Spring naar de content

‘Als iedereen al aan de bar zat, stond u nog steeds de onderdelen van die onhandige vibrafoon in tassen te proppen’

De Amerikaanse vibrafonist Milt ‘Bags’ Jackson (1923) overleed op 9 oktober. Hans Dulfer is saxofonist en schrijft hem een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Hans Dulfer

Beste meneer Bags,

In een van m’n eerste bandjes speelde ook een vibrafonist. Op een avond in Haarlem kwam er plotseling een prachtig mooie meid de dansvloer op. Naaldhakken, Brigitte Bardot-look (het was eind jaren vijftig) en een uitdagende rode petticoat. Ze smilede als een wilde sirene naar de band. Op dat moment werd ik zachtjes met een mallet op m’n schouder getikt en hoorde ik de vibrafonist zeggen: “Pak jij d’r straks na afloop of moet ik het doen?” Ik antwoordde: “Laat mij dat maar doen. Voor jij bent ingepakt is die griet al lang weg.”

En dat, meneer Bags, moet ook altijd uw pro­bleem zijn geweest. Als uw mede-beboppers inder­tijd al hoog en breed aan de bar zaten, stond u nog steeds de onderdelen van die onhandige metalen vibrafoon in tassen en zakken te proppen. Dat zal ook de reden zijn geweest dat u eigenlijk nooit de erkenning heeft gekregen die u verdiende. Als de verslaggever van Down Beat langskwam, stond u nog te worstelen met onwillige koffers en kwam zodoende niet in het nieuws.

Later, toen u toch hartstikke beroemd was met het Modern Jazz Quartet, zag ik u in het Concertge­bouw in Amsterdam. Meneer Bags, u herinnert zich die avond vast wel. Het was 16 november 1857, en ik was degene die door een suppoost hardhandig van het podium werd verwijderd omdat ik met m’n Agfa Clack languit op de grond liggend foto’s van u wilde maken.

Toen ik na afloop m’n excuus wilde aanbieden voor het incident, zat u eenzaam en alleen in de kleedkamer te wachten tot ze uw vibrafoon weer hadden ingepakt. U had een grote fles whisky op tafel staan waaruit u veelvuldig dronk om de wacht­tijd te bekorten. U luisterde met een half oor naar m’n excuus en bood me een slok uit de fles aan. “Sorry, ik drink niet,” stamelde ik.

Dit jaar, tijdens het North Sea Jazz Festival, zag ik u weer. Ik speelde als gast mee bij Saskia Laroo en de legendarische saxofonist Teddy Edwards. U kwam, zoals altijd, heel sociaal even kijken. Onder de solo van Teddy vroeg de pianist of u even wilde ‘inzitten’ op piano (want dat speelt u ook heel goed). U schud­de uw vermoeide hoofd van nee. Ik stond vlak naast u en bood als grap m’n sax aan om even op mee te spelen. U boog zich naar me toe en zei vriendelijk: “Sorry, I’m not a sax player.” Ik denk dat u wat erg veel gewacht heeft en te bescheiden bent geweest in uw leven, meneer Bags.

Veel plezier daarboven,

Hans Dulfer

P.S. Heeft u toevallig Lucky Thompson daar gezien?