Spring naar de content
bron: anp

Een Fries huilt niet

Angst voor massahysterie en onzekerheid over het weer zorgden ervoor dat de vijftiende Elfstedentocht vooralsnog niet is doorgegaan. Tot groot verdriet van de Friezen die zich al weken aan het voorbereiden zijn.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Michiel van den Berg

Parallel aan de weg scheurt een oude Volvo met ontstoken koplampen over het ijs. Hij remt, glijdt tientallen meters door en draait dan driemaal om z’n as. Het is vrijdag. De dag nadat de vijftiende Elfstedentocht gereden had kunnen worden. 

Thys Dykstra, directeur van uitgeverij en boekhandel De Tille in Leeuwarden, is teleurgesteld. “Het is heel wrang allemaal. We zitten hier met een behoorlijke kater.” Een compleet team van verslaggevers en fotografen van het Friesch Dagblad en drukkers van uitgeverij Bosch en Keuning stond klaar om ‘Het Enige Echte Elfstedenlogboek’ een dag na de tocht in de winkels te krijgen. 

“Het beheerst al veertien dagen m’n agenda,” zegt Dykstra. “Eergisteren begon de hoop weer te leven, maar dan hoor je toch dat het niet doorgaat.” Het team was volgens Dykstra buitengewoon gemotiveerd om het boek te maken. Al was het alleen maar omdat de grote concurrent, de Leeuwarder Courant, hetzelfde plan had. En: “Als Friese uitgever zou het mijn eer te na zijn als ik de kans om zo’n boek te maken moest overlaten aan anderen. Bovendien, als zoiets lukt, valt daar een aardig bedrag mee te verdienen. Je kunt er leuk van profiteren.” 

De uitgever heeft de hoop op een Elfstedentocht nog niet helemaal opgegeven. “Het zou nog kunnen,” mijmert hij. “De vorige tochten werden immers ook pas op 21 en 26 februari gereden.” 

Zoals het kleine Friesch Dagblad de Leeuwarder Courant de loef probeert af te steken, dacht de kleine Friese distilleerderij Boomsma concurrent Sonnema dit jaar te slim af te zijn. Net als in 1985 en 1986 was Boomsma van plan een speciale Elfsteden-Beerenburg op de markt brengen. De etiketten waren al gedrukt en de bruine kruikjes stonden klaar om gebotteld te worden. “Het geeft een enorme kick om alles goed te organiseren,” zegt Robert Krakau van Boomsma. “Bij groen licht voor de tocht zouden de machines worden omgesteld. Om vijf uur ‘s ochtends waren we dan als een gek begonnen met bottelen. Op de dag van de tocht zou hij in het hele land te koop zijn.” Mocht het er nog van komen, dan denkt Krakau zo’n 35.000 flessen te kunnen afzetten. “Zo niet, dan maakt alle aandacht die we nu al hebben gekregen het ruimschoots goed.” 

Maar dan kan Boomsma straks alle etiketten weggooi-en, want ze vermelden het jaartal 1996. “Wij houden niet van half werk, zoals die T-shirts met als enige vermelding ‘Elfste-dentocht’; dat vinden wij maar niks,” zegt Krakau. Trouwens van weggooien is nog geen sprake, want Boomsma bewaart de etiketten in ieder geval tot 31 december 1996. “Je weet immers maar nooit of het aan het einde van het jaar toch nog eens heel hard gaat vriezen.” 

Dikke vlokken natte sneeuw vallen uit de lucht. Het is een donkere zaterdagochtend. De dooiaanval die met grote stelligheid voor vandaag Was aangekondigd, lijkt te zijn ingezet. Vlak langs de weg wachten duizenden watervogels op betere tijden. Bij Bartlehiem, het kruispunt van de Elfstedenroute, komen twee schaatsers uit de richting van Dokkum. Het gaat allemaal nog net, zeggen de mannen. Alleen kun je door de sneeuw de scheuren in het ijs niet meer zien, zodat je heel voorzichtig moet rijden. Ze moeten in vorm blijven, want die tocht die komt er wel; waarschijnlijk eind volgende week. Anders zaten ze wel thuis koffie te drinken. Op naar Leeuwarden, de laatste kilometers. 

Schaatsers die uit de richting van Berlikum komen, moeten voor de Elfstedentocht onder het groene bruggetje van Bartlehiem door rijden en linksaf slaan, richting Dokkum. Daar keren ze bij de brug over de Dokkummer Ee weer om, en schaatsen terug naar Bartlehiem. Dan linksaf naar de Bonkevaart. Zo wordt het plaatsje Birdaard dat langs deze route ligt tweemaal gepasseerd. Tot grote vreugde van de eigenaar van café-restaurant ‘t Hoekje die tijdens de Elfstedentochten van 1985 en ’86 de beste klandizie sinds tijden kende. 

Vandaag is er niets te doen. De cafébaas zit met z’n familie nog wat slaperig om de stamtafel. De regionale omroep draait een liedje op hoempapa-toon: Het is carnaval in Fryslein met de Alvestécletocht. Er is begrip voor de beslissing van het Elfstedenbestuur om de tocht niet te laten doorgaan. “ijsmeester Kroes heeft achteraf gezegd dat er qua ijsdikte donderdag al gereden had kunnen worden,” zegt de cafébaas. “Maar ja, organisatorisch konden ze het niet meer redden.” 

‘t Hoekje had nog geen extra lading chocolademelk, snert, Beerenburg en bier laten aanrukken. Want als bekend zou Worden dat de tocht zou doorgaan, was er immers nog twee dagen de tijd om maatregelen te nemen. “In ’85 wist niemand wat er precies moest gebeuren,” zegt de cafébaas, “maar het was toen gezellig en sfeervol. In 1986 was het veel te massaal. Niet zo gezellig, maar wel goed voor de business.” Dit jaar loopt hij dus een enorme omzet mis. “Ach, dat valt best wel mee. Laat ik het zo zeggen: het zou een leuke opsteker zijn geweest.” 

Buiten, vlak bij het bruggetje van Birdaard, veegt een tot sneeuwschuiver omgebouwde deux-chevaux het ijs schoon. “Er kan ook nog een borstel voor,” zegt de bestuurder. Hij reageert verbaasd op de vraag of dat nog wel zin heeft. “Natuurlijk, we gaan gewoon door: opdracht van de gemeente.” De eend verdwijnt ronkend over de Dokkummer Ee. 

In Dokkum, het keerpunt van de route, blijkt dat allemaal heel anders georganiseerd te zijn. “Ik dacht dat de gemeente er voor de burgers was,” zegt een man met een grote sneeuwschuiver. “Maar in het weekend laten ze zich niet zien.” Hij veegt met harde hand de natte sneeuw van het ijs. “Als je dit niet doet, wordt het met die dooi een grote troep.” Hij is kwaad. Niet alleen op de gemeente, maar ook een beetje op de buurt. “We staan hier maar met z’n tweeën. Dat valt me tegen.” 

Bij de brug, bekend van de uitzinnige en vooral dronken meute tijdens de tocht van ’86, staat zijn even boze compagnon. “Vorige week zaterdag was het precies hetzelfde,” zegt hij.” “Dus vegen we wel zelf zo-dat de kinderen vandaag tenminste nog kunnen schaatsen.” 

“Die tocht, die komt er,” zegt de ander grimmig. “Jawel.” 

Even verderop, in de Dokkummer vlaggencentrale, laat Victor Ritter de speciale Elfstedenvlag zien. “Elke Fries zal zeggen dat de tocht dit jaar wèl doorgaat,” zegt Ritter. Twee weken geleden besloot de grootste vlaggenfabriek van Europa dat er iets moest gebeuren. Naast de Elfstedenvlag met afdruk van een schaatser en het 

bekende Pompeblêden-motief maakte de fabriek ook nog ‘s duizenden zwaaivlaggetjes en elfstedenhesjes. Gelukkig met als enige opdruk ’15e Alvestêdetocht’ zodat ze nog tot in de eeuwigheid bewaard kunnen worden. “Alles was klaar,” zegt Ritter. “Ook de gemeente had het goed georganiseerd. Er zouden drie feesttenten op het plein komen, want vorige keer kwam je geen café meer in.” 

Het stalletje van de ijsclub van Ried, een dorpje tussen Franeker en Berlikum, staat verlaten langs het ijs. Een paar oude tweepits-gasstelletjes wachten tevergeefs op enorme ketels chocolademelk. “We hadden nog niets ingekocht,” zegt Piet Post, de voorzitter van de ijsclub. “We blijven rustig tot het laatste moment.” Post vindt dat het Elfstedencomité een goede beslissing heeft genomen: “In 1986 zijn er dingen gebeurd waar we ons eigenlijk voor zouden moeten schamen.” Hij doelt op de niet geringe hoeveelheden drank die er werden ingenomen en de hossende massa op het golvende ijs. “Veiligheid is in mijn ogen het belangrijkste. Het zou mooi zijn als iedereen voor de TV bleef en wat minder hiernaar toe kwam.” 

Post heeft met drie collega’s het ijs tussen Franeker en Berlikum geveegd. En als we denken dat er tijdens het vegen over de Elfstedentocht gesproken wordt, dan hebben we het mis: “Daar zijn wij veel te nuchter voor. Ik zie wel wat er komt. Ik ga met dat soort dingen per dag of per uur om.” 

Toch heeft ook Post de Elfstedentocht nog niet uit zijn hoofd gezet: “Een collega die ook veel voor het ijs overheeft, heeft voorspeld dat het toch weer zal gaan vriezen. Hij zei dat de winter terug zal komen omdat de eenden niet van het land weggaan. En als die blijven zitten, dan duidt dat op vorst.”