Spring naar de content

De moslim-vrijdenker staat op

‘Een imam moet bidden, verder moet hij zijn kop houden.’ ‘Schaf die moslimscholen af.’ ‘De eerste generatie is rechtstreeks van de geiten vandaan gehaald.’ Citaten uit een toespraak van Pim Fortuyn? Nee, de intellectuelen in de Nederlandse moslimgemeenschap beginnen zich te roeren.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Marente de Moor

Het moet afgelopen zijn met de politieke correctheid tegenover het moslimextremisme, schreef de schrijver Hafid Bouazza vorige week in NRC Handelsblad. Nederland heeft ketters en vrijdenkers nodig uit de moslimgemeenschap die Nederlandse waarden met hand en tand verdedigen. Vier van die vrijdenkers geven opgelucht gehoor aan zijn oproep.

Afshin Ellian. Vluchtte als slachtoffer van Khomeini’s dictatuur in 1983 uit Iran. Studeerde af in volkenrecht, strafrecht en filosofie aan de Katholieke Universiteit Brabant. Doceert strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Publiceerde onlangs zijn tweede dichtbundel, Mensenherfst.

“Het stuk van Bouazza is voor mij een enorme opluchting. Eindelijk sta ik niet meer alleen in de discussie over de islam; ik ben blij dat hij zich heeft durven uitspreken. Een tegenwicht tegen het verstikkende politiek correcte denken dat dit land beheerst. Neem nou die column van Marcel van Dam waarin hij anti-islamisme vergelijkt met antisemitisme. Ik word daar kotsmisselijk van. Als dat geen demagogie is, dan weet ik het niet meer.

“Marcel van Dam spreekt niet alleen in historische leugens, het getuigt van een gebrek aan intellectuele kracht dat hij niet solidair is met de miljoenen slachtoffers die de politieke islam heeft geëist. Je kunt niet ontkennen dat de wereldvrede wordt bedreigd door een fascistische beweging die politieke islam heet. Het artikel van Bouazza gaat over de politieke islam, want over de religie islam kunnen wij geen zinnig woord zeggen. De koran kan een prachtig boek zijn, maar voor thuis. Helaas, de religie islam is veroverd door de politieke islam. Ga maar eens een enquête houden onder Nederlandse moslims wat ze van Rushdie vinden. Ze willen hem dood. Het decadente Europa is niet bereid om de universele rechten van de mens verplicht te stellen aan mensen die hier binnenkomen. Nu is het zo: kom maar, blijf vooral moskeeën bouwen, wij vinden het geweldig. Denk je dat Bouazza en ik ooit ontvangen worden door minister Van Boxtel? Die drinkt koffie met imams. Terwijl een imam gewoon moet bidden en lijken begraven, verder zijn kop houden. Die moet zich niet uitspreken over maatschappelijke en politieke zaken. In één week tijd werden twee van mijn familieleden geëxecuteerd omdat ze, zo luidde de juridische uitspraak, ‘bedorven waren voor de aarde’. Daarom moesten ze er maar onder liggen. Dat soort ‘goddelijke’ onzin krijg je als je een rechtsstelsel baseert op een religieus boek. Ik ben fel, maar ik weet waarover ik praat. Het stuk van Bouazza is het einde van mijn eenzaamheid. Laten we vanaf nu de discussie levend houden.”

Naima El Bezaz. In 1974 geboren in Marokko. Studeerde rechten aan de Universiteit Leiden. Debuteerde in 1995 met De weg naar het noorden. In maart verschijnt haar tweede boek, Minnares van de duivel.

“Bouazza heeft gelijk als hij zegt dat wij, de intellectuelen, het voortouw moeten nemen in onze gemeenschap. We moeten naar buiten treden. De multiculturele maatschappij is mislukt. Overal heerst wantrouwen, en binnen de gemeenschappen regeert de angst. Ik krijg veel kritiek van Marokkanen, want je mag je vuile was niet buiten zetten. Hoe lager je afdaalt op de sociaal-economische ladder, hoe groter de controle. Iedereen houdt elkaar in de gaten. Je kunt dan niet vroom genoeg zijn. Ik geef vaak lezingen op middelbare scholen met veel moslimjongeren. Je ziet dat een grote groep zich niet geaccepteerd voelt en zich terugtrekt in de extreme islam. De eerste generatie is vaak nog milder dan hun kinderen. Kijk naar de website Maroc.nl, hoe fundamentalistisch die jongeren zijn. Bovendien is de jeugd in Marokko veel progressiever. Ik ken meisjes die hier een hoofddoek dragen maar hem afdoen als ze naar Marokko gaan. De cultuur van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland wordt steeds rigider. De maagdencultus, de eerwraak, dat zijn dingen die mij zorgen baren. En schaf die moslimscholen af. Je moet je kinderen niet afzonderen van de maatschappij.

“Mijn kinderen mogen koranles krijgen van mijn man, van mijn ouders, maar die koranscholen zijn te extreem: daar zitten meisjes van vijf jaar met een hoofddoek in de banken. Die hoofddoek wil ik überhaupt ter discussie stellen, maar het slaat in ieder geval nergens op om een klein kind het hoofd te bedekken. Hou ook op met die folders in verschillende talen. We worden die politiek correcte houding in Nederland zo spuugzat. Open de discussie. Dan hoeft er ook geen Fortuyn op te staan als een grote bevrijder. Want gevangen zijn we nooit geweest.”

Said El Haji. Werd in 1976 geboren in Marokko. Studeerde Nederlandse Letteren aan de Universiteit Leiden en debuteerde in 2000 met De dagen van Sjaitan, in de pers geprezen als ‘de eerste islamitische ontzuilingsroman’.

“Het lijkt alsof Bouazza dit stuk in één ruk heeft opgeschreven, vanuit een tomeloze woede. Natuurlijk verschilt een extreme imam niet van een Janmaat. Die imam heeft alleen veel meer aanhang, omdat hij niet als machtswellusteling wordt gezien maar als een voorbeeld van pure vroomheid. Moslims zijn hier fundamentalistisch omdat ze reageren op een vreemde maatschappij. De ‘rugpijngeneratie’ voelde zich uitgerangeerd. En dan waren er extremisten, die ze vertelden dat de schuld niet bij hen lag, maar bij de verwerpelijke westerse maatschappij. Toen mijn vader in de WAO terechtkwam, werd hij ook opgepikt door die moslimbroeders. Als hij van zo’n bijeenkomst terugkwam was de spanning te snijden. Zijn Alwakend Oog was overal aanwezig. Mochten wij weer niet buiten spelen omdat het ‘duivels’ was. In mijn boek heb ik beschreven hoe opstandige kinderen op een gegeven moment uitgeraasd waren. Dan haalden ze een vrome moslima uit Marokko om aan hun ouders te laten zien dat ze weer op het rechte pad waren beland.

“Ja, er moeten vrijdenkers komen. Toen mijn boek uitkwam vonden sommige leeftijdgenoten dat ik op de brandstapel moest. Denk je dat ze het hebben gelezen? Ze voelen zich altijd bedreigd, rollen zich als een vis in het paneermeel van het slachtofferisme. De koran is een multi-interpretabel boek. Je moet goed nadenken voordat je er een levensregel uit destilleert. Maar die eerste generatie is rechtstreeks van de geiten vandaan gehaald. De meerderheid is analfabeet. Daar kan zo’n geestdriftige imam zijn geluk mee op.

“In het begin vond ik dat politiek correcte erg bij Nederland passen, maar nu begin ik me eraan te ergeren. Dat betuttelende, je voelt je niet serieus genomen. Zo’n publiek waar ik lezingen voor moet houden, een zaal vol grijze vrouwen, die na afloop tegen me zeggen: ‘Wat spreek je goed Nederlands!’ Ik woon hier godbetert twintig jaar! Integratie moet van twee kanten komen. Laat die politiek correcte Nederlanders maar eens een tijdje in de grote steden wonen. “

Yasmine Allas. Kwam op jonge leeftijd uit Somalië naar Nederland. Werkte hier als actrice, maar werd bekend als schrijfster van twee romans: Idil, een meisje (1998) en De generaal met zes vingers (2001)

“Een paar jaar geleden overleed mijn moeder; ze sleet haar laatste jaren in ballingschap in een Limburgs dorp. Ze begon de dag met het afluisteren van bandjes met islamitische preken, zoals een ander de gordijnen opendoet. Ik heb wel eens meegeluisterd en werd er doodsbang van. De teksten ontnemen je de lust om te leven. Je hoort niets dan geboden, je gaat leven als een plant waarvan de bestemming in het hiernamaals ligt. Telkens wijzen de bandjes de luisteraar erop dat het aardse leven een test is voor het leven na de dood. Een memento mori. Dat mensen luisteren naar deze bandjes, heeft te maken met verloren hoop. Veel immigranten lopen met hun ziel onder hun arm. Ze zijn laag opgeleid en daar maken machtswellustelingen binnen de moslimgemeenschap misbruik van. De ongeschoolde meerderheid neemt klakkeloos aan wat hun verteld wordt over de koran. Na 11 september is dat erger geworden. Moslims trekken zich nog verder terug in hun gemeenschap, als opgejaagde herten. Ze zoeken houvast.

“De komst van islamitische scholen heeft me altijd erg verbaasd. Ik vind dat ze de integratie belemmeren. Ik ben het met Bouazza eens dat de Nederlandse overheid de kop in het zand steekt. Als er zoveel verschillende culturen in een land wonen, ontkom je niet aan duidelijkheid. Integreren is hard werken. Het is doodzonde om te zien hoe nieuwkomers zich isoleren, en de overheid werkt eraan mee. Tegelijkertijd doet zo’n Pim Fortuyn in feite hetzelfde als sommige voormannen in de islamitische gemeenschap. Hij predikt verwijdering. De vraag hoe we vredig met elkaar moeten leven in dit kleine land, houdt me erg bezig. Ik ben blij met het stuk van Bouazza. Het is confronterend, soms wat eenzijdig, maar als je wilt overtuigen moet je niet naar een compromis willen zoeken.”