Spring naar de content
bron: martijn beekman

‘Met dank aan Rosenmöller en Van Dam’

Vorige week zijn de opnamen van ‘0605’ gestart, de film over Pim Fortuyn waarin de AIVD een dubieuze rol speelt en de Goddelijke Kale door archiefbeeld wordt vertolkt. Op de set met regisseur Theo van Gogh.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Astrid Theunissen

“Ik wil tranen bij die zwarte mevrouw met dat glas witte wijn! Het waren niet alleen autochtonen die treurden om Pim.” Theo van Gogh richting opnameleider: “Die lul van een Tomas Ross schrijft dat die lui in die hoek moeten staan, maar niet wat ze moeten doen. Weg ermee.” Tegen een opgeprikt gezelschap dat eerder op zijn Pims At your service salueerde: “Precies op het moment dat Tara langsloopt, brengen jullie een toast uit.” Luidkeels in de rondte: “Het leven is van een grote vreugde, dames en heren. Nog één keer!” De opnameleider: “Gezelligheid, babbel-de-babbel. Mimen, niet fluisteren! Scène 19. En, actie!” Klik, klik, klik, opnieuw komt hoofdrolspeelster Tara Elders de Haagse brasserie Dudok binnenlopen. Onder de pruik met zwarte krullen verschijnt een verbaasde blik als ze de aanwezigen samengeschoold aan de bar treft. Champagneglazen worden geheven. Tara staart zoals iedereen naar het tv-toestel achter de toog. Verderop kijkt Van Gogh met open mond naar drie televisieschermpjes. Ze laten vanaf verschillende standpunten zien hoe Tara’s opengesperde ogen de beelden van Harmen Siezen, ME’ers en Fortuyns bebloede hoofd opslurpen. Hij krabt aan zijn kin, trekt aan zijn lip. “Cut!” 

Het is half tien op de tweede draaidag van 0605, de film over de moord op Pim Fortuyn, gebaseerd op de thriller De zesde mei van Tomas Ross, waarin de AIVD een dubieuze rol speelt. Want hoe kon het dat de ME mét honden binnen acht minuten op het Mediapark in Hilversum was? Van Gogh is ‘net zo paranoïde als Ross’ en dat wordt in scène 19 onderstreept. Voordat Tara, een Turkse milieuactiviste en AIVD-spion, op weg gaat naar Dudok, heeft ze de inlichtingendienst gemeld dat Volkert een aanslag op Fortuyn beraamt, maar in de brasserie ontdekt ze dat de AIVD niet heeft ingegrepen. Vandaar haar verbijsterde blik, en die is volgens de regisseur overtuigend. “Heel goed, Tara.” De actrice: “Ik zie er niet uit met dat schaamhaar op mijn hoofd.” Van Gogh omhelst de ‘perfecte combinatie van schoonheid, intelligentie en talent’ en roept daarna: “Dankjulliewel, dames en heren.” Geroezemoes en gehannes met apparatuur. De camera’s die vanochtend om zes uur zijn opgesteld, worden gedemonteerd. De 39 figuranten maken zich uit de voeten. Tara zit op een rustig plekje te roken, want in de volgende scène moet ze voor het eerst van haar leven in een besteleend rijden. Dat vindt ze enger dan de gedachte aan de betrokkenheid van de AIVD bij de moord op Pim – “Dat weiger ik te geloven.” Maar ze is vereerd met haar rol. “Als Fortuyn-verdediger is Theo een van de weinigen die een goede film over Pim kunnen maken zonder dat het hypocriet is.” 

Als Fortuyn-verdediger is Theo een van de weinigen die een goede film over Pim kunnen maken zonder dat het hypocriet is

Tara Elders

Twee oude meisjes van sponsor Tiscali zoeken de pers op om te vertellen dat met name de internetcomponent van de film uniek is. “We vinden het leuk als dat aspect duidelijk naar voren komt in je verhaal. Het is heel bijzonder dat wij deze film financieren en met de première op internet hebben we een Europese primeur.” Het kost wel twee miljoen euro, maar als internetprovider en breedband-aanbieder ziet Tiscali het zo: “Internet is als water dat uit de kraan komt, maar om je als bedrijf te onderscheiden, moet je er hoogwaardige content aan toevoegen; wijn, zeg maar. Film is de wijn.” 

Op een pleintje naast het Binnenhof produceert een blauwe besteleend een pijnlijk geluid. Tara leert schakelen. Van Gogh duwt een kinderwagen met apparatuur voort naar de plek waar ze zometeen voorbij zal scheuren. Hij draagt een hes met ‘Het is weer de samenzwering van de heksenkring geweest’. “Verjaardagscadeau van de dames binnen de filmcrew,” zegt hij. “Ik kreeg ook andere shirts met gruwelijkheden die ik ooit tegen de crew bezigde.” Dat is niet zo vreemd, want: “Ik kies die mensen uit op hun masochisme om ervan verzekerd te zijn dat ze me kunnen verdragen op de set.” Anders dan zijn collega-regisseur Johan Nijenhuis van films als Costa!, gelooft Van Gogh niet dat film een mechanisch proces is ‘dat je met je bekrompen nichtenbrein uit Twente achter de schrijftafel kunt bedenken’. “Ik geloof in het groepsgevoel en in improvisatie. Dat maakt ons de snelst draaiende cameraploeg van Nederland.”

De opnamen gisteren in het Mediapark in Hilversum — door Tiscali persontoegankelijk verklaard omdat die de primeur van ‘deze fikse investering’ opeiste — liepen gesmeerd, zegt Van Gogh. Anders dan misschien gedacht, vonden daar geen opnamen plaats van de moord, want Van Gogh wil de mythe-Fortuyn niet kapotmaken door een kaalgeschoren acteur à la Thom Hoffman in te zetten. In plaats daarvan wordt gebruikt gemaakt van archiefbeelden. In de scène op het Mediapark nam de mannelijke hoofdrolspeler Thijs Römer als mislukt persfotograaf foto’s van gastactrice Georgina Verbaan en legt hij bij toeval een voorbijrennende jongen met en rood petje vast. Vanaf dat moment raakt de fotograaf verstrikt in het web rond de moord, vertelt Van Gogh. Kijken we in Van Goghs hart, dan had de film niet 0605 maar Volkert en Folkert geheten. “Wie kent die onbeduidende Folkert Jensma?!” Hij doelt op de hoofdredacteur van NRC Handelsblad.

“Die man staat symbool voor de corrupte pers.” En dan braakt hij nog meer namen uit: Zalm, De Graaf, Melkert. Allen die Fortuyn gedemoniseerd hebben, trekken voorbij in de film. We zullen Wim Kok zien, die op 6 mei zei: “Ik ben kapot,” en bij de uitvaart op de eerste rij zit te gapen. En het gestuntel van Klaas de Vries tijdens de persconferentie, die een willekeurige particulier niet wenste te beveiligen. “Dat zei de minister van Binnenlandse Zaken over de grootste oppositieleider die het land ooit heeft gekend!” Van Gogh is nog steeds kwaad. Inmiddels ook op het Instituut voor Beeld en Geluid, dat de fragmenten niet wil afstaan waarop Job Frieszo met het partijprogramma van de Centrum Democraten zwaait, en waarop Marcel van Dam in Het Lagerhuis debatgenoot Fortuyn een minderwaardig mens noemt. Hij gaat nog geen ruziemaken — de première is pas op 12 december – maar zo’n beeldblokkade staat haaks op het publicatierecht. “Watergate zou niet zijn uitgezonden als de omroep het voor het zeggen zou hebben.” Hij bedaart als de opnameleider meldt dat Tara in de besteleend nadert. “Camera’s klaar? En… actie!”

Ik kies die mensen uit op hun masochisme om ervan verzekerd te zijn dat ze me kunnen verdragen op de set

Theo van Gogh

Paniek aan de lunchtafel op een parkeerterrein in Scheveningen. Vanuit een caravan van Cuisine & Prak wordt vis uitgereikt, en het is een heerlijk visje, proeft Van Gogh. “Maar waar is Tara, jongens? In de eend? De remlichten en richtingaanwijzer doen het niet!” Hij plukt met zijn vingers het vlees van de graten. “Bel haar.” Als ze eindelijk aanschuift: “Goed eten, Tara.” Maar zij wil liever worteltjes. Onbegrijpelijk, vindt de belichter met ‘Cable Bitch’-shirt. “Theo zorgt voor de betere cateraars in de filmwereld.” Carolina van de grime: “En hij is bijzonder loyaal aan zijn mensen. Daarom is de crew al jaren dezelfde.”

Die crew draaide ook de dramaserie Najib en Julia rond de zesde mei in 2002 en was op die maandagavond gezamenlijk aan de borrel toen het nieuws kwam. Iedereen keek naar Theo, want ze wisten: Theo kent Pim. Van Gogh: “Ik had Fortuyn de vorige avond nog hartelijk uitgelachen omdat hij vertelde dat hij zich bedreigd voelde. Ik zei: ‘Dacht je dat jij belangrijk genoeg was om vermoord te worden?’ Om hem een hart onder de riem te steken uiteraard.”

Die maandag dacht hij: shit. Doelend op zijn aanvallen op de ‘corrupte pygmeeën’ die in Fortuyn een gevaar zagen, zegt hij: “Heb ik toch gelijk gehad. Een platte emotie natuurlijk.” De regieassistente tegenover hem: “Je was anders wel van de leg.” Van Gogh: “Ik ben die nacht dronken geworden en heb dinsdag de column Moordenaars geschreven.” Het idee voor de film was er meteen, maar de uitvoering liet om financiële redenen op zich wachten. “De gedachte alleen al dat ik tegenover die politiek correcte subsidieverstrekkende zulthoofden mijn opvattingen zou moeten verdedigen…” Daarom heeft hij zich met zijn partner in crime-producent Gijs van de Westelaken, de blaren op de tong geluld bij Tiscali. 

Maar voor alle duidelijkheid: de twee miljoen losgepeuterde euro’s zijn wel bestemd voor entertainment. “Er valt een hoop te lachen, hoor. De film is geen heiligverklaring van de Goddelijke Kale. Hij was een marxist en geloofde in de maakbaarheid van de samenleving — ik niet. Het wordt dan ook geen politiek pamflet.” Wel trekt hij een ironische parallel met de Tweede Wereldoorlog. “Toen die was afgelopen, deed iedereen alsof er niets was gebeurd. Na de moord zag je dat opnieuw. Melkert kreeg een baantje bij het IMF, Rosenmöller bij de televisie en De Graaf heeft nooit excuses aangeboden voor zijn gekoketteer met Anne Frank, waarmee hij het volk opriep om het Gevaar geen kans te geven.” Hij zuigt hard aan zijn peuk. “Hij zou nog een lijk neuken als hij er een zetel aan overhield”.

De film is geen heiligverklaring van de Goddelijke Kale. Hij was een marxist en geloofde in de maakbaarheid van de samenleving — ik niet

Theo van Gogh

Het loopt tegen tweeën. In een verzekeringskantoor op de Scheveningse Kranenburgweg is in een handomdraai een telefoongesprek opgenomen. Nog twee actieshots te gaan met Thijs Römer, maar die laat op zich wachten. Van Gogh schudt handen met figuranten die sinds tien uur paraat staan om over de Kranenburgweg te lopen. “Lief, er zit een hermafrodietje bij,” merkt hij op tegen de grimedame. Iemand vraagt of hij de redder van het vaderland mag fotograferen. Van Gogh poseert en meldt dat hij weg wil uit deze natie. “Dit land is bezet door de in-orde-mensen, die PvdA-rechters en milieu-terroristen. Er is na de moord niets ten goede gekeerd. Ja, Bos mag zeggen dat hij zijn kind naar een witte school stuurt.” Hij wil naar Amerika. “Daar lopen ze ver vóór op Europa. Daarom is die Amerika-haat ook zo groot.” Maar zijn zoon moet eerst volwassen zijn en hier heeft Van Gogh werk.

Hèhè, daar is Römer. Hij moet Tara fotograferen vanaf een straathoek. In het geniep, net zoals hijzelf onlangs werd gesnapt door een Privé-fotograaf, zoenend met Katja Schuurman, zijn tegenspeelster uit Medea, de vorige film van Van Gogh. Römer heeft dus goede ervaringen met deze regisseur, grapt hij tussen de scènes door. Serieus: “Theo is echt bezield. Vannacht stond hij om half twee aan de hotelkamerdeur. Om een scène te repeteren. Pas om half vier kon ik slapen.” Maar hij weet: “Op de set wil Theo snel werk zien.” De ongeduldige regisseur: “Laatste scène, jongens.” Römer start de motor. De opnameleider: “Ik vond dat die auto te dicht op Thijs zat.” Van Gogh: “Het is juist een heerlijk on-Nederlands rauw shot. Terug naar de basis, jongens!”

Half vijf. De cateraars van Cuisine & Prak hebben kaasblokjes met olijven en Amsterdamse uitjes met gekookt ei op tafel gezet. De figuranten drinken fris en vullen declaratieformulieren in. Thijs Römer haalt bier voor de crew. Tara Elders heeft haar pruik afgezet en laadt een koffer op wieltjes in een degelijke auto. Het hermafrodietje begint met eenzelfde koffer ‘vol ongebruikte extra kleren’ aan een reis per bus en trein naar Brabant. Dat de hele onderneming meer kost dart de onkostenvergoeding van 35 euro geeft niks. “Theo is leuk en zijn columns ook.” Nu moet alleen het dagelijkse videodagboek van Van Gogh voor de Tiscali-website nog opgenomen worden. “Ik word bedolven onder voorspoed en dat baart zorgen,” orakelt dec cynicus. Maar de film is in wording, besluit hij. “Met dank aan Marcel van Dam en Paul Rosenmöller.”