Spring naar de content

Geef elk Kamerlid een miljoen

Laten we Tweede Kamerleden één miljoen euro per jaar betalen. Belastingvrij. Dan zal de markt zijn werk doen en ambitieuze mensen naar het Binnenhof trekken, schrijft Paul Frentrop.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Paul Frentrop

Ons staatsbestel dateert uit 1848. Toen was de politiek een zaak van heren die het voor het geld niet hoefden te doen. Het algemeen kiesrecht maakte echter dat uit de hogere kringen afkomstige afgevaardigden niet langer automatisch gekozen werden in het parlement. Er kwam een nieuw type afgevaardigde, dat moest rondkomen van het parlementaire loon. 

Dat is op dit moment veel te laag om goede mensen te trekken. Uit de cijfers van het UWV blijkt dat steeds meer oud-Kamerleden een beroep op de wachtgeldregeling moeten doen omdat ze geen nieuwe baan hebben kunnen vinden. Tenminste niet een baan die beter betaalt dan het wachtgeld. 

Dat betekent dat die politici, veelal voormalig ambtenaar, leerkracht of vakbondsmedewerker, in de politiek een hoger financieel rendement uit hun capaciteiten haalden dan in de arbeidsmarkt mogelijk is. En dat bewijst dat slechts mensen met beperkte capaciteiten het Kamerlidmaatschap ambiëren. Geen wonder. Kamerleden hebben lange vakanties (alleen al twaalf weken zomerreces) en ze bouwen al in twintig jaar een volledig pensioen op, iets waar gewone mensen veertig jaar voor nodig hebben. Met dat soort lekkernijen trek je geen mensen die wat in hun mars hebben. Neem bijvoorbeeld Hans Wijers, oud-D66-minister van Economische Zaken. Hij verdiende vorig jaar bij AkzoNobel 665.000 euro, kreeg een bonus van 790.000 euro en had opties die 1,1 miljoen euro waard waren. Dat is meer dan de hele D66-fractie verdient. In de politiek wordt het salaris van de minister-president echter als een bovengrens gezien. Dat kan jegens ambtenaren, maar moet natuurlijk niet gelden voor volksvertegenwoordigers, die in een democratie immers boven de premier staan. Door die misplaatste zuinigheid zitten we opgescheept met volksvertegenwoordigers wier ambitie slechts is om hun carrière te eindigen ergens in de luwte op het maatschappelijk middenveld: commissaris van de Koningin, burgemeester of desnoods iets bij de Kampeerraad of een andere semi-overheidsinstelling. Zulke mensen moeten we niet willen in het hoogste orgaan van de democratie. 

Laten we Tweede Kamerleden één miljoen euro per jaar betalen. Belastingvrij. Dat is ongeveer wat prinses Máxima verdient. Dan zal de markt zijn werk doen en ambitieuze mensen naar het Binnenhof trekken. Het prijsmechanisme zal er dan voor zorgen dat zich betere kandidaten aandienen dan nu het geval is. Duur hoeft dit niet te zijn. Om te beginnen kunnen we meteen het aantal Kamerzetels halveren want 150 capabele mensen zijn toch niet te vinden. Dan praten we in totaal over 75 miljoen. Dat is minder dan het Koninklijk Huis kost. Het is ook minder dan 10 procent van het budget van de publieke omroep. Terwijl Kamerleden nu minder verdienen dan de presentatoren van NOVA. Voor de verbetering van de kwaliteit van de politiek is 75 miljoen een peuleschil en per saldo waarschijnlijk zelfs goedkoper dan het huidige systeem. Want er zijn nu veel verborgen kosten verbonden aan het vinden van nieuwe baantjes voor ex-politici. Ad Melkert kost bij de Wereldbank meer dan hij als premier had gekost. Nederland betaalde (tevergeefs) miljarden aan te hoge EU-bijdrage om Ruud Lubbers tot voorzitter van Europa te maken. Overvloedige ontwikkelingshulp hielp Jan Pronk aan zijn baan bij de Verenigde Naties. Mensen die een miljoen netto verdienen, hoef je daarna echter niet aan een baantje te helpen. Het is even omschakelen, maar alleen onder toezicht van goed betaalde volksvertegenwoordigers kan Nederland goed worden bestuurd.