Spring naar de content
bron: anp

Het koninkrijk van Bernhard


Prinses Margarita noemde haar grootvader ‘de koning van Nederland’. In 2003 bleek opnieuw dat Prins Bernhard zich meer kan permitteren dan wie ook. Hoe de prins-gemaal zijn positie door botheid en charme ten volle wist te benutten, en zelfs zestig jaar lang een dubbelleven kon leiden. ‘Juffrouw Gilles was zijn grote liefde.’ 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Rob Knijff en Thieu Vaessen

Nog los van de geboorte van Catharina-Amalia was 2003 een echt Oranjejaar. Net als 1956 (de Greet Hofmans-affaire) en 1976 (Lockheed) is 2003 een markeringspunt geworden in de geschiedenis van de koninklijke familie. En deze keer niet dankzij één affaire, maar dankzij twee affaires tegelijk, die van prinses Margarita en die van Mabel Wisse Smit. 

Dankzij Margarita en Mabel stonden de Oranjes het hele jaar in het brandpunt van de belangstelling. Nederland kreeg een zeldzaam inzicht in de onderlinge verhoudingen tussen de familieleden en hun minder flatteuze karaktertrekken. Veel aandacht ging uit naar koningin Beatrix, prins Johan Friso, prinses Margarita en haar vader prins Carlos Hugo, waardoor prins Bernhard even verbannen leek naar de achterkamers van Paleis Soestdijk. Het was alsof hij het ook zo voelde, en zich daarom nog twee keer nadrukkelijk op het bordes meldde. Hij wierp zich op als beschermengel van twee AH-medewerkers die een winkeldief hardhandig aanpakten en maakte via het Amerikaanse blad Forbes wereldkundig dat de Oranjes lang niet zo rijk zijn als iedereen dacht. 

Toch was 2003 een interessant jaar voor de Bernhard-liefhebber. Dat kwam onder meer door één zinnetje uit de brief waarmee premier Jan Peter Balkenende aan de Tweede Kamer uitleg gaf over de Margarita-affaire. De premier vertelde dat informatie uit een vertrouwelijk BVD-rapport over Edwin de Roy van Zuydewijn — de echtgenoot van prinses Margarita — was doorgegeven aan de vader en aan de oudste broer van Margarita, waarna het bewuste zinnetje volgde: “Later is ook Z.K.H. Prins Bernhard geïnformeerd.” 

In het Kamerdebat over de Margarita-affaire gingen de parlementsleden niet in op die opmerkelijke mededeling, maar opmerkelijk was het. Op het moment dat de prins de vertrouwelijke BVD-informatie kreeg over de aanstaande echtgenoot van zijn kleinkind, was hij negentig jaar oud. Geen enkele politicus stelde vragen, waardoor onduidelijk bleef waarom Bernhard betrokken was bij de partnerkeuze van zijn kleinkind. Maar het simpele feit dat Bernhard werd geïnformeerd, zegt veel over zijn machtspositie. Kennelijk kon de familie niet om hem heen. 

De mededeling van Balkenende sluit wonderwel aan op beweringen van Margarita in de serie ‘Oranjebitter’, die HP/De Tijd dit jaar publiceerde. Volgens de prinses heeft prins Bernhard achter de schermen nog steeds grote invloed, of zelfs een doorslaggevende stem. Margarita stelde: “Bernhard is de koning van Nederland.” 

Volgens Margarita bleek Bernhards onaantastbaarheid onder meer uit het — tot dan toe niet publieke — feit dat haar grootvader een buitenechtelijk relatie had met zijn privésecretaresse Cockie Gilles, zolang Margarita zich kon herinneren. Navraag voor dit verhaal heeft geleerd dat die verhouding al van 1944 stamt. Met andere woorden: Bernhard heeft bijna zestig jaar lang een dubbelleven geleid. 

De mededeling van Balkenende en de zeer langdurige verhouding met Gilles werpen een nieuw licht op Bernhard, en met name op zijn macht. Hoe kan het eigenlijk dat Bernhard zich zijn hele leven lang zoveel heeft kunnen permitteren? 

Als Bernhard inderdaad de koning van Nederland is, is hij dat niet van de ene op de andere dag geworden. Oorspronkelijk komt Bernhard zur Lippe-Biesterfeld uit een enigszins verarmd adellijk geslacht en kreeg hij pas later in zijn jeugd de prinsentitel. In eerste instantie was Bernhard ook over het hoofd gezien als huwelijkskandidaat voor de Nederlandse troonopvolgster, prinses Juliana. 

Bernhard was echter assertief genoeg om zichzelf in de kijker te spelen en beschikte over een charme die niet alleen Juliana imponeerde, maar ook haar moeder, koningin Wilhelmina. Het paar trouwde in januari 1937. Daarvóór had de toen 25-jarige Bernhard al bedongen dat hij kon beschikken over een eigen jaarsalaris van de Staat. De grondwet van 1938 garandeerde de prins een belastingvrij inkomen van 200.0 oo gulden per jaar — in die tijd een godsvermogen. Het maakt duidelijk dat Bernhard al vroeg wist hoe hij gebruik moest maken van zijn positie. Hij was voortaan financieel onafhankelijk, wat hem veel vrijheid van handelen bood. Nog steeds ontvangt de hoogbejaarde prins een nettojaarinkomen van 637.000 euro. 

Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leek voor Bernhard aanvankelijk uiterst nadelig uit te pakken. De Amerikanen en Britten wantrouwden Bernhard ten diepste, wegens zijn Duitse afkomst. De hele oorlog door hielden geallieerde inlichtingendiensten hem in de gaten. Zelfs nog in 1945 schreef de OSS, de voorloper van de CIA, een rapport over Bernhard, waarin werd gewaarschuwd voor Bernhards ambities, met name: `een neiging tot zelfoverschatting’. 

Of Bernhard werkelijk leed aan zelfoverschatting valt te bezien, maar de OS S-spionnen constateerden terecht dat Bernhard ambitieus was. De prins wilde een rol van betekenis spelen, en dat lukte hem ook. “Zonder de oorlog zou ik nooit meer zijn geworden dan een koninklijke marionet op het toneel van mijn land,” zei Bernhard tegen de Britse koning George VI, want de oorlog bood hem onverwachte kansen.Dat had Bernhard te danken aan zijn schoonmoeder, koningin Wilhelmina, die een enorm vertrouwen in hem had. Zij effende Bernhards weg naar de geallieerde leiders, onder wie Winston Churchill en Franklin D. Roosevelt. Onvermoeibaar probeerde zij haar schoonzoon belangrijke functies toe te bedelen. Bernhard kreeg onder meer tot taak een nieuwe inlichtingendienst op te zetten en werd in 1944 benoemd tot Bevelhebber van de Nederlandse Strijdkrachten. 

Volgens hardnekkige geruchten zou Bernhards ambitie ook blijken uit een brief aan Hitler waarin de prins zichzelf in 1942 aanbood als stadhouder in bezet Nederland. Dit verhaal dook in 2003 opnieuw op na de publicatie van het boek Leonie. Het leven van Nederlands intrigerendste dubbelspionne van Gerard Aalders. Tot op heden is echter geen spoor van de brief gevonden. Bovendien lijkt het verhaal onwaarschijnlijk omdat Bernhards vooruitzichten aan geallieerde zijde in 1942 al rooskleuriger waren en te voorzien was dat Hitler de oorlog ging verliezen. 

Weliswaar was de functie van Bevelhebber hoofdzakelijk symbolisch, maar zij vormde wel de basis van de macht die Bernhard zou verwerven binnen het militaire apparaat. In het bevrijde Zuid-Nederland speelde de prins in 1944 en 1945 een centrale rol. Hij won het vertrouwen van het militaire kader, dat hem ook na de oorlog door dik en dun bleef steunen. 

Dat Bernhard het wantrouwen wist te overwinnen, zegt veel over zijn kwaliteiten, met name die van charmeur. De prins was en is een zeldzaam goede netwerker en bijzonder attent in het onderhouden van contacten. Hij geldt als een man met een fabelachtig geheugen voor gezichten en namen. Fameus zijn de duizenden met groene inkt geschreven briefjes en gesigneerde ‘strooifoto’s’ die hij in de loop van zijn leven heeft verstuurd. Ook de stiptheid waarmee hij vrienden en kennissen opbelt om hen met hun verjaardag te feliciteren, heeft hem enorm veel goodwill bezorgd. Zijn hele leven verleende Bernhard vriendendiensten. In ruil daarvoor kon hij rekenen op grote loyaliteit. 

Dat wil niet zeggen dat Bernhard een allemansvriend is. De prins kan bijzonder bot zijn voor mensen in zijn directe omgeving. En plein public kon hij zelfs zijn eigen vrouw schofferen, zoals het geval was in 1997, toen prinses Juliana zich bij de uitrijking van de Gouden Ark op Paleis Soestdijk niet helemaal gedroeg zoals Bernhard wilde, waarop hij haar toevoegde: “Nou hou jij op, anders ga je naar die andere kamer.” Zijn directe en soms grove optreden boezemde ontzag en ook angst in. De combinatie van botheid en charme heeft er in belangrijke mate aan bijgedragen dat Bernhard meestal zijn zin kreeg. 

In zijn nieuwe rol als export-promotor liet hij zich overal in het buitenland als een vorst binnenhalen. Hij verscheen in gala-uniform en werd verwelkomd met kanon-salvo’s, die de prins zelf protocollair had bedongen

Er is nog een karaktereigenschap die Bernhard in staat heeft gesteld zijn positie maximaal te benutten, en dat is zijn geldingsdrang. De jonge Zur Lippe-Biesterfeld was gewiekst, ambitieus en ondernemend. Hij kon daarbij blijven rekenen op Wilhelmina, die hem na de oorlog benoemde tot inspecteur-generaal van de krijgsmacht. Dankzij die functie als directe adviseur van de minister van Defensie behield hij grote invloed. 

In 1948 kreeg Bernhard opnieuw een flinke zet in de rug doordat Juliana koningin werd. De troonsbestijging functioneerde als een aandrijfraket. Bernhard kreeg als prins-gemaal naast een regerend vorstin nog gemakkelijker toegang tot de groten der aarde. In de loop van zijn leven ging hij met bijna alle wereldleiders vertrouwelijk om: van John F. Kennedy tot Indira Gandhi, van Juan en Eva Perón tot de sjah van Perzië, van Winston Churchill tot Nelson Mandela, van Julius Nyerere tot Suharto. 

Maar het was niet genoeg. Eenmaal prins-gemaal, wilde hij uit de schaduw van zijn vrouw treden. Daarvoor zette hij al zijn kaarten op wat hijzelf als zijn grootste capaciteit beschouwde, namelijk dat hij mensen goed kan samenbrengen. Gedurende zijn hele leven heeft hij de rol van ‘katalysator’ — zoals hij het zelf omschreef— op zich genomen.

Zo ging het ook op zakelijk gebied. Bernhard begon zijn loopbaan als ambassadeur van het Nederlandse bedrijfsleven met een van zijn fameuze handgeschreven briefjes, waarin hij in de zomer van 1950 de toenmalige minister van Economische Zaken, J.R.M. van den Brink, zijn diensten aanbood. 

In zijn nieuwe rol als export-promotor liet hij zich overal in het buitenland als een vorst binnenhalen. Hij verscheen in gala-uniform en werd verwelkomd met kanon-salvo’s, die de prins zelf protocollair had bedongen. Harry van Wijnen beschrijft in zijn boek De prins-gemaal hoe bijna alle gastheren in de veronderstelling verkeerden dat Bernhard als man van het staatshoofd op zijn minst een soort onderkoning was. De prins was de laatste om hen op andere gedachten te brengen. 

Tien jaar na zijn briefje bezweek Bernhard bijna onder het gewicht van zijn commissariaten en bestuursfuncties. In 1954 was hij een van de initiatiefnemers van de Bilderberg Conferentie, een ‘denktank’ van internationale kopstukken die achter gesloten deuren oplossingen besprak voor allerlei wereldproblemen. In datzelfde jaar was hij medeoprichter van de Europese Culturele Stichting, die de eenheid van Europa ging bevorderen. En in 196o kwam Bernhard met het Wereld Natuur Fonds. 

Tijdens een bezoek aan een Zuid-Afrikaans wildpark eerder dit jaar vroeg Rik Felderhof aan prins Bernhard of hij dingen in zijn leven anders had willen doen. Het antwoord was: “Nee, zo zit ik niet in elkaar. Ik voel mij als een kind dat een zandkasteeltje heeft gebouwd; en het is gelukt.” 

Bernhards zandkasteel was zelfs vanuit de Verenigde Staten niet over het hoofd te zien. Het Amerikaanse tijdschrift Fortune wijdde in 196o een heel artikel aan ‘een van de meest invloedrijke personen’ van Europa. “Hij oefent grote invloed uit in verschillende ondernemingen die erop gericht zijn de eenheid in West-Europa te bevorderen. Hij is een expert in militaire zaken en een van de meest vooraanstaande kopstukken in het Nederlandse zakenleven. Geen enkele andere prins en zeker geen andere vorst is zo druk bezig met zoveel verschillende zaken.” 

Bernhard was in 1960 al glansrijk geslaagd in zijn ambitie uit de schaduw van Juliana te treden. Hij had het helemaal voor elkaar. Totale vrijheid. 

In de huiselijke sfeer had Bernhard die vrijheid vier jaar eerder bevochten, ten tijde van de Greet Hofmans-affaire. Door de aanwezigheid van de gebedsgenezeres Greet Hofmans aan het hof liepen de relatieproblemen van Bernhard en Juliana in 1956 uit op een huwelijkscrisis. Het was in die tijd dat Juliana op de hoogte raakte van de buitenechtelijke escapades van haar man. Bernhard op zijn beurt ergerde zich enorm aan de invloed van Hofmans op zijn vrouw. 

Premier Drees moest uiteindelijk tussenbeide komen. Hij wees Hofmans de deur en wist tegelijkertijd te voorkomen dat Juliana haar plannen voor een echtscheiding doorzette. De uitkomst is te beschouwen als een volledige overwinning van Bernhard. Hij had Juliana tot de orde laten roepen en behield tegelijkertijd zijn positie en zijn staatsinkomen. 

Bernhard was de koning van zijn eigen koninkrijk geworden. Achter de schermen bemoeide hij zich met politieke kwesties, maar minstens zo belangrijk voor hem was het genieten van het goede leven. Hij ging de nieuwste Ferrari’s in Modena in de fabriek ophalen en importeerde die belastingvrij. Hij maakte in zijn hele leven meer vlieguren dan een KLM-piloot en kocht op 86-jarige leeftijd nog een nieuw superjacht, de Jumbo VI, ter waarde van elf miljoen gulden. Goed eten en drinken is ook belangrijk. Roze champagne behoorde tot zijn standaardbagage, net als de witte chardonnay Corton Charlemagne van Louis Latour en Cubaanse Montecristo-sigaren. 

Het goede leven omvatte ook talrijke escapades. In dat verband spreken Bernhards vrienden tegenwoordig openlijk over de ‘warmbloedige’ prins. Alle frivoliteit van Bernhard kwam samen in een van zijn geliefde hobby’s: hoeren tellen. Die beoefende de prins op de Italiaanse autostrada, waar prostituees hun aanwezigheid markeren met een parasol. Terwijl zijn chauffeur Hans Bolten, die beschikte over een racelicentie, de olijfgroene Ferrari 456 GT driehonderd kilometer per uur liet rijden, probeerde Bernhard bij te houden hoeveel parasolletjes ze passeerden. 

Bij Bernhards snelle leven hoorde ook veelvuldig contact met de groten der aarde. Het lijkt er weleens op dat politiek bedrijven voor Bernhard meer een middel dan een doel was. Voor de binnenlandse politiek liep de prins zeker niet erg warm. Hij was er meer voor de grote wereldvraagstukken, hoewel de oplossing ervan niet te veel tijd moest kosten. Het moest wel gezellig blijven. 

Dat Bernhard door zijn politieke activiteiten — bijvoorbeeld in de Bilderberg Conferenties — zelden in botsing kwam met de Nederlandse politiek, kwam ook door zijn nadrukkelijk pro-Atlantische standpunten’ Die waren volledig in lijn met het beleid van opeenvolgende regeringen. Eén uitzondering vormt in ieder geval de kwestie-Nieuw-Guinea, waarbij Bernhard op eigen houtje de Amerikaanse president John Kennedy adviseerde zich niet te verzetten tegen annexatie van Nieuw-Guinea door Indonesië, wat Kennedy ook niet heeft gedaan. Het is een van de weinige voorbeelden waaruit kan worden opgemaakt dat Bernhard persoonlijk invloed heeft gehad op de loop van de geschiedenis. 

Er was nog een reden waarom Bernhard L met al zijn activiteiten, ook met zijn economische, zo zelden in botsing kwam met Nederlandse bewindslieden. En dat was dat de vrijheid die ‘de internationale prins’ genoot, de regering danig boven het hoofd was gegroeid. Niemand had nog zicht op wat hij deed, met wie hij omging, met wie hij afspraken maakte en namens wie hij dat deed. Harry van Wijnen concludeerde in De prins-gemaal: “De ministeriële verantwoordelijkheid verkeerde in de periode 1946-1976 in een lange snurkende winterslaap.” Daaruit zou de regering in 1976 wreed worden gewekt door het omkoopschandaal van vliegtuigfabrikant Lockheed. 

Voor Bernhard bleef de schade van het schandaal beperkt. Enerzijds omdat diverse aanwijzingen over laakbaar gedrag van de prins niet werden onderzocht, bijvoorbeeld over het aannemen van steekpenningen van andere vliegtuigfabrikanten, met name Northrop. Anderzijds omdat de Commissie van Drie (die de zaak in opdracht van de regering-Den Uyl onderzocht) niet had kunnen aantonen dat Bernhard de 1,1 miljoen dollar smeergeld die Lockheed naar hem had overgemaakt, ook daadwerkelijk had ontvangen. 

Voor straf moest Bernhard alleen zijn militaire functies neerleggen. Tot strafrechtelijke vervolging kwam het niet, en dat was in de eerste plaats een politieke beslissing, zo bleek uit vertrouwelijke notities van het kabinetsberaad, waaruit NRC Handelsblad bijna vier jaar geleden citeerde. Minister van Justitie Dries van Agt sprak zich bijvoorbeeld uit tegen berechting van Bernhard omdat een langdurige proces tot ‘erosie van het staatshoofd’ zou leiden. 

Bernhard heeft zich nooit onder de indruk getoond van de beperkte strafmaatregelen die hij kreeg opgelegd. Zijn blazoen was geschonden, maar hij bleef zijn eigen gang gaan. Ondanks het verlies van zijn militaire functies hield de prins bijvoorbeeld vast aan zijn gewoonte om iedere week naar De Zwaluwenberg te gaan, de Hilversumse villa waar zijn oude militaire hoofdkwartier was gevestigd. Zelfs nu nog is er helemaal niks veranderd aan het kantoor van Bernhard. Als een soort eerbetoon zijn alle oorkondes, privéfoto’s en meubelstukken op hun plaats gebleven. Zelfs zijn badkuip op leeuwenpoten staat er nog. 

Eens per jaar vindt in De Zwaluwenberg nog steeds een uitgebreid diner plaats met de prins. Hoe de verhoudingen werkelijk zijn, was goed te zien in 1994. Zodra prins Bernhard voet over de drempel zette, werd zijn opvolger, de boomlange generaal Maas, bijna letterlijk een kop kleiner. 

“Aaah, van wie is die afschuwelijke doodskop,” riep Bernhard, wijzend op een bronzen beeld dat hem moest verbeelden. 

“Nou, Koninklijke Hoogheid,” verontschuldigde generaal Maas, “die hangt er anders al jaren.” 

De reactie van Bernhard, alsof hij het tegen een ondergeschikte had: “Dan bof je.” 

De wekelijkse gang van Bernhard naar de Zwaluwenberg is te beschouwen als een statement. Opeenvolgende bewindslieden hebben het door de vingers gezien, hoewel Bernhards boodschap duidelijk was: ik doe wat ik wil. Voor de politiek is de prins onaantastbaar gebleven, of in ieder geval ongrijpbaar. In de woorden van een oud-minister: de positie van Bernhard is ‘buitengaats’. 

Ook in de familie was er niemand die Bernhard tot de orde kon roepen. Dat is wellicht ook de achtergrond van Margarita’s opmerking over haar grootvader als de koning van Nederland. Bernhard was het onbetwiste hoofd van de machtigste familie van Nederland.

Margarita stelde dat de macht van haar grootvader wordt geïllustreerd door de intieme relatie met zijn persoonlijk secretaresse, Cockie Gilles. Bekend was dat Cockie sinds 1945 bij Bernhard in dienst was. “Langzamerhand is zij een stukje van de familie geworden,” schreef Trouw-verslaggever Fred Lammers al in 1986 in zijn boek In gesprek met Prins Bernhard. 

Margarita’s waarneming ging niet verder terug dan circa 1980. Uit achtergrondgesprekken voor dit verhaal is duidelijk geworden dat de verhouding van Bernhard met Gilles al veel eerder is begonnen. De relatie blijkt uit de Tweede Wereldoorlog te stammen. 

Een voormalig medewerker vertelt dat Bernhard en Gilles elkaar in september 1944 op een bijzondere manier hebben leren kennen. In die tijd reed Bernhard dagelijks door het bevrijde Zuid-Nederland, waar hij op een gegeven moment de zwaar gewonde Cockie in een greppel aantrof. De jeep waarin zij zat, was van de weg geraakt. Bernhard zorgde ervoor dat `mejuffrouw Gilles’ goed werd verpleegd in een militair hospitaal. Na enkele weken zocht hij haar op. “Toen is de prins verliefd geworden,” aldus deze ingewijde. Gilles werd opgenomen in Bernhards militaire staf. Na de oorlog nam hij haar in dienst als privésecretaresse, maar in werkelijkheid ging de relatie veel verder. “Juffrouw Gilles was zijn grote liefde,” aldus een andere zegsman. 

Zonder dat de buitenwereld er ooit weet van had, heeft Bernhard voor Gilles ook een eigen vakantiebungalow laten bouwen in Porto Ercole. De woning staat op het terrein van l’Elefante felice, de Gelukkige Olifant, het zomerverblijf dat Bernhard in 1959 liet neerzetten in een natuurgebied aan de Tyrrheense Zee, ruim 150 kilometer boven Rome. Elke zomervakantie verbleef Gilles daar gedurende twee maanden gelijktijdig met de Oranjes. Overigens is Cockie Gilles inmiddels opgenomen in een verzorgingstehuis. 

In Porto Ercole was jarenlang goed te zien dat Gilles een bijzondere positie had. Als de familie uit de heuvels naar de haven kwam voor de dagelijkse boottocht, arriveerde Bernhard altijd als eerste in zijn geblindeerde Mercedes met Gilles op de achterbank. Bernhard zat naast haar, vaak in bermuda en met ontbloot bovenlijf. Juliana arriveerde enkele minuten later in haar eigen, open Mercedes. 

Prinses Margarita vertelde dat haar familie op een gegeven moment — in de jaren negentig — moed verzamelde en Bernhard te kennen gaf dat ze genoeg hadden van de permanente aanwezigheid van Gilles. “Het was ongelooflijk dat we dat hebben gedurfd,” zei Margarita. 

Voor die tijd heeft blijkbaar niemand het aangedurfd openlijk vraagtekens te plaatsen bij de relatie. Dat gold ook voor politici die van de verhouding op de hoogte waren. “We wisten wel van zijn vrouwengeschiedenissen en beschouwden zijn gedrag als een veiligheidsrisico,” zei Gijs de Jong, een vertrouweling van Bernhard, al ruim vijf jaar geleden in HP/De Tijd, refererend aan de oorlogstijd. Hetzelfde deed de OSS in het eerder genoemde rapport, waarin wordt gewaarschuwd voor ‘de vele verhalen about the Prince and women’ 

Enerzijds lag het misschien in de rede voor ministers om zich niet te bemoeien met het privéleven van de prins. Anderzijds namen de politici met hun zwijgen een risico. Het imago van het Koninklijk Huis zou flink beschadigd zijn als het dubbelleven van Bernhard veel eerder bekend was geworden. 

De ironie is wel dat Bernhard zijn onaantastbaarheid dankt aan een huwelijk dat al zo’n zestig jaar weinig meer voorstelt. Als pater familias kon Bernhard zich veel permitteren. Zo ook het verwekken van twee buitenechtelijke dochters. Over zijn dochter Alexia Lejeune is enkele keren gepubliceerd, inclusief een foto van haar en Bernhard, samen met haar Franse moeder Helène Lejeune Grinda. De naam van Bernhards tweede buitenechtelijke dochter is nooit publiek geworden, maar diverse bronnen melden dat zij in de jaren vijftig is geboren en thans in de Verenigde Staten woont. In de vriendenkring van Bernhard is bekend dat de prins met beide buitenechtelijke dochters geregeld contact heeft. “Bernhard heeft zes dochters,” aldus een voormalig medewerker. “De erfenis moet straks door zessen. Iedereen in de familie weet dit.” 

Opvallend is dat de Rijksvoorlichtingsdienst eerdere berichten over de buitenechtelijke dochters nooit heeft tegengesproken. Een jaar geleden ontkende RVD-directeur Eef Brouwers wel nadrukkelijk het bestaan van twee buitenechtelijke zoons van Bernhard. 

De koninklijke familie heeft het vrijbuitersgedrag van Bernhard moeten accepteren. De prins dwong het af. Bernhard was op sommige momenten een vaderfiguur voor zijn kinderen, maar hij was ook een autoriteit. Daarover vertelde Bernhard eerder dit jaar in het interview met Rik Felderhof een opvallende anekdote. Ooit vroegen zijn vier dochters, kennelijk als tieners, of ze hun vader konden spreken. Ze vonden dat ze te weinig aandacht kregen, waarop de prins had geantwoord: maar jullie kunnen me toch altijd bellen? De reactie van Beatrix en haar zusters kwam neer op: dat durven we niet. 

Bernhard concludeerde zelf dat hij had gefaald, door ‘die verdomde taak’, maar opvallender was toch dat zijn dochters hem niet eens durfden te bellen. Over de gezagsverhoudingen in de familie heeft Margarita ook nog een opvallende anekdote verteld: familieleden die bij Bernhard op Soestdijk komen eten maar daar te laat arriveren, worden onverbiddelijk naar huis gestuurd. 

Als Bernhard het nodig vindt, deelt hij straf uit. De oprichting van het Prins Bernhard Natuurfonds begin 1994 is ook te beschouwen als zo’n tik op de vingers. “Dat was uit nijd,” vertelt een oud-medewerker. Bernhard was voor de kerst van 1993 door geen van zijn dochters uitgenodigd. Hij moest de feestdagen op Soestdijk doorbrengen, en dat stak hem. “Bernhard gaf ieder kind een boete van 2,5 miljoen op de erfenis. Hij schonk het nieuwe fonds een bedrag van tien miljoen gulden.” Overigens blijkt uit deze anekdote ook dat de veronderstelde geldnood van Bernhard uit de tijd van Lockheed in de jaren negentig tot het verleden behoorde. 

Bernhard gaat nog steeds zijn eigen gang. In de AH-zaak kon hij de boete van de losbandige medewerkers betalen, en daarmee een rechterlijke uitspraak ongedaan maken, zonder dat iemand protesteerde. Minister Piet Hein Donner van Justitie hekelde wel ‘publieke figuren’ die het voor gewelddadige middenstanders opnamen, maar schrok zichtbaar toen hem gevraagd werd of hij daarmee ook Bernhard bestraffend toesprak. Nee, stel je voor. 

De opmerking van Margarita – ‘dat we dat hebben gedurfd’ — laat wel zien dat de ijzeren greep van Bernhard op zijn familie in de loop der jaren enigszins is verslapt. Niettemin moet koningin Beatrix volgens ingewijden nog steeds rekening houden met Bernhard, zoals onder meer bleek uit het feit dat hij vertrouwelijke informatie kreeg over Edwin de Roy van Zuydewijn. 

“Hij is de vader van de baas,” zegt een oud-minister. “Hij kan Beatrix ieder moment van de dag bellen. En wie luistert er nu niet naar zijn vader?” 

Bernhard is volgens Margarita de koning van Nederland. Ze heeft gelijk, in die zin dat hij zich heeft kunnen permitteren wat geen enkele andere Nederlander kan. En dat op staatskosten. Nog altijd kan hij gedurende de zomermaanden beschikken over een marinebemanning voor zijn schip, de Jumbo VI. Oude vertrouwelingen laat hij met het regeringstoestel overkomen naar Italië voor een potje golf. Wie zal het hem verbieden? Bernhard wordt niet tegengesproken. Bijna niemand wil het, bijna niemand durft het.