Spring naar de content

De studiejaren van Yvonne van Rooy: ‘Het was niet echt modieus wat ik toen deed’

‘Ja, een studie moet nu sneller: er is meer tempo en pressie op de studenten. In die zin ben ik echt bevoorrecht dat ik zo leuk heb kunnen studeren en veel erbij heb kunnen doen’, zegt mr Yvonne van Rooy, ex-staatssecretaris van Economische Zaken, voorzitter van het College van Bestuur van de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) te Tilburg.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Annejet van der Zijl

“Het is misschien wel ontzetend saai, maar ik geloof niet dat ik veel van mijn studietijd nu anders zou doen. Wat me waarschijnlijk wel heeft geholpen om eruit te halen wat erin zat, was het feit dat ik een rijpe student was: ik was twintig toen ik in 1971 in Utrecht rechten ging studeren. Het jaar tussen de middelbare school en de universiteit had ik voornamelijk in het buitenland gezeten, als au pair in Londen en als cursist kunstgeschiedenis in Rome. Dus de overstap van Maastricht, waar ik woonde, naar Utrecht was niet echt groot. Ik wist mijn weg te vinden en het voornaamste: ik had er echt zin in. 

“Eigenlijk ben ik er meteen van alles naast gaan doen. Dat vond ik zowel leuk als nuttig. Ik was actief lid van de UVSV, de Utrechtse Vrouwen Studenten Vereniging, en zat al snel in allerlei bestuurtjes. Bijvoorbeeld van het katholieke dispuut en het dispuut voor economie en bedrijfsleven. Dat waren natuurlijk zaken die in die jaren niet echt modieus waren op de universiteit. Het waren de progressieve jaren zeventig en iedereen liep rond met lange haren, spijkerbroek en een vaal T-shirt. Ik had ook lang haar, maar op die shirts was ik niet zo dol en ik droeg ook wel eens een rok. Toch heb ik me als lid van de Instituutsraad ook nog een tijdje met de democratisering beziggehouden. Alleen vond ik dat er wel heel erg veel vergaderd werd met weinig resultaat. 

“Ik vond de internationale dimensie toen al interessant, dus ‘s zomers volgde ik cursussen in het buitenland en ik werkte er een paar jaar bij als stewardess. Ook ben ik nog een tijd studentassistent geweest. Intussen slaagde ik altijd voor mijn tentamens, en ik ben in zes jaar, ongeveer de tijd die ervoor stond, afgestudeerd in staats- en administratief recht. Niet als hoogvlieger, maar ‘Met genoegen’, zoals dat heet. 

“Ja, een studie moet nu sneller: er is meer tempo en pressie op de studenten. In die zin ben ik echt bevoorrecht dat ik zo leuk heb kunnen studeren en veel erbij heb kunnen doen. Maar er zijn ook pluspunten aan de huidige situatie — zo zijn de mogelijkheden om internationaal te kunnen studeren groter, zijn de computers een grote hulp en is er een veel ruimer aanbod van informatiebronnen. 

“Zelf heb ik van mijn studie vooral geleerd hoe problemen te analyseren en om systematisch, van A naar Z, te denken en me nieuwe materie eigen te maken. En ik leerde uiteraard om mijn tijd goed in te delen. In die zin heb ik veel profijt van mijn studie gehad, ook al ben ik nooit direct juriste geweest. Maar al die nevenactiviteiten zijn in feite zeker zo nuttig voor mijn latere leven geweest. 

“Iedereen wilde toen bij de overheid werken en niemand dacht aan het bedrijfsleven: wat dat betreft was die tijd het tegendeel van die van nu. Ik had zelf verwacht dat ik in het Openbaar Bestuur terecht zou komen. Maar via een stage bij de Europese Commissie en een baan bij het Nederlands Werkgeversverbond ben ik dus de politiek ingerold. Nu ik onlangs de overstap naar het voorzitterschap van het College van Bestuur van de Katholieke Universiteit Brabantheb genomen, kan ik de processen die ik toen als student heb meegemaakt verder begeleiden. En dat vind ik heel leuk.”