Spring naar de content
bron: anp

Paul de Leeuw: ‘Ik wil gehaat worden’

Twee keer per week is hij taboedoorbrekend op TV, en met Laat De Leeuw luidt hij ook het nieuwe jaar in. Hoe schaamteloos is hij echt? “Ik ben iemand met een grote bek; ik doe het zoals ik het wil en anders niet.” Honderd vrijpostige vragen aan Paul de Leeuw.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Tom Kellerhuis

Hebt u kapsones?

“Ja, heb ik. Ik buit mijn productieteam uit: ga eens dat-en-dat voor me halen, dat zijn sterallures. Daar heb ik ook hard voor gewerkt. Maar er is wel eens iemand die zegt: doe het zelf, en dan doe ik het zelf. Ik ben goed te corrigeren. Als iemand tegen mij zegt: joh, doe eens normaal, dan doe ik ook echt normaal.”

Verder bent u wel een potentaatje?

“Ook wel.”

De mensen zijn bang voor u?

“Ja.”

Hoe komt dat?

“Doordat ik onberekenbaar ben. Ze weten nooit hoe mijn muts staat. Hoe staat je muts vandaag, vragen ze dan.”

En toch wilt u altijd aardig gevonden worden?

“Dat geloof ik wel. Dat is mijn grote probleem. Maar het is niet helemaal waar. Ik word gekoesterd terwijl ik gehaat wil worden. Ik vind het niet leuk om nagejoeld te worden op straat of tijdens een intiem etentje iets te moeten doen omdat ik bekend ben.”

Wanneer besloot u de populairste artiest van Nederland te worden?

“Moet u een datum hebben? Ik wist dat ik spraakmakend kon worden na die uitzending met Keesje, het jongetje dat een liedje van Gordon zong en door mij nogal hard werd aangepakt, zoals van tevoren was afgesproken. Maar de kijkers werden boos en toen dacht ik: nu gaat het de goede kant op. En als kind droomde ik dat ik zuster Maria was in The Sound of Music.”

In het begin van uw televisiecarrière moest het publiek weinig van u hebben. Wanneer is die omslag gekomen?

“Ik heb altijd gedaan wat ik wilde en dat doe ik nog steeds. Mensen vinden mij een lul en toch kunnen ze niet echt boos op mij worden. Er zijn natuurlijk wel mensen kwaad op mij, die heb ik dan persoonlijk iets aangedaan.”

Wat moet u laten om zo populair te zijn?

“Niks. Gewoon doen wat je gevoel je ingeeft. Ik heb geen techniek. Daarom zat ik twee jaar geleden in een dip. Toen mijn gevoel me niets meer ingaf, liet alles mij in de steek. Het kan bij mij morgen over zijn.”

Bent u altijd zo?

“Ik speel geen rol, zoals ik sommige collegaatjes wel eens op TV zie doen. Ik kan geïrriteerd zijn als de stoelen niet goed zijn neergezet en ik kan ook heel innemend zijn.”

U bent iemand die alles er instinctief uit flapt?

“Tijdens de warming-up maak ik helaas de leukste grappen. Zit er een vrouw in de zaal die graag in het casino komt. Vraag ik: ‘Zet u in op rood of op zwart?’ Zegt die vrouw gelijk: ‘Op rood.’ Zeg ik: ‘Heeft dat met uw periode te maken?’ Dat vind ik nou ontzettend leuk, de beste grap van de avond.”

Gaat u wel eens te ver?

“Dit seizoen? Volgens mij niet. Voor de een misschien wel, voor de ander kan ik niet ver genoeg gaan. En we knippen ook. Mijn eindredacteur is vrij kritisch.”

Kent u uw grenzen?

“Nee.”

U bent dus een gevaar voor uw gasten?

“Meer voor mijzelf.”

Waarom is er nog nooit een gast opgestaan die zei: ‘Dit pik ik niet.’

“Het gebeurt bij mij gewoon niet.”

Ik speel met mijn gasten; ik denk niet dat zij er op hun beroerdst uit komen

Paul de Leeuw

Denkt u nooit: gadverdamme, wat een klootzak?

“Nee, maar ik moet wel iets met ze hebben. En ze komen toch bij mij en niet bij Peter Jan Rens.”

 Welke gasten durven niet bij ‘Laat De Leeuw’ te komen?

“Er zijn er een paar die niet durven. Maar ik weet echt geen namen, als u het per se wilt, bel ik desnoods even met mijn redactie. Chriet Titulaer heeft eerst nee gezegd, maar die is nu toch gekomen.”

Waarom durven ze niet?

“Omdat ze bang zijn, of hun woordje niet kunnen doen.”

 Of omdat ze niet afgezeken willen worden?

“Ik vind het woord ‘afzeiken’ niet prettig, te negatief. Ik zeek in De Schreeuw wel mensen af, ter meerdere glorie van mijzelf. Nu is het meer een sparring-gevecht. Ik speel met mijn gasten; ik denk niet dat zij er op hun beroerdst uit komen. En elke keer is het de vraag: ben ik scherp genoeg?”

Heeft u wel eens een vraag ingeslikt?

“Voor Tineke had ik maar één ultieme vraag: hoe kom je aan die negen vingers. Ik zei tegen mijn redactie: dat vraag ik alleen maar als het echt goed gaat. En ik kon hem stellen omdat het gesprek goed liep. Maar als het mislukt was, had ik hem niet gesteld. Zoals een van mijn redacteuren zei: eerst het badje lekker warm laten worden en flatsj, flatsj, toeslaan.”

Zijn er voor u nog enige taboes?

“Op dit moment niet. Ik geloof dat ik alles wel gedaan heb. Maar mijn redactie loopt al een half jaar met het idee een look-a-like Derrick in leren jas met blote lul en een zonnebril op over het podium te laten lopen. Maar vind er maar ‘ns een.”

Hoe zit het met uw werkdrift?

“Ik sta ‘s ochtends heel vroeg op en dan heb ik meteen werkdrift. Nee. Sinds dit jaar werk ik veel maar overzichtelijk en houd ik veel tijd voor mijzelf vrij.”

Waarom doet u het rustiger aan?

“Ik heb geleerd dat het heel leuk is om met vrienden in het café te hangen.”

Deed u dat vroeger dan nooit?

“Nee, niet zo. Dat was ‘s nachts om half twee onder de jonge Bokma naar bed en de volgende morgen opstaan met een houten kop. En nu ga ik ook wel onder de jonge Bokma naar bed, maar vroeger. God, ik word ook ouder. Ik neem niet alles meer aan en dat bevalt mij prima. Ik sta meestal om acht uur, half negen op. Ik kan maar zes uur slapen. Alleen als ik erg laveloos ben, neem ik twee aspirines in en dan is de hoofdpijn tenminste weg.”

U drinkt?

“Ik heb net de sambuca ontdekt. Ik heb mijn periodes. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet drink. Maar met de sterke drank ben ik een beetje voorzichtiger geworden. In het café ging op een zeker moment het gerucht dat ik alcoholist aan het worden was.”

Alcohol houdt veel van u?

“Ik kan heel veel hebben, dat scheelt enorm. Ach joh, drinken is hartstikke gezellig.”

Wat doet drank met u?

“Ik ben een stille drinker, en word geen beest. Ik praat sowieso snel en onduidelijk, maar als ik dronken ben is het helemaal erg.”

U verandert niet?

“Ik blijf vrolijk. Ik weet ook heel goed wanneer het te ver gaat. Als ik denk: nu moet ik ophouden, houd ik op. En ik drink er af en toe een spaatje rood tussendoor, dan gaat het wel weer. Ik heb ook een tijd mijn vinger in mijn keel gedaan.”

Om te kotsen?

“Ja, en dan was het over.”

Wat gebruikt u allemaal nog meer?

“Ik heb een half jaar geleden paddo’s genomen — het was alsof ik in een achtbaan zat. Ik schoot van de ene emotie in de andere. Ik vond het een erg goeie ervaring, want ik kwam tot de ontdekking dat ik mijn ouders verwaarloosde. Cocaïne, heroïne heb ik helaas nooit gebruikt.”

Mijn enige verslaving is mijn eetverslaving

Paul de Leeuw

En vergeet u de poppers niet?

“Eén keer gebruikt. Vond ik wel spannend. Het stond op het nachtkastje bij een jongen. En XTC laatst nog, ook spannend, maar ik voelde helemaal niks. Net als met die paddo’s. Dat deed ik met een vriendje van mij die aan een halve champignon al genoeg had, en bij mij moest er een hele bos in.”

U bent wel erg schaamteloos, hè?

“Ik schaam me er niet voor. Als ik nou als een kabouter over straat zou lopen, maar ik ben er niet aan verslaafd. Mijn enige verslaving is mijn eetverslaving. En ik rook, maar niet zoveel. Als ik eet, rook ik niet, als ik lijn, rook ik.”

Eet u veel?

“Ik zit momenteel in een eetfase.”

Wat slaat u op een dag zoal naar binnen?

“Als ik een vreetbui heb, eet ik alles wat beweegt.”

Waar komt die vraatzucht vandaan?

“Het is geen vraatzucht, het is verslaving.”

Slaat u een taartje af?

 “Ik sla breed lachend gebakjes af, neem afscheid van een kamer vol mensen die zeggen: goh, knap zeg, ja hoor dag, en kom vervolgens thuis en vreet twee kasten leeg. Ik neem in een restaurant alleen wat vis en dan loop ik via de snackbar naar huis.”

Heeft u altijd gelogen over uw gewicht?

“Als daar onderzoek naar wordt gedaan, denk ik dat 99 procent van de mensen met overgewicht liegt. Als ik zeg: ik ben acht kilo afgevallen, weet ik dat het er maar vijf zijn.”

Hoe zwaar bent u nu?

“Ik weeg nu 94 kilo. Ik zit meestal tussen de 90 en de 95.”

Hoe vaak gaat u op dieet?

“Ik sta twee keer per dag op de weegschaal, elke morgen en elke avond. Daarom ben ik het gelukkigst als ik vier dagen op vakantie ben en er geen weegschaal te bekennen is. Dan terugkomen en merken dat er niets bij is gekomen.”

Het houdt u erg bezig?

“Het is een ziekte. Ik ben er zo mee bezig geweest. Ik keek in de spiegel en vond mezelf te dik en te lelijk. Terwijl anderen zeiden: die ogen van je, je twinkelt, je ziet er hartstikke goed uit.”

Waarom koketteert u altijd zo met uw homoseksualiteit?

“Ik begin er zelf eerlijk gezegd ook wat moe van te worden. Ik heb het altijd een beetje ontkend. Maar laatst kreeg ik een brief van iemand die zei: vroeger was je homoseksualiteit een feit, maar nu benadruk je het iets te veel. Ja, eigenlijk is dat waar.”

Ik zoek geen sauna’s op, geen groepsseks, geen orgies. En ik kan ook wel stellen dat ik altijd voorzichtig ben geweest in seksuele contacten

Paul de Leeuw

Dus u houdt er nu mee op?

“Nee, maar ik zal er wel rekening mee houden dat het niet altijd leuk is. Het is een goed voornemen voor het nieuwe jaar om er wat minder mee te koketteren, zullen we het daarop houden?”

Op wat voor types valt u?

“Fris.”

Schoongewassen bedoelt u?

“Nee, een frisse uitstraling. De vriendjes die ik gehad heb, zijn redelijk intelligent. En ze zijn ontzettend leuk van zichzelf, ze hebben mij helemaal niet nodig om zichzelf op te leuken. En de laatste is de beste voor mijn gevoel.”

Heeft u veel relaties achter de rug?

“Vier of vijf echte.”

Bent u ontrouw?

“In de liefde niet. Ik heb het een tijd in mijn eentje geprobeerd en dat is me goed bevallen. Maar mijn huidige vriend is zo belangrijk voor mij geworden, dat ik geen behoefte meer heb om ontrouwig te zijn. We hebben afgesproken dat we vijftig jaar met elkaar zullen doorgaan. Het zijn goeie afspraken die ik maak.”

Waarom heeft u geen aids?

“Ik heb qua schoonheid altijd in de eerste divisie gespeeld; het lag bij mij niet voor het oprapen. Ik zoek geen sauna’s op, geen groepsseks, geen orgies. En ik kan ook wel stellen dat ik altijd voorzichtig ben geweest in seksuele contacten.”

U bent wat dat betreft geen avonturier?

“Ik zoek wel spanning op. Ik heb ooit in de bossen bij de Nieuwe Meer gehost. Maar dan komt toch die angstdroom. Ik sta in de dankroom en iemand zegt tijdens het betasten: hé Paul! Ik heb ook een keer in de sauna gezeten in zo’n whirlpool, waar zestien man met elkaar bezig waren en opeens vlogen in mijn fantasie de vlokken sperma om m’n oren”

De tekst gaat onder de foto verder.

Paul de Leeuw (1997)

Heeft u iets tegen bepaalde homo’s?

“Moet ik namen noemen? Sommige homo’s halen het bloed onder mijn nagels vandaan. Er zijn nichten en nichten. Van die supernichten die blij zijn dat ze nicht zijn. Van die barricadefiguren. Van die linnentas-homo’s die maar één dag in hun leven kennen en dat is Roze Zaterdag.”

Waarom zet u zich tegen dat soort homo’s af?

“Met alle respect voor Henk Krol, maar ik vind dat meer mensen het homo-instituut moeten vertegenwoordigen. Het is te veel Gaykrant- en Henk Krol-gericht.”

U vindt dat er sprake is van kartel binnen de homobeweging?

“Precies. Zo’n homohuwelijk is prima, maar het moet niet het huwelijkswetje van Henk Krol worden. Hij is niet die brede vertegenwoordiger van homo’s.”

Wat vindt u van het homohuwelijk?

 “Laten we een andere manier vinden om onze relatie te bezegelen. Je moet het geen huwelijk noemen, maar een samenlevingscontract.”

Heeft u dat?

“Nee, maar ik zou het gelijk afsluiten met mijn huidige partner als hij dat zou willen.”

Zoudt u alles met uw partner willen delen?

“Ik denk niet dat ik in gemeenschap van goederen zou willen trouwen.”

Omdat u niet wilt delen?

“Ik wil wel delen. Maar het kan niet, omdat een gedeelte naar mijn neefjes moet gaan, vind ik.”

U heeft een testament?

“Een samenlevingscontract kun je volgens mij niet testamentair bevestigen. Dus je moet iets doen om te voorkomen dat al je geld naar je familie gaat als je morgen opeens dood bent. Dat vind ik op zich niet erg, maar er zijn anderen die ik ook iets gun.”

Bent u voor honderdprocent homo?

“Nee, ik heb relaties met vrouwen gehad. Ik vind dat je alles geprobeerd moet hebben. Maar er zijn jongens die het niet kunnen met een vrouw. Ja dan houdt het op.”

En vindt u het nog steeds leuk met vrouwen?

“Nee, die periode is voorbij. Ik heb me natuurlijk afgevraagd waarom het niet met ze lukt. Het heeft niet alleen met de daad te maken, maar ook met kameraadschap. Zou ik met Hanneke Groenteman een relatie kunnen hebben omdat ze mijn beste vriendin is? Ik weet het niet.”

Ik weet dat er na het klaarkomen een walging over mij komt; ik heb dat sowieso, ook bij jongens

Paul de Leeuw

En als ze een mooie intelligente blonde stoot zou zijn?

“Daar heeft het niks mee te maken. Ik houd van dominante, sterke, grote vrouwen. Geef mij Jorritsma en dan kwijl ik. Dat heeft niks met schoonheid te maken. Waarom is die relatie met Hanneke zo goed? Omdat ik niet met haar naar bed ga. Ik weet dat er na het klaarkomen een walging over mij komt; ik heb dat sowieso, ook bij jongens. Behalve bij jongens die ik echt leuk vind; daar ben ik dan ook een relatie mee begonnen.”

U bent niet het type van de pure geiligheid?

 “Ik ben wel geil, maar als het te ver gaat verexcuseer ik mij en ga ik naar het toilet om even klaar te komen. Het. Bedrijven van de daad is vaak een combinatie van drank, sigaretten en geilheid. Ik hoop dat u dit een beetje genuanceerd opschrijft.”

Heeft u er wel eens voor betaald?

“Heb ik een keer gedaan. Ik was afgewezen voor de Toneelschool in Maastricht en zat in een moeilijke periode: ben ik ho of he? Toen ben ik naar de hoeren gegaan. Ik was 23 en die jongen was denk ik twintig. Ik bleek maar tachtig gulden bij me te hebben, terwijl het honderd was en toen heeft hij er twintig gulden uit eigen zak bij gelegd. Het was dus zo’n beetje half betaalde seks.”

Zocht u er liefde of wilde u gewoon klaarkomen en wegwezen?

“Dat klaarkomen duurt maar drie minuten. Als ik moest kiezen: twee uur gekietel onder je voeten of klaarkomen bij de mooiste man van Nederland, nou, geef mij het eerste maar. Dat vind ik veel lekkerder.”

Bent u in bed het baasje of het knechtje?

“Ik dacht dat Sinterklaas voorbij was en dat dit voor het kerstnummer zou zijn.”

Hoe groot is uw bedrijf?

“Ik heb een holding en een aantal BV’s. Daar ben ik snel mee begonnen. Ik kom uit een zakenmilieu. Het is de slimste zet geweest in mijn carrière.”

Bent u rijk geworden in al die jaren?

“Ja, ik ben wel rijk geworden.”

Erg welgesteld?

“Ja.”

Puissant rijk?

“Wat is dat?”

U zult verbaasd zijn wie er straks allemaal om mijn graf zullen staan

Paul de Leeuw

Onvoorstelbaar rijk?

“Ik ga geen getallen noemen, maar ik vind wel dat ik erover kan praten, dat wordt in Nederland nooit gedaan. Ik ben gewoon rijk.”

Geeft u veel weg of houdt u alles lekker voor uzelf?

“Ik denk dat ik ook veel weggeef. U zult verbaasd zijn wie er straks allemaal om mijn graf zullen staan.”

Waar gaat uw geld dan naar toe?

“Dat varieert van een mongolenbusje, een surpriseparty voor mijn moeder tot aan etentjes voor mijn goede vrienden. Je kunt het geld dat je hebt beter delen dan het allemaal voor jezelf te houden. We genieten er zeer van. Als je leuk rijk wilt zijn, moet je het op deze manier doen.”

Smijt u met geld?

“Misschien wel. Maar mag ik nou één van die honderd vragen aan u stellen: wat vindt u rijk? Noem een getal.”

Dat je echt onbekommerd kunt leven en bij wijze van spreken niks hoeft te laten?

“Nee, zo rijk ben ik niet.”

Twintig miljoen?

“Heb ik absoluut niet.”

Zijn uw miljoenen op de vingers van Tineke de Nooij te tellen?

“Dat hangt ervan af welke hand.”

Kunt u alles doen wat u wilt?

“En toch moet ik zuinig zijn. Ik heb een paar appartementjes, ik maak het op aan kleren, aan eten, aan CD’s, aan de verbouwing van mijn huis. Ik heb nu tien jaar dezelfde accountant die het mij enorm kwalijk neemt dat ik te veel opsnoep. Ik moet oppassen.”

Bent u wel eens belazerd?

“Bijna nooit, ik ben wel eens besodemieterd maar het is te lang geleden om daar iets over te zeggen.”

In de wereld waarin u verkeert, is er toch een gerede kans dat het een keer gebeurt?

“Ik twijfel twee keer per jaar aan mijn accountant. Dat is een must. Als je dat niet doet, kan het fout gaan. En hij houdt mij ook goed in de gaten.”

Denkt u wel eens langer na dan twee seconden?

“Bijna niet. Dat is mijn grote probleem. Vooral als ik Engels moet praten. Ik praat sneller dan ik denk.”

Soms dreigt uw show serieus te worden en dan kapt u het af. Waarom doet u dat nou toch?

“Ja, dat is angst. Angst om stiltes te laten vallen. Het zijn vaak geen diepe interviews, maar er gebeurt wel wat. Ik denk dat ik het begin te leren. Soms gaat het goed: met Willem Nijholt en Paul Nouwen. Dat was een mooi gesprek. En soms denk ik: waarom doe ik het niet? Dat komt door een stofje in mijn hoofd.”

Krijgt u die kritiek ook van uw redactie?

“Absoluut. Soms kom ik van het toneel af en dan heeft er een soort oorlog plaatsgevonden — met granaatinslagen —en dan voel ik me net Saddam Hussein: wat heb ik in godsnaam verkeerd gedaan? Het was iets te wild. Ik vind het zonde, hoor, want soms gaan gesprekken daardoor de mist in.”

Wie zijn uw voorbeelden?

“Toon en André. Van Toon zijn Sinterklaasconference en van André zijn krokodillenconference.”

U heeft het nu over artiesten die nooit over de schreef gaan. U bent toch het tegendeel?

“Ik denk toch dat we ook iets gemeen wij hebben: wij zijn leuk. Daarmee hebben wij een streepje voor op collega’s s die leuk móeten doen.”

Waar lacht u nog meer om?

“Ik lach om heel veel. Maar als ik iets niet goed vind, is het echt heel zielig voor diegene. Wat ik erg leuk vind op TV-gebied is Newsroom, een Canadese serie over een eindredacteur. That’s life, de beste serie op dit moment bij de NPS, een Engelse serie over jonge mensen, dertigers, en Friends, een comedy.”

Bent u een tut?

“Hoezo? Moet ik dan zeggen dat ik Salò een leuke film vond?”

U bent toch een huiselijk type?

“Ik vind het leuk om het thuis naar mijn zin te maken. Ik ben op mijn best als ik mijn invités een enorm diner kan voorschotelen.”

U kunt goed koken?

“Dat is algemeen bekend. Als mensen komen eten, hebben ze nooit het gevoel dat ze hetzelfde eten. Braakhekke, heerlijk, makkelijk te maken en lekker vet. En vooraf een harinkje, een toastje, een paar goede flessen wijn.”

Heeft u personeel?

“Ik heb een kok. Nee hoor. Ik heb een golden girl in huis, Jannie, die twee keer in de week komt; ze heeft mijn hele verbouwing geleid. De schrik van menige aannemer.”

Ik maakte vroeger om alles ruzie; nu ben ik een stuk rustiger

Wie zou u het liefst zijn?

“Brad Pitt.”

Echt?

“Nee joh. Heb ik een ideaal? Nee. Stel dat ik bij iemand kom die zijn huis prachtig heeft ingericht, dan wil ik die smaak hebben.”

 Heeft u zelf een smaakvol interieur?

“Ik denk het niet. Het is wel gezellig, maar het staat vol met allemaal gedoe. Mijn keuken is de leukste plek van het huis. Het is er warm, maar niet op en top.”

Houdt u van kunst?

“Ik houd er wel van, maar ik heb het niet. Ik heb een echte Ria Valk hangen en een Keith Haring-zeefdruk, iets van Heyboer en ik heb twee Broods. Ik ben gek op Hopper. Ik heb een heel mooi portret gekocht van Lady Di van Jasper Krabbé. Dat hang pontificaal in mijn kamer.”

Houdt u van slechte smaak?

“Wat anderen slechte smaak noemen, vind ik echt mooi. Uit slechtheid kan iets moois ontstaan.”

Wordt u wel eens driftig?

“Ik maakte vroeger om alles ruzie; nu ben ik een stuk rustiger. Maar ik kan nog steeds boos worden om niks.”

En dan smijten met dingen?

“Heb ik wel gehad, maar doe ik niet meer.”

Vechten?

“In mijn relatie heb ik nooit zulke ruzies. Altijd met collega’s.”

Hoe bent u als u kwaad bent?

“Ik ben heel verbaal. Als ik vroeger ruzie met iemand had, kreeg je een felle discussie, en dan hing ik op of liep ik weg: kutwijf. Terwijl ik wist dat het stom was, want alleen dat ‘kutwijf’ blijft hangen. Daar heb ik spijt van: ik heb een aantal mensen pijn gedaan. Maar ik kan het niet meer terugdraaien.”

U doet dat nu niet meer?

“Ik denk dat ik het veel minder doe.”

Bent u vergevingsgezind?

“Als ze maar met geld over de brug komen.”

Dus niet rancuneus?

“Ook wel, ja hoor. Ik vind het een heel gezonde eigenschap die je tenminste scherp houdt.”

Heeft u veel vijanden?

“Ik geloof niet dat ik veel vijanden heb. Laatst hoorde ik een collegaatje van de VARA zeggen: er zijn hier twee godjes, Vera Keur en Paul de Leeuw. Ik kan me voorstellen dat binnen de VARA het idee leeft dat die man alles voor elkaar krijgt. Dat is ook zo. Ik heb veel privileges. Ik ben iemand met een grote bek; ik doe het zoals ik het wil en anders niet. Dat zaait uiteraard ongenoegen, maar ook respect. Alleen, als je een late-night maakt die zo goed bekeken wordt, hebben ze natuurlijk geen enkel wapen.”

Televisieroem is geen eeuwige roem. Heeft u over uw toekomst nagedacht?

“Het houdt natuurlijk een keer op. Maar als je talent hebt, gaat dat niet zomaar weg.”

Wat vindt u van uzelf?

“Ik ben nu 35, daar heb ik veel moeite mee gehad. Een poos bevond ik mij in een tochtige gang, omdat ik de kamer tot dertig jaar uit was geflikkerd. Vanuit die tochtige gang kom je in een andere kamer, van 35 jaar en ouder, en ik wilde een tijd lang die deur maar niet in.”