Spring naar de content
bron: anp

Na de aanslag

Op 6 mei werd Pim Fortuyn in het Mediapark in Hilversum vermoord. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Marcel van Roosmalen

Hilversum, 6 mei 2002  

De LPF-secretaresse van Pim, en een meneer die zich ‘een vriend van Pim’ ‘ noemt en grijs haar heeft, zitten al uren in een verhoorhok van het Hilversumse politiebureau. De secretaresse van Pim werkte vandaag gewoon op het partijbureau. Ze hoorde van LPF-voorlichtster Ines Scheffers dat Pim was neergeschoten. Die had het op de radio gehoord. “Ik geloofde het niet,” zegt ze. “Ik dacht: die is gewoon aangeschoten. Toen we hoorden dat hij was overleden, begon iedereen te janken. Ook de mannen.” Ze besloot dat ze naar Hilversum wilde om Herman, Pims butler en chauffeur, op te vangen. De man met het grijze haar wilde mee. Herman hebben ze nog niet gezien, maar ze hebben gehoord dat hij, evenals de familie van Pim, een gang verderop zit. De politie heeft de twee zolang in een verhoorhok gestopt, zodat ze rustig kunnen wachten. Ze zitten er nu al een paar uur. Het zou kunnen dat ze vergeten zijn. De deur van het hok staat op een kier. Ze kijken door de spleet en zien hoe mevrouw Magda Berndsen van de Hilversumse politie plaatsneemt achter een veel te klein tafeltje. Naast haar staat een man met een baard en een rood hoofd van opwinding. Hij is wijkagent in Hilversum en zegt tegen iedereen: “Het gebeurde in mijn wijk!” Magda heeft andere problemen. Ze moet een paar honderd journalisten vertellen dat ze niets nieuws te vertellen heeft.

“Nou,” zegt Pims secretaresse, “ik ga morgen gewoon naar kantoor. Elke dag komt er veel post binnen. Zakken vol met adhesiebetuigingen. Mensjes van tachtig die zeggen dat ze blij zijn dat hij er is.” Maar Pim is er niet meer. Ze kan het amper bevatten, is in de war en wil met het LPF-kantoor bellen. Ze pakt de politietelefoon en probeert drie keer alle toetsen weet het uit. Daarna concludeert ze: “Ik nummer niet meer.” Dan: “Morgen is het natuurlijk hartstikke druk. Dan stuurt iedereen een blijk van medeleven.” De man met het grijze haar rookt sigaretten en kijkt hoofdschuddend naar de kudde in de hal. “Het is misschien geen nieuws, maar ik kreeg net een SMS-je dat het torentje van Kok in brand staat.” 

Magda Berndsenn van de Hilversumse politie zegt dat Pim even na zessen is vermoord op het Mediapark in Hilversum. Een 33-jarige blanke man schoot hem van dichtbij in het hoofd, de hartstreek, de hals en de hartstreek. “Herman had vandaag een vrije dag”, zegt de secretaresse van Pim. Hans Smolders  — nummer 16 van de LPF — reed en partijbestuurslid Albert de Booij was erbij als adviseur. “Al;bert liep naast hem toen het  gebeurde,” zegt ze. “Die is helemaal van de kaart. Hans is de dader noch achterna gerend.”

Ze kunnen mij van de wereld rammen, maar mijn ideeën kun je niet wegslaan

Pim Fortuyn

Pim kreeg veel dreigbrieven en telefoontjes. En ‘s nachts gooiden ze ook wel eens troep door de brievenbus. “Dat van die taarten weet iedereen”, zegt ze, “maar weet je ook dat ze hem een keer bier op de rug hebben gegooid? Daar hield hij he-le-maal niet van. Ach, het was zo’n enige man. Op kantoor was-ie altijd heel gezellig. Tjongejonge…”

Taarten zijn niet zo erg,” zegt de man met het grijze haar, “stenen en eieren ook niet, maar kogels… dat vind ik echt verschrikkelijk.” 

“Ik wil terug naar kantoor,” zegt de secretaresse. “Ik ook,” zegt de man. ledereen op het partijkantoor keek uit naar de komst van Ari Fortuyn naar het Palazzo di Pietro aan het G.W. Burgerplein. Pim vond het tijd dat Carla en Kenneth Fortuyn een broertje kregen en bestelde het beest in Engeland. Vrijdag zouden ze het diertje komen afleveren. “De naam Ari heeft hij van mij afgekeken,” zegt de man met het grijze haar. “Ik heb ook twee hondjes. De een heet Fer en de ander Ari. Dat is leuk, want samen ze Ferari.” 

Even over zessen ligt Pim op zijn knieën op het parkeerterrein op het Mediapark in Hilversum. Om hem heen rood-witte linten gespannen. Vier doktoren drukken met apparaten op zijn borst. Vandaag is gebeurd waar hij altijd voor gewaarschuwd heeft. 

Eind februari, vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam, kreeg de lijsttrekker van lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam voor het eerst echt last van tegenstanders. Bij de opnames voor een verkiezingsspotje scholden ‘opgeschoten jongelui’ hem uit voor ‘vuile kankerhomo’, ‘vieze nicht’ en ‘fascist’. 

De Leefbaar Rotterdammers die erbij waren, zeggen dat Pim `onverschroken reageerde’. De partij nam maatregelen. Bij zijn eerstvolgende optreden in het stadion van voetbalclub Excelsior waren er plots allemaal mensen van Lebbink-security. Zij liepen overal en keken iedereen boss aan. Dat gaf die avond een veilig gevoel, maar het oogde wat overdreven. Pim vond het, gezien de bedreigingen die hij ontving, noodzaak en zei tegen zijn achterban: “Ze kunnen mij van de wereld rammen, maar mijn ideeën kun je niet wegslaan.” Bij de presentatie van zijn boek De puinhopen van acht jaar Paars sloegen de terroristen van de Biologische Bakkers Brigade toe. Ze smeten hem drie taarten met pies, poep en kots in het gezicht en verklaarden: “De taarten dienen om het charisma van de onaantastbare extreem-rechtse populist te doorbreken.” Dat stonk, maar deed geen pijn. Nadat Pim de bruine smurrie van zijn gezicht had geveegd, nam hij weer plaats achter de tafel. Hij bleef rustig en praatte in microfoons. “Het is vies en het stinkt, maar vooral de van haat vertrokken gezichten van de daders doen pijn.” Daarna zette hij de leesbril op het hoofd en richtte zich via de microfoon tot Wim Kok. Hij eiste politiebescherming en zei: “Minister-president, u bent er voor alle Nederlanders. Dus ook voor mij. U bent ook mijn minister-president.” 

Na afloop viel Mat Herben uit tegen de directeur van Nieuwspoort. Het was te gek! De beveiliging was zo lek als een mandje. Het gerucht ging dat er zelfs dat er iemand binnen was die over Pim heen wilde plassen. De directeur van Nieuwspoort boog het hoofd, maar Herben wist genoeg. Voortaan, zo besloot hij in samenspraak met Pim, organiseren we persbijeenkomsten zelf. LPF-bestuurslid John Dost stel-de een deel van zijn kantoor op het industrieterrein Spaanse Polder ter beschikking aan Pim. Daar was een slagboom en een huisje met portiers. Als Pim er optrad, stonden er mannen met zwarte coltruien voor de deur. En in het halletje achter de deur stonden er nog twintig. Ze waren van DNS-security en hadden allemaal oordopjes en zenders. Ze waren streng, vroegen naar legitimatiebewijzen en keken bij iedere vreemdeling in de tas. 

Nu blijkt dat dat geen overbodige maatregelen waren. Uren na de moord spreekt woordvoerder en nummer 6 van de LPF, Mat Herben, via de camera van Villa BvD tot de wereld. Achter hem staan mannen met bedrukte gezichten. Mat wil dat de Lijst Pim Fortuyn blijft bestaan en meedoet aan de verkiezingen. “Dat zou Pim gewild hebben. Sinds vorige week zijn we een hecht team. Hij gaf ons iedere zaterdag college in een soort klasje. Net nu wij ons huiswerk afhadden, valt hij weg.” Deze nacht zullen de LPF’ers samenkomen en besluiten hoe het nu verder moet. “De sfeer is zwaar klote,” meldt de aangeslagen secretaresse ‘s nachts door de telefoon. “Iedereen zit helemaal kapot. Dan vergader je niet snel. Het was een ontzettend aardige man.” En dat is nu precies hoe Pim niet herinnerd wilde worden. Een week eerder vertelde hij een journalist, die hem na het pauze-debat in de Soundmixshow vroeg hoe hij de geschiedenis in wilde gaan: “In ieder geval niet als een aardige man. Dat zou ik ver-schrik-ke-lijk vinden. Ik heb goede ideeën en ben geen allemansvriend. Sinds ik aan het publieke debat deelneem, zijn de anderen veel beter geworden. Ze hebben veel van mijn ideeën overgenomen. Zoveel, dat er wat mij betreft een nationaal kabinet kan komen. De mensen moeten me niet kiezen omdat ik aardig ben. En ook niet omdat ik lief ben. Maar ze moeten ook niet allemaal tegen me zijn. Ik ben namelijk ook een mens en vind het heerlijk om schouderklopjes te krijgen.”