Spring naar de content

Korankennis

De discussie wordt gevoerd door halfgeïnformeerden die de koran gebruiken als soek: waar je glimmende hebbedingetjes vindt om je eigen standpunt mee aan te kleden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Erasmus geeft in De lof der zotheid een mooi voorbeeld van wat er mis kan gaan bij de uitleg van heilige teksten. Hij bezoekt een theologische discussiebijeenkomst waar een ‘onweerspreekbare autoriteit’ het woord neemt en zegt:“Luistert, dit zijn de feiten. Er staat geschreven: ‘Gij zult de booswicht niet laten leven’, alle ketters zijn booswichten, dus et cetera.”

“Bewondering alom voor het genie van die man,” noteert Erasmus fijntjes, “en men stemde met de voeten, met de klompen beter gezegd. Niemand besefte dat dit voorschrift slaat op waarzeggers, tovenaars en magiërs, die in het Hebreeuws mekashephim heten, booswichten. Op deze manier zou ook op echtbreuk en dronkenschap de doodstraf staan.”

Erasmus kwam onder andere tot zijn vernieuwende ideeën doordat hij geen genoegen nam met vertalingen en bewerkingen van de klassieken, zoals de meeste wetenschappers toen, maar zich het Grieks en Hebreeuws eigen maakte om de originelen te kunnen lezen.

In Nederland wordt over de koran gediscussieerd door mensen die niet eens een vertaling van dat boek hebben gelezen, laat staan dat ze zich ooit afgevraagd hebben of die vertaling wel recht doet aan het origineel. Neem het hoofdredactioneel commentaar van de Volkskrant van 31 augustus, naar aanleiding van de uitzending van Submission I, van Ayaan Hirsi Ali. “Het lijdt geen twijfel dat in de koran vele passages staan die de stelling van Hirsi Ali bevestigen,” meent de commentator. “De koran heeft onder moslims bovendien een heel andere status dan de bijbel onder katholieken en protestants-christelijken. Terwijl voor de katholiek het leven prevaleert boven de leer en de protestant zich vrij voelt zijn hoogstpersoonlijke interpretatie van de Schrift te geven, vormen de voorschriften uit de koran voor de orthodoxe moslim een heilig gebod waaraan niet mag worden getornd.”

De koran heb ik nooit gelezen en de bijbel voor ’t laatst als kind, maar ook zonder die kennis is makkelijk te zien dat hier iets niet klopt. Vrijzinnige christenen gaan veel soepeler om met de bijbel dan orthodoxe moslims met de koran, staat er, en daarom heeft de koran voor moslims een heel andere status dan de bijbel voor christenen. Een non sequitur noemt men zoiets, een deftig woord voor onzin. Alsof er in Nederland, ook vandaag nog, geen christenen wonen die de bijbel veel letterlijker nemen dan hun meer vrijzinnige geloofsgenoten. Orthodoxie, dat is juist waar het om gaat!

Ziedaar het niveau waarop in de Nederlandse media over de koran wordt gesproken en geschreven. Het instellen van een paar leerstoelen Islamistiek, het subsidiëren van redactieplaatsen voor islamdeskundigen bij de media of het op de markt brengen van een goedkope koranvertaling zou weleens de beste anti-terreurmaatregel kunnen zijn die de regering kan nemen. Tja, leuk is anders. Zijn we net de tirannie van onze eigen Heilige Schrift ontgroeid, kunnen we aan die van hén beginnen. Maar het zal toch moeten. Als iemand je bij herhaling om de oren slaat met een en hetzelfde boek, is het misschien niet zo’n gek idee dat boek eens te lezen.

Maar wie moeten we geloven? Nederlanders kunnen zeggen dat een islamgeleerde die zelf gelovig is niet objectief kan zijn, islamieten zullen Nederlandse, niet-gelovige deskundigen misschien niet serieus nemen.

Voorlopig wordt de discussie vooral gevoerd door halfgeïnformeerden die de koran gebruiken als soek: waar je glimmende hebbedingetjes kunt vinden om je eigen standpunt mee aan te kleden. Een soera’tje hier, een soera’tje daar, dat staat toch aardig bij elkaar? Al bladerend in de koran schrikken ze zich een hoedje van al die afgehakte ledematen en van het dak tuimelende ontuchtplegers, zonder zich te realiseren dat het in alle prehistorische gedragscodes nogal bloedig toegaat, inclusief die van ons, de bijbel (die ze vaak ook niet kennen). Dat ‘steniging’ ooit bij wijze van spreken het woord voor ‘foei’ was, en niet alleen in Arabisch, maar in alle talen. Zo bezien is de kennismaking met de islam tegelijk een (hernieuwde) kennismaking met de barbaarse bruutheid van ons eigen verdrongen voorland. Laten we niet vergeten dat in Ierland, hier vlakbij, ook vandaag nog mensen worden opgeblazen uit naam van een paar bijbelverzen.

Maar om te stellen, zoals Paul Scheffer onlangs deed, dat wij het moslimterrorisme moeten accepteren als onderdeel van de islam, zoals de kruistochten nu eenmaal tot de geschiedenis van het christendom behoren, dat gaat mij toch iets te ver.

“Beste moslimterrorist. Ik vind het niet leuk dat u mijn kinderen gevierendeeld heeft, maar ik heb er begrip voor. Dat soort dingen deden wij eind elfde eeuw ook.”

Ik weet het niet.

Geschiedenis is een rekbaar materiaal, binnen Europa kun je met het vliegtuig in een paar uur een eeuw overbruggen, maar een achterwaartse tijdsprong van bijna duizend jaar, is het reëel om die van ons te vragen?

En andersom: als iemand een kaartje koopt voor de tijdmachine en zich een paar eeuwen vooruit laat katapulteren, dan mag je toch aannemen dat hij dat doet omdat hij in die toekomst gelóóft. Niet om, eenmaal aangekomen, de terugkeer naar zijn eigen verleden te propageren.

Onderwerpen