Spring naar de content
bron: pexels

Ga liever borden wassen in New York

Terwijl je er in vier jaar een studie doorheen moet jassen en met een bijbaantje je beurs moet aanvullen, wordt ook nog eens van je verwacht dat je met werk- en levenservaring op de overvolle arbeidsmarkt verschijnt. Hoe zorg je voor een imposant curriculum vitae?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Sheila Kamerman

Het curriculum vitae van Monique Elbers (26) past niet op een A4 tje’ Nog voor ze haar studie bestuur en organisatiewetenschappen aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen begon was ze actief binnen een fotografievereniging voor studenten. In haar eerste studie jaar was ze al vice-voorzitter van een overkoepelende culturele organisatie in Nijmegen, waarna ze secretaris werd van de studievereniging van haar eigen faculteit. 

“Ik was geen CV-builder,” zegt Monique. “Ik vond het gewoon ontiegelijk leuk en ik kan goed organiseren. Door dat soort functies rol je van het een in het ander.” Zo zat ze als studentenvertegenwoordiger in de bestuurscommissie van het Studium Generale en discussieerde ze daar met hoogleraren over mogelijk interessante lezingen. Daarna werd ze voorzitter van een computervereniging, waaraan studenten de lay-out van allerlei blaadjes konden uitbesteden. 

Ondanks al haar activiteiten kwam Monique niet in de knoop met haar opleiding. “Ik leerde juist beter te plannen. Toen ik op een gegeven moment in maar twee commissietjes zat, liet ik gek genoeg ook mijn studie versloffen.” 

Alleen het laatste jaar, toen ze een onderzoeksstage in een Twents ziekenhuis liep en tegelijkertijd haar scriptie moest schrijven, schoten de bestuursfuncties er een beetje bij in. “Toen ben ik maar bij een zeilvereniging in de activiteitencommissie gaan zitten. Een sportclub had ik nog niet gehad.” 

De tijd dat een universitaire studie automatisch een garantie bood op een goede baan, is voorbij. Dertig jaar geleden lag de wereld voor je open als je had gestudeerd, nu wacht de doctorandus of de HBO’er vaak werk onder zijn niveau of zelfs de bijstand. 

Calculerende studenten kiezen natuurlijk voor een studie die goed in markt ligt. Bijna afgestudeerde informatici worden bijkans uit de collegebanken geplukt. En bedrijfskundigen hebben meer kans op interessant werk dan iemand die is afgestudeerd in de Finse taal- en letterkunde. Maar voor de meeste eerstejaars lijkt de baan na hun studie nog zo ver weg dat zij bij de keuze van hun opleiding gewoon hun hart volgen. 

Of je studie nu wel of geen goede arbeidsperspectieven biedt, voor iedereen geldt: maak van jezelf een high potential. Niet alleen de studieresultaten zijn belangrijk, maar het optimaal benutten en ontwikkelen van ál je capaciteiten. “Voor echte toppers is altijd plaats,” zegt Karin Redert, recruitment manager van het wervings- en selectiebureau KPMG Ebbinge Campus. Maar hoe word je een hoogvlieger in de vier jaar die je studie nog maar mag duren, terwijl je ook nog moet bijklussen om je schamele beurs enigszins aan te vullen? 

De criteria waaraan toppers moeten voldoen, verschillen per bedrijf en per functie, maar zijn in grote lijnen opvallend eenduidig. Een goede cijferlijst is mooi meegenomen, maar niet zaligmakend. Inge Schlüter, recruiter bij ABN AMRO: “Tuurlijk, iemand die bij ons wil werken moet wel financieel-economische affiniteit hebben. Maar een sollicitant met prachtige cijfers die naast zijn studie helemaal niets heeft gedaan, is voor ons niet interessant.” 

Een relevante stage op je CV geeft je bijna altijd een streepje voor. Daarmee heb je bewezen dat je theoretische kennis in de praktijk kunt gebruiken en dat je je staande hebt weten te houden binnen een organisatie. Bovendien vormen stagiairs voor een bedrijf een kweekvijver voor jong talent. “Tamelijk veel mensen die bij ons een binnen- of buitenlandse stage hebben gelopen of een banking course hebben gevolgd, hebben daar een baan aan overgehouden,” beaamt Schlüter. 

Werkzaamheden buiten de studie worden ook zeer gewaardeerd. Actief zijn binnen een studentenvereniging, een sportclub, een non-profitorganisatie of een politieke partij geeft het signaal dat iemand interesse heeft in zijn omgeving en al enige sociale vaardigheden heeft opgedaan. 

Bestuursfuncties vormen een pre, maar CV-builders zijn gewaarschuwd. Annette van de Wetering, hoofd werving en selectie van KPN: “Wij hebben liever dat mensen hartstikke goed worden in wat ze leuk vinden dan dat ze een bestuursbaantje ambiëren omdat het zo mooi op hun CV staat. Ga dan liever drie maanden een wereldreis maken, een zomerkamp voor gehandicapten begeleiden of borden wassen in New York.”

Als je sommige CV’s van vierde- of vijfdejaars ziet — helemaal leeg,” zegt Manon van Vloten, bestuurslid van de Amsterdamse afdeling van het landelijke stagebemiddelingsbureau Integrand. Met opgetrokken wenkbrauwen: “Het kost vaak behoorlijk veel moeite om ze aan het verstand te peuteren dat werkervaring absoluut een must is voor het krijgen van een goede baan.” Integrand bemiddelt tussen 

studenten die stage willen — of moeten —lopen en grote en kleine bedrijven. 

“Bijna iedereen die hier komt, wil een stage bij een multinational, zoals Shell, ABN AMRO, Unilever of MeesPierson,” zegt’ Van Vloten, zelf studente economie. “Ze zijn dan hogelijk verbaasd als we naar hun werkervaring en hun tentamencijfers vragen. Maar die bedrijven zijn alleen geïnteresseerd in de allerbesten.” 

Maar ook studenten die alleen in de vakantie bloembollen hebben gepeld en gemiddeld een zes scoren, kunnen via Integrand hun CV oppoetsen, zij het bij een kleiner bedrijf. “Heel nuttig,” vindt Van Vloten. “Want als je nooit hebt gewerkt, hoe weet je dan in vredesnaam wat je leuk vindt en wat je sterke en zwakke kanten zijn?” 

Een andere manier om bedrijven te leren kennen, contacten te leggen en jezelf te presenteren is het meedoen aan zogeheten in-house dagen. Die worden georganiseerd door verschillende bedrijven in samenwerking met Stichting Student en Praktijk (STEP). Op zo’n dag kan een select gezelschap van 25 studenten economie, rechten of bedrijfstechnologie in de keuken van een organisatie kijken. Marije Paternotte, rechtenstudente en bestuurslid van STEP, meent dat studenten op die manier een geweldige kans krijgen die ze met beide handen moeten aangrijpen. “Ik zou ze het liefst eigenhandig een bedrijf in wil-len trekken.” 

Overigens wordt ook voor de in-house dagen op basis van CV geselecteerd. Bedrijven doen niet uit liefdadigheid mee, maar willen snuffelen aan potentiële werknemers. Paternotte: “Al heb je nog zulke mooie cijfers, als je daarnaast niets interessants hebt gedaan, kun je het wel schudden.” Met een lach: “Een bestuursfunctie bij STEP staat bijvoorbeeld heel mooi op je CV.” 

STEP en Integrand opereren weliswaar op universiteiten, maar zijn onafhankelijk. Beide bureaus verbazen zich regelmatig over de afwachtende houding van de bolwerken der wetenschap. Marije Paternotte: “Hoogleraren begrijpen toch ook dat hun studenten straks met hun kennis de boer op moeten. Ze zouden op z’n minst het volgen van een stage wat meer kunnen promoten.” 

Op tal van docenten is het cliché van de wetenschapper in de ivoren toren nog steeds van toepassing: Maar er zijn ook uitzonderingen. Zoals Jacques Sijben, hoogleraar geld-, bank- en kredietwezen aan de Katholieke Universiteit Brabant. Hij gebruikt zijn uitgebreide netwerk veelvuldig ten behoeve van zijn studenten. 

“Ik vind dat het bij mijn taak hoort jonge mensen vooruit te helpen,” zegt Sijben. “U mag het gerust weten: het geeft me een kick als ik zie dat die kinderen goed terechtkomen.” En zo hangt Sijben regelmatig aan de telefoon bij de personeelsfunctionaris van Aegon waar hij toevallig een commissariaat bekleedt of belt hij even met de Rabobank. Niet verwonderlijk dat hij veel afstudeerders trekt, die hij vervolgens ernstig toespreekt: “Jullie moeten bij mij ontzettend hard werken, ik eis veel, maar straks sta ik honderd procent achter jullie.” 

Harry Lockefeer, oud-hoofdredacteur van de Volkskrant en tegenwoordig hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen: “In de journalistiek bewijst talent zich in de praktijk. Persoonlijke promotie is er niet gebruikelijk; wel steek ik energie in stagebegeleiding, want dat is vaak het begin.” 

Omdat marktgerichte docenten nog in de minderheid zijn, werven grote bedrijven voornamelijk zelf toptalent. Met in-house dagen, workshops en summercourses, met reclame- en advertentiecampagnes gaan zij op jacht naar het puikje van de zalm. Soms ook maken organisaties gebruik van campus recruitment: in opdracht van een wervings- en selectiebureau gaan speciaal daarvoor opgeleide studenten op zoek naar zeer getalenteerde studiegenoten aan hun universiteit. 

Voor KPMG Ebbinge Campus zijn de student recruiters — het zijn er honderd, verspreid over de verschillende universiteiten — de belangrijkste aanbrengers van vers toptalent. Het grote voordeel van deze manier van werven, vindt Karin Redert van Ebbinge Campus, is dat de student recruiters de studenten kennen. “Ze studeren immers zelf ook en hebben een uitgebreid netwerk in de studentenwereld. Daar worden ze ook op gescreend.” 

Hoewel voor veel functies een gerichte opleiding onontbeerlijk is, zijn alfa’s in toenemende mate welkom in het bedrijfsleven. “Voor marketingfuncties en human resource management nemen we ook mensen aan die een taal of geschiedenis hebben gestudeerd,” zegt Manon Bloemer, recruiter marketing en accountmanagment bij Unilever. “Wij lopen vaak tegen het vooroordeel aan dat Unilever alleen op zoek zou zijn naar bollebozen, maar het gaat ons meer om iemands persoonlijkheid. Wij zoeken enthousiaste en ondernemende mensen. Iemand die naast zijn studie een eigen bedrijfje is begonnen of bijvoorbeeld een congres heeft georganiseerd, springt er meteen uit.” Anisette van de Wetering van KPN sluit zich daarbij aan. “We zoeken mensen met een drive, een teamgeest, overtuigingskracht en sociale intelligentie.” 

Pieter Jan van Krevel (25) zit met een pilsje en een sigaret in de hand ontspannen op de bank in zijn ruime kamer in Amsterdam-Zuid. De net afgestudeerde econoom ziet de toekomst zonnig tegemoet. Hij heeft geen stage gelopen maar toch heeft hij, vindt hij zelf, zijn vrije tijd nuttig besteed door actief te zijn in het Amsterdamsch Studentencorps. “Ik heb in ieder geval een uitgebreid netwerk, want via mijn dispuut ken ik ontzettend veel mensen.”

Dispuutsleden helpen elkaar, ook bij het vinden van baantjes. Niet alleen vanwege hun gezamenlijke achtergrond, maar ook omdat ze bij voorbaat weten dat ze ‘een gezellige en sociale kerel’ binnenhalen. Hoewel Van Krevel beaamt dat een stage leerzaam kan zijn, gelooft hij dat hij in het corps meer heeft opgestoken. “Ik heb er enorm veel sociale vaardigheiden en mensenkennis opgedaan. Spreken in het openbaar, bijvoorbeeld, dat leer je bij het corps spelenderwijs doordat je af en toe tijdens een diner een lulverhaal moet ophangen.” 

Zijn studiegenoot Richard van Riel (25) zweert juist bij een stage. “Ik was tot mijn laatste jaar vooral op sociaal gebied actief en had een bijbaantje als ober. Opeens zag ik mezelf al bij een sollicitatie moeten zeggen: ‘Hier is mijn diploma, enne, ik heb ook nog gevoetbald.’”

Via Integrand kwam Richard bij het adviesbureau Brinkman Financial Consultants terecht. Na zijn stage vroeg zijn baas of hij niet wilde blijven. Hoewel hij zijn scriptie nog moest schrijven, hoefde Richard daar niet lang over na te denken.


Monique Elbers, die vorig jaar november afstudeerde, had de maand daarvoor al een baan bij automatiseringsbedrijf MediaWare in Eindhoven. “Dat was wel even kicken, ja.” Ze doet de marketing van het bedrijf en wordt daarnaast opgeleid tot consultant. Haar ervaring in allerlei besturen komt haar nu goed van pas. En niet alleen dat: “Ik heb in die bestuursfuncties geleerd hoe je telefoonangst kunt overwinnen, hoe je moet argumenteren, hoe je de juiste persoon in een bedrijf te pakken krijgt en waar de juiste informatie te halen is. Maar ik kon het alleen volhouden omdat ik het zo leuk vond. Het zit nu eenmaal in me.”