Spring naar de content

Kamperen op het graf van Nirvana

Kurt Cobain mag dan niet meer onder ons zijn, de gitaarrock bloeit als nooit tevoren. Op het komende Lowlands-popfestival zullen dan ook weer heel wat spierballen worden vertoond. Neemt het langharig tuig de macht weer over? 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Vollaard

De kampeerders die vorig jaar de eerste editie van het driedaagse popfestival A light To Lowlands Paradise op het terrein van de Flevohof meemaakten, konden hun lol niet op. Overdag speelde de crème de la crème van de alternatieve popmuziek in een drietal circustenten, en ‘s nachts denderden de supersonische woede-uitbarstingen van Rage Against The Machine op vol volume uit de meegebrachte gettoblasters. Slapen stond niet hoog op het prioriteitenlijstje van de festivalgangers, die na een uitputtingsslag van meer dan dertig optredens moe maar tevreden mochten constateren dat Lowlands een staalkaart bood van nieuwe namen en interessante ontwikkelingen in de alternatieve pop-scene. 

Met dat alternatieve valt het trouwens wel mee, nu de tweede Camping Flight publiekstrekkers op het programma heeft als Soundgarden en Arrested Development. Tot voor kort behoorde Soundgarden tot de grunge-favorieten uit Seattle die maar niet uit de schaduw van stadsgenoten Nirvana konden ontsnappen. Alsof de duivel ermee speelde, viel de grootscheepse lancering van het Soundgarden-album Super-unknown praktisch samen met de zelfmoord van Kurt Cobain. Onmiddellijk barstte de discussie los wie ‘de nieuwe Nirvana’ zou gaan worden; een vraag die onlangs werd beantwoord toen Philipsdochter Polygram de winstcijfers over het eerste halfjaar van 1994 presenteerde. Naast de voorspelbare popsuccessen van Bryan Adams en Salt ‘N’ Pepa werd Soundgarden met gepaste trots opgevoerd als een van de belangrijkste nieuwe moneymakers van de platengigant, die zijn intensieve marketingcampagne beloond zag met twee miljoen verkochte exemplaren. 

De groep zelf werd er niet warm of koud van. Zanger en gitarist Chris Cornell maakte een uitgebluste indruk, toen hij omwille van de gratis publiciteit keer op keer moest uitleggen dat er muzikaal weinig veranderd was sinds het zes jaar oude plaatdebuut op het onafhankelijke SST-label. Niet Nirvana, maar hardrockpioniers als Black Sabbath en Led Zeppelin stonden model voor Soundgarden’s grimmige melange van metal en grunge.

25 jaar na Woodstock neemt het langharig tuig opnieuw de macht in handen. Nu ook Pearl Jam en Rage Against the Machine tot de nieuwe melkkoeien van de platenindustrie behoren, kan geen talentenjager het zich veroorloven om klakkeloos nee te zeggen tegen het zoveelste waaiige gitaarbandje. Popprofeten die vijf jaar geleden voorspelden dat housemuziek de vloer zou aanvegen met de gevestigde orde in de rockwereld kregen vooralsnog ongelijk. Weliswaar drong de ambient house van The Orb dit jaar door tot Pinkpop en handhaafde 2 Unlimited zich als de bestverkochte internationale pop-act die Nederland ooit heeft voortgebracht, toch hebben de grote platenmaatschappijen geen vat op een fenomeen waarvan de frontlinie zich in een nachtelijk schemercircuit van houseparty’s bevindt. Geheide verkoopsuccessen worden alleen gehaald met verzamel-CD’s van gewilde clubhits, die in eerste instantie slechts in kleine oplage hoeven te verschijnen om een handvol invloedrijke discjockeys te bedienen. Ondertussen bloeit de gitaarrock als nooit tevoren en zagen tamelijk onopvallende groepen als Spin Doctors en Stone Temple Pilots hun respectievelijke debuutplaten uitgroeien tot onverwachte millionsellers. Het door pop-impresariaat Moto georganiseerde Lowlands mag met recht een soort tegenhanger van North Sea Jazz op rock ‘n’ roll-gebied worden genoemd. Het programma biedt een staalkaart van alles wat fris, nieuw en opzienbarend zou kunnen zijn. Veel optredens van interessante acts vallen samen met een nieuwe plaatrelease. In de afgelopen maanden verscheen een enorme stapel CD’s van Lowlands-acts, waarbij rumoerige gitaargroepen de overhand hebben. 

Hoewel ‘grunge’ niet meer tot de modewoorden van het seizoen behoort, laat de Engelse groep Compulsion op de CD Comforter zonder veel omhaal horen dat Nirvana het grote voorbeeld moet zijn geweest. Opvallend afwezig zijn de beoefenaars van de funk-metalcrossover die twee jaar geleden nog goed in de markt lag, maar die nu alleen nog fanatiek in Duitsland en Frankrijk wordt beoefend. 

Kruisbestuivingen tussen uiteenlopende muziekstijlen komen vooral uit de danshoek. De ultieme crossover is waarschijnlijk afkomstig van het Engelse Trans-Global Underground, dat erin slaagt om techno, rap en wereldmuziek in een samenhangende vorm te gieten. Eerder dit jaar werd het trio Underworld binnengehaald als redders van de hedendaagse popmuziek, vanwege een overtuigende mix van jaren tachtig-technopop en house op het album Dubno-basswithmyheadman. Als podiumattractie verging het de groep minder opzienbarend, want een vol Paradiso kreeg in april niet veel meer te zien dan een donker podium waarop iets onduidelijks met toetseninstrumenten en mengpanelen werd gedaan.

Liefhebbers van oorverdovend spierballenvertoon kunnen tijdens hun muzikale kampeerweekend terecht bij Helmet en Biohazard; groepen die er op wonderbaarlijke wijze in geslaagd zijn om de heavy metal nieuw leven in te blazen. De onbetwiste keizer van de stalen spierballen blijft Henry Rollins, die zijn opgekropte woede kanaliseert in snoeiharde en gedisciplineerde hardcore. Dat er ook voor ouderwetse punk nog een publiek bestaat, mag blijken uit het succes dat de Amerikaanse groep Offspring via MTV ten deel viel. Zelfs de blauwharige hardrock-heks en MTV-presentatrice Vanessa Warwick doet opgewonden over het toepasselijk getitelde album Smash, dat de invloed verraadt van punk-coryfeeën als Buzzcocks en The Clash. Wie op zoek gaat naar een oorspronkelijk geluid komt terecht bij een aantal opvallende nieuwkomers. De viermansgroep Man Or Astro-Man? brengt een spectaculaire variant op de instrumentale surfmuziek die begin jaren zestig gangbaar was aan de Amerikaanse westkust, en voegt er teksten aan toe die getuigen van een onvoorwaardelijke vertrouwen in de zegeningen van de ruimtevaart. Het album Destroy All Astro-Men waarschuwt voor indringers van andere planeten. De groep voert een karikaturale podiumact op, die naar verluidt herinnert aan de stripfiguurachtige presentatie van The Ramones. 

Ook de vroegere Pixies-zanger Frank Black citeert hevig uit de door hem geliefde surfmuziek. Hij voegt er een humoristisch tintje aan toe door zichzelf op zijn meest recente CD vol ultrakorte gitaarexplosies met kinderlijke krijsstemmetjes tot Teenager Of The Year uit te roepen. 

Een van de meest originele platen van de laatste tijd is het debuut van G. Love and Special Sauce, een trio uit Boston dat het presteert om het onwaarschijnlijke huwelijk tussen authentieke blues en hedendaagse rap tot stand te brengen. Het oude rhythm and blues-label Okeh werd nieuw opgericht voor deze akoestische tegenhangers van The Beastie Boys, die volstaat met een minimaal instrumentearium van drums, slidegitaar en staande bas. De blanke rapper G. Love heeft zijn liefde voor rhythm and blues gemeen met zijn zwarte collega Speech van Arrested Development, die zich nadrukkelijk profileert een Afro-Afrikaan met een filosofische inslag. Arrested Development mengt toegankelijke rapmuziek met blues- en soul-invloeden, terwijl Speech zich in zijn natuur- en vrouwvriendelijke teksten afzet tegen de destructieve gangsterrappers die de Amerikaanse hiphop onveilig maken. Sinds de groep een aflevering van MTV Unplugged mocht vullen, voelt Speech zich het meest op zijn gemak als er live wordt gemusiceerd op het podium. De bruisende podiumverschijning van het negenkoppige Arrested Development krijgt iets buitenissigs door de aanwezigheid van de goedmoedige grijsaard Babe Oje, de zestigjarige ‘spiritual adviser’ die het optreden doodgemoedereerd uitzit in zijn schommelstoel. 

Een Nederlands debuut waar door velen naar wordt uitgekeken, is dat van de band van Jeff Buckley. Deze jonge Amerikaan wordt er liever niet aan herinnerd dat hij zijn achternaam dankt aan de legendarische singer/songwriter Tim Buckley, die in 1975 aan een overdosis heroïne overleed nadat hij zich slechts zeer sporadisch met zoonlief had bemoeid. Nu zijn debuutalbum Grace in de winkel ligt, kan Jeff Buckley moeilijk ontkennen dat zijn kwikzilveren stemgeluid grote overeenkomsten vertoont met de hemelse vocalen van papa Tim. De kracht ligt echter in het gebruik dat hij maakt van het geërfde talent, in zelfgeschreven nummers met eeuwigheidswaarde en in opmerkelijke covers van Leonard Cohen’s Hallelujah en in de klassieke ballade Corpus Christi Carol van Benjamin Britten. Voeg daaraan toe dat hij een band bij elkaar zocht om gestalte te geven aan zijn liefde voor de robuuste sound van Led Zeppelin, en het zal duidelijk zijn dat van Jeff Buckley meer vuurwerk verwacht mag worden dan van andere rock-’n-roll-nazaten als Julian Lennon of Ziggy Marley. 

De Engelse popmuziek maakt een overtuigende rentree, nadat er jarenlang maar wast aangemodderd werd op het door snoepjes van de week geregeerde eiland. De meest in het oog springende nieuwkomer op Lowlands is de betrekkelijk jonge groep Oasis, die een onvoorwaardelijk vertrouwen in eigen kunnen koppelt aan meeslepende zang en glamrock-achtige gitaarpartijen. Engels en toch leuk is ook Senser, een groep die origineler klinkt dan een mengeling van rock-, rap- en dansinvloeden doet vermoeden. Om onduidelijke redenen wordt Senser gerekend tot de crustie-beweing van ongewassen rock ‘n roll-nomaden, die op Lowlands waarschijnlijk zwaar vertegenwoordigd zullen zijn vanwege het optreden van opper-crusties The Levellers met opzwepende en idealistische folkrock. 

Tot slot illustreert het Lowlands-programma dat het wel goed zit met de internationale perspectieven van de Nederlandse popmuziek, dankzij Gorefest (groot in Europese death metal-kringen), Daryll-Ann (getekend door het Engelse Hut-label) en Bettie Serveert (net terug van een optre-den in het Newyorkse Central Park). Vooral de laatstgenoemde zou weleens met een drastische creatieve koersverandering voor de dag kunnen komen, na een periode van betrekkelijke rust om materiaal voor het cruciale tweede album te schrijven. Een eerste voorproefje op een speciaal Lowlands-verzamelalbum laat een bijzonder ingetogen groep horen, die zangeres Carol van Dijk alle ruimte geeft om een duik in het zwemwater van Suzanne Vega te nemen. 

Een bijkomende attractie van een veelomvattend festival als A Camping Flight To Lowlands Paradise is natuurlijk het publiek, dat zich voor de gelegenheid altijd veel moeite getroost om zich uit te dossen naar de regels van de subcultuur. House-broeken en andere gabber-attributen zijn dit jaar definitief not done, terwijl fletse houthakkersoverhemden nog altijd het campingbeeld zullen bepalen, als eerbetoon aan de jarenlange invloed die Nirvana nog op de popcultuur zal hebben. Overigens kunnen de grootste sterren van Lowlands, zangers Evan Dando van The Lemonheads en Chris Cornell van Soundgarden, niet meer tot het langharig tuig gerekend worden. Beiden lieten hun weelderige lange lokken recentelijk kortwieken, wellicht om te illustreren dat ze voorgoed uit de underground omhoog zijn gekrabbeld. Kennelijk is rijk en beroemd worden nog steeds een van de meest voor de hand liggende idealen die een popmuzikant kan koesteren. Wie op Lowlands heeft gestaan, maakt goede kans om volgend jaar deel uit te maken van het rock-establishment. 

Het zijn sterke benen die de weelde kunnen verdragen, want op het laatste moment werd bekend dat Soundgarden het vanwege de overbelaste stembanden van zanger Chris Cornell moet laten afweten.