de overheid wordt steeds minder. Vooral door de slechte wijze waarop de overheids- diensten functioneren. Er hoeft maar iets echt groots te gebeuren, zoals een hongersnood of een terreuraanslag, en dan stort het systeem vanzelf in elkaar.”

Wat zien politiek en media dan over het hoofd?

“Het feit dat de Nederlanders anno 2007 andere mensen zijn met andere wensen, en andere informatiebronnen en andere communicatiemiddelen dan de Nederlanders anno 1977.”

Dragen die peilingen er trouwens niet toe bij dat mensen het niet meer weten?

“Wat een enorm elitair gezemel, met alle respect. Het is juist andersom. Mijn basisstelling is dat de politiek geen vertrouwen heeft in de burger. Vertrouwen is gebaseerd op wederzijds respect. Met name columnisten en schrijvers, zeg maar de intelligentsia, doen alsof zeventig procent van de Nederlanders uit Tokkies bestaat: halve idioten die alleen maar met pils op de bank zitten. Terwijl negentig procent van de mensen net zo goed en slim is als jij en ik.”

Daar geloof ik niets van.

“Toch is het waar.”

Alleen al de krantenlezer is in Nederland toch een minderheid?

“Je doet nu precies datgene waar ik me tegen verzet. Het gaat er niet om of iemand een hoger IQ heeft, maar of iemand een net mens is in zijn leven. Maar veel media hebben daar een hautaine opvatting over.”

Geef daar dan eens een voorbeeld van?

“Alleen al de simpele zin: jongens, als we de burgemeester mogen kiezen, krijgen we straks Frans Bauer. Dat heb ik echt gehoord. Men bedoelt: als ik kies, kan ik het wel goed afwegen, maar die lullo’s kiezen Frans Bauer.”

Toch krijg je het idee dat mensen echt niet meer weten wat ze moeten stemmen. Daar dragen uw peilingen toe bij.

“Wat me irriteert aan mensen die tegen peilingen zijn: politici proberen kiezers te beïnvloeden, daar doen ze alles voor. Journalisten doen daar verslag van; sommigen willen ook kiezers beinvloeden. En ik geef aan wat de burger denkt, en dat zou niet mogen? Dat is toch van de gekke?”

Die terughoudendheid is er ook bij het NOS-journaal, uw grootste opdrachtgever. Ik heb begrepen dat ze van u af willen.

“Moet je horen: dit waren mijn tiende verkiezingen. En steeds was het: jongens, hebben we niet te veel gepeild. En steeds waren ze dat bij de volgende verkiezingen weer vergeten.”

Of willen ze van u af omdat u zich heeft opgeworpen als actievoerder in de Deventer Moordzaak?

“Dat heeft er niks mee te maken.”

Ik begreep dat die combinatie Hans Laroes, de hoofdredacteur van het NOS-journaal, niet lekker zit.

“Dat is een ander onderwerp.”

Het gaat om die dubbelrol…

“Dat begrijp ik ook wel.”

Als peiler bent u de integere wetenschapper…

“En met die moordzaak ben ik net zo integer.”

Nee hoor, daarin kiest u partij. U zit toch in het kamp-Louwes?

“Maar ik ben wel integer. Ik begrijp dat probleem wel van Laroes, want ik zit er zelf ook mee. Ik was liever ook niet in deze positie beland.”

Wat is het probleem dan volgens u?

“Ik begrijp best dat het onhandig is dat een opiniepeiler tegenover een deel van de gevestigde macht en de politiek komt te staan. Alleen heb ik ook hierin altijd transparant gehandeld. De inzet is niet of Ernst Louwes vrijkomt. De inzet is of het OM de wortels van onze rechtsstaat in deze zaak aantast. Daar zit de essentie van de zaak. En ik vind dat de aanwijzingen daarvoor zo groot zijn dat ik niet anders kan dan deze weg te volgen en af te maken.”

Tot nu toe heeft u alleen maar nul op het rekest gekregen.

“Nou ja, dat betekent niet dat wat ik aan informatie heb en wat er nog naar buiten gaat komen waardeloos is. Ik denk dat ik een keiharde zaak heb.”

Dus het feit dat steeds meer mensen u als een schertsfiguur zien, vindt u totaal ondergeschikt aan de zaak?

“Dat vind ik totaal ondergeschikt.”

Meneer De Hond, wat een heldenrol vervult u!

“Maakt me niet uit. Ik kies voor de Nederlandse rechtsstaat, die door dit OM wordt verkracht.”

Door uw actie met het mes en de opening van het graf gelooft nu helemaal niemand meer dat de klusjesman het heeft gedaan.

“En volgende week is het weer anders.”

Maurice de Hond is de enige die er nog in gelooft.

“Dat is echt onzin. Ik mag niet zeggen wie, maar er is een organisatie van rechercheurs die in het geheim geconfronteerd wilde worden met een buitenstaander, om hun kwaliteit te verbeteren. Zestig politiemensen. Mijn afspraak was dat ze mijn nieuwe document over deze zaak zouden lezen. Ik heb eerst een presentatie van de feiten gegeven en daarna hebben we twee uur lang gediscussieerd. Na afloop boden rechercheurs mij hun excuses aan namens hun collega’s en zeiden: wij hopen dat u begrijpt dat ze niet allemaal zijn zoals in Deventer.”

Er zijn daarentegen ook rechters die beweren dat u de rechtsstaat ondermijnt, door een schuldige aan te wijzen zonder bewijs.

“Wacht even: er zijn geen rechters geweest die dat beweerden… Er is ene meneer Van Dissel geweest, en hij was destijds rechter-commissaris bij de Schiedammer Parkmoord, hét voorbeeld van rechterlijke dwaling, dus dat zegt genoeg.”

Van Dissel is wel degelijk rechter, zelfs bij een gerechtshof!

“Ik bedoel dat deze Van Dissel dat niet gezegd heeft als rechter, maar als bestuurslid van de raad voor de rechtspraak. Ik wilde alleen aangeven dat als iemand zelf rechter-commissaris is geweest bij de Schiedammer Parkmoord, hij voorzichtig moet zijn een ander ervan te beschuldigen dat hij van de Nederlandse rechtsstaat een wildwestsamenleving maakt. En dat heeft hij gedaan.”

Dat u er voor honderd procent van overtuigd bent dat de klusjesman mevrouw Wittenberg heeft vermoord, verbaast me van een wetenschapper. Want ik heb nog geen keihard bewijs gezien.

“Ik ben er honderd procent van overtuigd. Ja, ik heb geen film van de moord. En ik ben toch geen rechter die hem uiteindelijk moet veroordelen? Ik ben op basis van de informatie die ik over Hitler heb voor honderd procent overtuigd dat hij een oorlogsmisdadiger was.”

Stel dat de klusjesman het niet heeft gedaan…

“Hij is het wel…”

Maar stel nou eens!

“Nee, hij heeft het wel gedaan. Lees mijn stukken!”

Het bezwaar is dat u iemand die vooralsnog onschuldig is, aanklaagt…

“Nee, maar wacht even…”

Nee, mag ik mijn vraag even afmaken: u klaagt iemand aan, zonder met overtuigend bewijs te komen.

“Je bent het toch wel met me eens dat als ik honderd deskundigen over de hele wereld het profiel van de klusjesman en dat van Louwes geef, dat ze alle honderd zullen zeggen dat de kans gro- ter is dat Michael de Jong de moordenaar is? En welke bewijzen hebben we eigenlijk dat hij de moordenaar níet is?”

Principes kosten geld

Dat is de wereld op zijn kop. Heeft u de laatste Netwerk-uitzending gezien over de zaak?

“Gênant slecht.”

Daaruit bleek dat er bij het slachtoffer geen spoor van DNA van die Michael gevonden. Die klusjesman is dus helemaal niet in de buurt geweest.

“Dan snap je niet hoe DNA werkt! Er is ook geen vingerafdruk gevonden van de huishoudster, die is er ook geweest. Sommige mensen hebben roos en sommige mensen niet. Als ik geen roos van je aantref, ben je hier dan niet geweest?”

Heeft u na het vermeende mes verder nog iets achter de hand? Er zou sprake zijn van een zevenklapper…

“Die komt nog, ik heb er al zes gehad.”

En wanneer komt-ie dan?

“Eerder dan je denkt. Nee, ik vertel verder niks, maar ik ben ervan overtuigd dat de waarheid eerder aan het licht komt dan de mensen denken.”

Waarom komt u er nu niet meteen mee?

“De beheerder van het graf heeft zich ook pas in augustus bij me gemeld. Dingen gaan zoals ze gaan. Wat mensen zich niet realiseren: overal waar je in deze zaak krabt, komt er pus uit.”

Hoeveel tijd heeft u er inmiddels in gestoken?

“Weet ik niet. Veel.”

En hoeveel geld?

“Ook veel.”

Daarvan zei u ooit: het is een hobby en hobby’s kosten nu eenmaal geld.

“Zo heb ik het niet bedoeld. Het is geen hobby. Ik doe het liever niet. Het lijkt wel alsof mensen denken dat ik er plezier aan beleef. Nee, principes kosten geld.”

Heeft u vrienden door deze zaak verloren?

“Nee, integendeel.”

Peter R. de Vries…

“Hij was nooit mijn vriend.”

U heeft hem geadviseerd bij zijn politieke partij en nu maakt hij u publiekelijk belachelijk.

“Dat zegt meer over hem dan over mij. Het doet me weinig.”

U bent wel een koele kikker, zeg.

“Ik laat me er niet door raken. Ik zal een mooi voorbeeld geven van de manier waarop meneer De Vries bezig is. Hij heeft samen met de klusjesman voor het graf gestaan en gevraagd: wie is de moordenaar? ‘Louwes,’ zei de klusjesman. Maar als het de klusjesman zelf blijkt te zijn, dan heeft Peter R. de Vries daar wel een heel rare opname gemaakt: de blunder van het jaar.”

U heeft geen hoge pet op van De Vries?

“Ik heb een hoge dunk van wat hij eerder heeft gedaan, maar in deze zaak is hij gênant bezig.”

Is de Deventer Moordzaak een obsessie voor u geworden?

“Absoluut niet.”

Dat ontkent natuurlijk elke zieke geest.

“Helemaal niet. Wat mij opvalt is hoeveel mensen oordelen hebben zonder dat ze de feiten kennen. Veel mensen roepen maar wat. Omdat mensen gewoon niet willen geloven dat het hier Kazachstan aan de Rijn is. Als Louwes in Thailand had vastgezeten, dan was 99 procent van de Nederlanders overtuigd van de onschuld van Louwes. Dan hadden we allemaal geroepen wat voor bananenrepubliek Thailand is.”