Spring naar de content
bron: anp

De Margarita-tapes

Prinses Margarita eist teruggave van een bandopname waarop te horen is hoe ze ruzie maakte met koningin Beatrix. Tijdens dat twistgesprek liet de vorstin zich kennen als kil en geagiteerd.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Thieu Vaessen

Ruim voordat ze bekende Nederlanders werden, voorzagen prinses Margarita en Edwin de Roy van Zuydewijn het al een beetje: de kans was groot dat Margarita noodgedwongen in de schoot van haar familie zou terugkeren. Edwin zou vervolgens een dolend bestaan wachten, in eenzaamheid, slapend onder bruggen omdat niemand nog naar hem zou willen luisteren of hem zelfs maar onderdak zou willen verschaffen. 

Dat betekende niet dat hun liefde bekoeld zou zijn. Want dat konden Edwin en zeker ook Margarita zich drie jaar geleden absoluut niet voorstellen. De prinses liet geen mogelijkheid onbenut om te onderstrepen dat Edwin haar grote liefde was, haar verlosser. 

Nee, als hun wegen ooit zouden scheiden, dan zou dat komen doordat ze uiteen waren gedreven door machinaties en kuiperijen van de koninklijke familie. Financieel en maatschappelijk zou Edwin aan lager wal raken, waardoor hij Margarita geen toekomst meer kon bieden, en de prinses zou kiezen voor de nooduitgang: terug naar de familie die zij eerst zo had vervloekt. 

Het doemscenario dat Margarita en Edwin voorzagen, is inmiddels werkelijkheid geworden. Deze week staan de prinses en de doctor in de politicologie tegenover elkaar in een kort geding, dat vermoedelijk achter gesloten deuren dient. Van de liefde tussen de twee lijkt weinig meer over. 

Helaas voor Edwin zal de echtelijke breuk niet de geschiedenis ingaan als het resultaat van een samenzwering van de koninklijke familie. Daarvoor heeft hij zich te veel doen gelden als een onmogelijke man, van wie Margarita zich op enig moment wel móest afkeren. 

Het heeft iets tragisch. De Roy van Zuydewijn heeft door zijn impulsieve optreden zijn eigen, gerechtvaardigde zaak veel kwaad gedaan. In brede kring is meer begrip ontstaan voor het optreden van koningin Beatrix, die probeerde Edwin buiten de koninklijke familie te houden en daarvoor bereid was de wet te overtreden — onder meer door Edwins dossier bij de sociale dienst te lichten. Dat is jammer, want de hele Margarita-affaire ging om een wezenlijke kwestie: de koningin heeft zoveel macht dat ze de wet kan overtreden, zonder dat de minister-president of iemand anders bereid is in te grijpen. 

Het kort geding, dat donderdag 30 maart dient, draait hoofdzakelijk om een bandopname — ‘de Margarita-tapes’ — waarop te horen is hoe koningin Beatrix op 19 januari 2002 in ruzie-achtige sfeer een twistgesprek voert met prinses Margarita. De opname is destijds stiekem gemaakt door Margarita. 

De prinses eist nu van haar ex dat hij alle kopieën van de bandopname en de uitgetikte versies daarvan teruggeeft. De prinses doet dat in een brief van haar advocaat mr. G.J. Kemper — een brief die door Edwin openbaar is gemaakt op zijn eigen website, www.hypocrietofniet.nl.

Uit de brief blijkt wel hoezeer Margarita — al dan niet onder druk van haar tante — op haar schreden terugtreedt. “Mede van belang is,” zo schrijft haar advocaat “dat de opname kon plaatsvinden door misbruik van vertrouwen. Cliënte heeft de vrijheid verder misbruik te voorkomen en beschouwt het ook als een plicht ten opzichte van degene wier vertrouwen is geschonden om daar paal en perk aan te stellen.” 

Op zijn beurt beschouwt Edwin de bandopname als een belangrijke troef. De letterlijke tekst is hij kennelijk van plan weer te geven in een boek van zijn hand. Aan het hof wordt natuurlijk ook gevreesd dat de opname zelf op een of andere manier — bijvoorbeeld op een cd — te horen zal zijn. 

Beatrix eiste volledige capitulatie. Dat was een onmogelijke eis; Margarita was onrecht aangedaan. 

Inhoudelijk heeft de bandopname weinig te bieden wat niet al bekend is. Dat kan hier met enige nadruk worden gesteld, omdat Margarita en Edwin de tape in 2002 hebben laten horen aan verslaggevers van HP/De Tijd. In de geruchtmakende serie ‘Oranjebitter’ kon dit blad daardoor begin 2003 het bewuste twistgesprek nauwgezet weergeven, zonder overigens te vermelden dat het verslag was gebaseerd op een bandopname. Ook al is het meeste inmiddels bekend, dan nog zou publicatie van het volledige gesprek pijnlijk zijn voor koningin Beatrix omdat voor iedereen te horen of te lezen zal zijn dat de koningin niet in staat was haar nichtje en petekind tot de orde te roepen. Tijdens de ruzie maakt Beatrix een kille en geagiteerde indruk; ze toonde geen enkel begrip voor de problemen waarmee Margarita zich geconfronteerd zag en maakte haar nichtje grote verwijten, waardoor een verzoening op dat moment wel erg lastig werd. 

Voor een goed begrip is het verstandig nog even terug te gaan naar dat twistgesprek en wat daar eerder over is geschreven. Het gesprek had plaats nadat de familieruzie in september 2001 een voorlopig hoogtepunt had bereikt tijdens de bruiloft van Edwin en Margarita. 

Margarita meende dat veel van de problemen waarmee zij en Edwin te maken kregen, onder meer de negatieve publiciteit, waren veroorzaakt door haar eigen familie. Dat had ze ook geschreven in een brief aan ‘Tante Trix’: “Het is een grote teleurstelling om vanuit eigen familie en mensen om ons heen, zo bedrogen te worden.” De koningin had ook al schriftelijk gereageerd (“Je brief heeft mij getroffen als intens triest”) en zich daarbij vooral boos gemaakt over het feit dat Margarita een kopie van haar brief aan de toenmalige premier Wim Kok had gestuurd. 

Er was op 19 januari 2002 dus wel een en ander te bespreken. Margarita stelde enkele keren nadrukkelijk dat ze kwam vragen om hulp, maar koningin Beatrix interpreteerde haar woorden heel anders en betoogde dat haar nichtje vooral bezig was met het uiten van beschuldigingen. Het zou gaan om valse beschuldigingen, onder meer aan het adres van Felix Rhodius, de directeur van het Kabinet der Koningin, die volgens Margarita had geprobeerd de hand te leggen op bankafschriften van Edwin. 

Beatrix stelde enkele keren nadrukkelijk dat Margarita en Edwin het conflict aan zichzelf te wijten hadden. Was dat nooit bij ze opgekomen? Waren ze blind? Margarita reageerde soms fel op die verwijten, wat Beatrix weer niet accepteerde. Tot twee keer toe zei de koningin: Margarita, er is een duiveltje in je gekropen. 

Maar Margarita zocht tijdens de ruzie ook naar openingen. “Luister,” zei ze onder meer, “ik hou ontzettend veel van mijn familie. Dat ik nu anders overkom, klopt niet. Ik ben alleen wat mondiger geworden.” En even later: “Hoe vaak moet ik nog zeggen: ik ben hier gekomen voor advies? Voor hulp. Om te kijken wat er mogelijk was.” 

Welnu, veel was er niet mogelijk. Beatrix eiste in feite een volledige capitulatie. 

Dat was een onmogelijke eis. Margarita was onrecht aangedaan, zoals later deels is bevestigd door premier Jan Peter Balkenende en de Tweede Kamer. Er was wel degelijk illegaal onderzoek gedaan naar Edwin, door twee geheime diensten nog wel, waarover vervolgens was gelogen. Bovendien waren de resultaten van dat onderzoek — bijvoorbeeld het verhaal dat Edwin met het hiv-virus zou zijn besmet — in strijd met alle voorschriften doorgespeeld aan de vader van Margarita, prins Hugo Carlos de Bourbon de Parme. Margarita had in 2002 dus alle reden om boos te zijn. 

Voor Edwin had er waarschijnlijk veel meer in gezeten als hij beter in staat was geweest zijn kalmte te bewaren. Nog maar drie jaar geleden had hij een weloverwogen strategie uitgestippeld, die voorzag in het verhoren van diverse leden van de koninklijke familie en enkele oud-ministers. Daarmee moest bewijsmateriaal worden verzameld om aan te tonen dat hij vanuit het hof welbewust was beschadigd. En dat had weer kunnen resulteren in een forse schadevergoeding. 

Dat perspectief is inmiddels verloren gegaan. Edwin is verstrikt geraakt in achterhoedegevechten, onder meer over de vraag of de stamboom van de Oranjes wel klopt en dus ook over de vraag of koningin Beatrix en prins Willem-Alexander wel recht hebben op de troon. Het gaat hier om een onderzoek van republikeinse snit waarvoor Margarita haar eigen DNA zou hebben afgestaan — wat de prinses overigens in de brief van haar advocaat Kemper stellig ontkent. 

Tenzij Edwin beschikt over nog meer documenten en bandopnames die bewijzen hoezeer het Koninklijk Huis misbruik maakt van zijn macht, is de Margarita-kwestie een aflopende zaak. Maar de vraag die de hele affaire heeft opgeworpen, zal nog veel vaker opduiken: wie is in staat de Nederlandse monarch tot de orde te roepen als dat nodig is?